Koester je PTG

Ben je donateur van Olijf, dan is er een redelijke kans dat je lijdt aan PTG. Zeker als je ook nog eens actief bent als vrijwilliger, bijvoorbeeld bij Olijf, of bij stichting Lynch-Polyposis, of een van de Toon Hermans Huizen. ‘Wat?’, zul je roepen, ‘ik heb al kanker gehad, ook nog PTG, houdt het dan nooit op?’. Precies daarom. Trouwens, ook als je niet zelf kanker hebt gehad maar het ziekbed van je partner of kind hebt meegemaakt, is het goed mogelijk dat je met PTG te maken krijgt. En dat is een meevaller.

Kanker blijkt niet alleen angst, depressie en andere misère op te leveren, sommige zaken kunnen zich ook gunstig ontwikkelen. PTG, oftewel post-traumatische groei, is een positief verhaal. Mocht je traumatische gebeurtenissen zoals oorlog, