55. Rust & loslaten

55. Rust en loslaten 

Sinds de operatie is mijn leven logischerwijs een stuk rustiger. Niet zozeer in afspraken, want ik loop het ziekenhuis in en uit en de ritten naar Leiden zijn geen kattenpis. Uren files hebben we doorstaan en het kost me hele dagen. Maar mijn brein en lijf zijn rustig. Veel rustiger kan ik zeggen. Het snelle en gejaagde is eraf. Natuurlijk omdat ik ook niets heb waarvoor ik gejaagd over moet zijn, maar vooral omdat het simpelweg niet kan. Mijn been werkt niet mee, maar mijn brein net zo goed niet. En dat is lekker kan ik zeggen, heel lekker. Want de onrust, het gejaagde gevoel, de snelle rush van het leven is weg. Niets hoeft meer snel, ik heb de hele dag. Dus er is rust, veel rust. En ondanks dat ik daar de eerste weken erg aan moest wennen gaat het me nu goed af. Ik kan erg uitkijken naar een dag alleen thuis, slapen op de bank, lezen, geen plannen hebben. Ik heb dat enorm nodig nog na de heftige ingreep die ik heb gehad. 

Een vaatwasser uitruimen doe ik in delen. Ik zet even koffie tussendoor, ruim wat uit, ga even zitten en weer verder. Niets hoeft meteen. Eten doe ik op mijn gemak, dat kan ook niet anders. Het eten gaat nog tergend langzaam en voor het eerst is Zoë eerder klaar dan ik. Mike schept gerust drie borden op terwijl mijn bord bij lange na niet leeg is. Ik moet de tijd nemen, anders blijft het eten vast zitten. Dus het zijn kleine hapjes en ik geniet ervan. Niets hoeft snel meer. 

Vanmorgen heb ik voor het eerst Zoë naar school gebracht met de mountainbike. Gewoonlijk pak ik mijn elektrische fiets, maar ik probeer mijn conditie weer een beetje op te bouwen. Daar waar ik voor de operatie constant moest zeggen dat ze wat door moest fietsen, vroeg ik haar nu steeds of ze wat rustiger wilde fietsen. Of zij is sneller gaan leren fietsen of ik langzamer. Of allebei. Maar ik kon haar moeilijk bijbenen en de terugweg was wat dat betreft een stuk relaxter. Op mijn dooie gemak tufte ik door Krimpen terug naar huis. Ik heb geen doel vandaag in de dag, dus weer alle tijd. En die tijd die pak ik. Alles raast aan me voorbij en iedereen gaat naar zijn werk. Mijn enige doel vandaag is bijkomen van het afgelopen weekend dus ik fiets rustig en kom zonder enige snelheid thuis aan. 

Het enige wat snel gaat is het schrijven van deze blogs. Mijn brein stopt nooit en heeft de snelheid van een raceauto. De woorden stromen eruit op papier en zonder enige moeite type ik bladzijden vol. Dat is toch een beetje de oude Loes gelukkig. Altijd maar praten en willen spreken. De woorden die in mijn brein zitten moeten er gewoon uit. Het is een proces van heling dit te schrijven en ik hoop dat veel mensen dit kunnen lezen als het af is. Zodat zij een stukje van mijn gedachten mogen lezen. Gedachten die ik al die weken niet hebben kunnen vertellen of uitschrijven. Dat zij een stukje van mijn wereld in mogen zien, een wereld die stil en verborgen bleef in de weken dat ik niet kon praten. Ik word regelmatig in de nacht wakker met ideeën wat ik nog wil opschrijven. Gedachten en situaties die niet vergeten mogen worden, die er absoluut in moeten. Allereerst voor Zoë later, want ik wil dat zij terug kan lezen hoe deze periode vanuit mijn perspectief is geweest, dat zij haar gaten kan opvullen, de details kan terug lezen en hopelijk een beeld kan vormen voor zichzelf als ze hierop terug kijkt. Maar ook bladzijden vol voor een ieder die zo meeleeft en zich een voorstelling kan maken op deze manier hoe deze periode is geweest van dichtbij. Want lang niet iedereen is zo dichtbij geweest. Ik durf te zeggen slechts een handvol is er iedere dag of bijna iedere dag geweest en heeft echt een idee hoe dit echt allemaal is gegaan en is geweest. 

Maar rust die is er dus. Ik hoop ook ontzettend dat dit blijft en dit niet verdwijnt wanneer ik weer ‘alles’ kan. Dit nieuwe leven bevalt me eigenlijk wel. Zou je na een groot medisch ‘trauma’ blijvend veranderen? Ik denk het haast wel. Na de IC en de eerste keren kanker veranderde ik ook. Agenda’s werden leeg geschrapt en niet meer gevuld. Daar deed ik niet meer aan. Afspraken maken op lange termijn dat gebeurde niet meer. Korte termijn denken dat was beter. Ik vond dat heerlijk en ben dat stuk niet meer kwijt geraakt in de jaren erna. Lege weekenden en doen waar we zin in hadden, dat was ons motto. Afspraken op korte termijn met mensen zijn ook veel leuker, spontaner ook. De innerlijke rust die ik nu voel hoop ik daarom ook niet kwijt te raken. Want hoe je ook went of keert, na die eerste jaren kanker kwam toch de rush van het leven weer terug.

Ik voelde me vaak opgejaagd, met name door de combinatie van werk, een jong gezin, sport, vrienden. Je kent het wel. Het jonge gezinsleven in een aaneenschakeling van afspraken, gejaagdheid en veel moeten. En dat doe je jezelf natuurlijk aan, maar die dingen gaan gewoon zo. Neem een typische dinsdag, de meest hectische dag op het werk voor mij. Als ik die had gehad moest Zoë stipt rond vijf uur van de BSO gehaald worden, want ze heeft half zes turn training. Ander half uur ook. En dan ging ik tussendoor sporten en moest Mike haar ophalen en gauw naar bed brengen. En iedereen moest ook nog ergens eten. Het was altijd een hectische dag en een dag waarvan ik elke week dacht ‘dit moet volgende week anders’. Wat natuurlijk nooit gebeurde. En zo waren er tal van dagen, afspraken en weken waarvan ik vaak dacht dat het anders moest. Maar het leven raast aan je voorbij en ergens ging ik daar ook heel goed op. Ik hou van de reuring van het leven, het snelle en ergens dus ook het opgejaagde. Maar nu dit er niet meer is, verlang ik er ook niet meer naar terug. 

Wellicht omdat mijn brein en lijf dit ook niet meer aan kunnen. Meer dan één taak past gewoonweg niet in mijn hoofd op dit moment. Ik vergeet dingen en ben nog veel met mezelf bezig. Er is weinig ruimte in mijn hoofd voor de ander en ik check snel uit merk ik als iemand een verhaal ophangt. Mijn brein is vol en na zo’n grote operatie is er gewoonweg niet genoeg plek voor vrijwel alles van een ander. Wat dat betreft heeft een grote operatie veel impact ook op je brein. Als ik in de auto zit bijvoorbeeld ben ik ontzettend bezig met het daadwerkelijk besturen en rijden en helemaal niet met andere dingen. Voorheen kon ik met gemak van alles tegelijk doen in de auto, praten met de bijrijder, een koffie drinken, wat eten, de omgeving bekijken en noem het maar op. Nu lukt dat niet meer. Ik merk soms pas laat op dat er iemand achter me rijd en kijk dan gauw of ik wel de juiste snelheid heb en niet veel te langzaam rijd. Want ook hierin geld, ik heb dus geen haast. Het zijn geen grote dingen en eigenlijk alleen maar goed, want ik focus me enorm op het rijden. Maar maakt ook dat ik niet verder wil rijden nog dan Krimpen. Niet alleen is het veel te vermoeiend, maar naar mijn idee ook nog te risicovol. 

Verder is er natuurlijk dat been. Dat been zeg ik steeds, omdat het niet voelt als mijn been. Het voelt niet meer vertrouwd en iets wat van mij is. Het been doet niet wat ik wil, sleept zich moeizaam voort en is meer een last dan onderdeel van mijn lijf. Het been waar een mega litteken op zit en dood aanvoelt. Er zit geen gevoel meer in, behalve een dood gevoel. Als je een keizersnede hebt gehad of zelf een groot litteken snap je dit gevoel wellicht. De zenuwen zijn volledig doorgesneden van boven tot beneden en dat geeft een dood gevoel. Ik kan het niet anders uitleggen. Eraan zitten mag eigenlijk niet, ik vind dat een rot gevoel. Het doet ook geen zeer, maar het is gewoon erg gevoelig. En doe ik teveel dan gaat het wel pijn doen, vooral onderaan het litteken, boven mijn knie. Alsof alle vocht zich daar ophoopt. Als ik niets doe en alleen maar zit komt die stijfheid en dat doet vervolgens ook weer zo’n pijn. Kortom het is gedoe dat been. Dat wordt minder zegt iedereen me. Kan overigens jaren duren, maar het zou minder kunnen worden. Nou daar wachten en hopen we dan maar op. En tot die tijd blijft een ieder er maar vanaf, inclusief ikzelf. Het zal vast weer uiteindelijk een beetje als een stukje van mij gaan voelen. 

Maar terug naar de rust, want daar ging dit natuurlijk over. Die mag blijven. De rust in mijn hoofd en lijf die wil ik wel houden. Laat ik dit stuk zo nu en dan maar terug lezen als dingen weer meer normaal worden. De woorden die ik nu zorgvuldig moet kiezen, me niet meer zo gek laten maken, want ik kan me toch niet goed uitdrukken, nadenken voordat je wat zegt, dat is fijn. Niet van alles eruit flappen, maar geduldig zijn in woorden. Maar ook de rust in mijn lijf. Willen rusten, willen slapen overdag, gewoon liggen en je daar niet schuldig over voelen. Dat is iets wat ik een heleboel mensen om me heen gun. De rust in het eten, wat is dat goed voor je. Voor je maag, voor je smaakbeleving en het moment met je gezin. De rust in de stappen die je zet, in het huishouden, in de tijd wanneer je weg moet. Alles in rust en sloomheid bijna. Heerlijk. Niets hoeft snel en alles gaat in mate. Het zal je verbazen hoeveel dingen nu werkelijk snel moeten. We denken vaak dat veel snel moet, dat we altijd maar vlug ergens moeten zijn, maar niets is minder waar. Zoë moet nog steeds op tijd op school en sport zijn, maar dit gaat nu zonder haast, zonder frustratie over de tijd en zonder de rush. Het huishouden gaat gewoon door, de boodschappen ook en afspraken die moeten net zo. Maar bij niets voel ik een druk om dit te moeten doen op een bepaalde tijd. Die druk ervaarde ik eerder zeker wel. Ik kan de dag laten zijn zoals die is, de rommel zoals die is of accepteren dat soms iets niet in huis is, omdat ik de boodschappen te laat heb gedaan. Idem over afspraken of invulling van dagen. Ik zie wel en heb geen enkele behoefte om dagen of afspraken vooruit te plannen. Misschien is het wel meer kunnen accepteren dat de dingen zijn zoals ze zijn. Loslaten ook wel genoemd. 

Dat loslaten heb ik natuurlijk in een paar weken tijd als een malle moeten leren. Want nergens, maar dan ook nergens had ik invloed op. De dag liep zoals de dag liep. Ik had echt geen controle over niets dan ook. Ik was te moe, te ziek, teveel bezig met herstellen. Me druk maken over dingen waar ik me gewoonlijk druk om kon maken lukte simpelweg niet. En dat heb ik echt lastig gevonden, maar in de loop van de weken raakte ik eraan gewend en kon ik het omhelzen.  Om dit vervolgens te omarmen en niet meer te willen wegdenken uit mijn leven. Die rust, wat heerlijk is dat. Het loslaten van de dag, hoe die loopt, invloed willen hebben op tijd en planning dat is compleet weg. Neem een middag als vandaag, ik ben met Zoë thuis en er speelt hier een vriendinnetje. Ik zit binnen lekker te typen en zij spelen buiten met vuilniszakken. Ze maken kleding met de vuilniszakken en ik kijk er eigenlijk niet naar op of om. De troep die ze maken, de stiften die overal verspreid liggen, het maakt me allemaal niet uit. Gewoonlijk zou ik een warme dag als vandaag invulling willen geven. Moet er geen zwembad op? Hebben ze het niet te warm? Willen ze niet wat leuks doen zoals naar een strandje? Vermaken ze zich wel? Moeten ik niet even tussendoor opruimen? Moet ik niet vast eten koken? Wat ziet het huis er ook uit, daar moet ik wat mee. En die was, die had echt gemoeten. Zomaar wat gedachten. En ik ben leeg, het maakt me niet uit. Ik ben heerlijk aan het typen, zij vermaken zich uitmuntend en er wordt heus wel gegeten vanavond. Kortom, komt wel goed. En dat denk ik steeds vaker. Komt wel goed. Loopt wel los. Wat is dat fijn. 

Dus laten we dit maar als goed eigenschap meenemen na deze ingreep. Dat lijkt me zinvol. Loslaten, vertrouwen hebben dat de dag loopt zoals die loopt, rust voelen en vooral niet meer die rush van het leven willen. Het leven gaat al veel te snel. Stilstaan, dat is wat telt. En niet pas als je met pensioen gaat, maar gewoon lekker nu al. Want als je stil staat kom je de mooiste dingen tegen. Zo is Zoë al uren bezig om van een vuilniszak kleding te maken. Zij en haar vriendin hebben de grootste lol en versieren de gemaakte kleding op zijn mooist. Ik kijk er vanaf een afstand na, bemoei me nergens mee en aanschouw de heerlijke kindermiddag die zij hebben. Wat een leven hebben ze, wat een ongedwongen sfeer hangt er thuis en wat fijn dat dit kan en mag. Wat moet dat heerlijk zijn om op terug te kijken. Stilstaan dus, rust nemen, loslaten. 

2 reacties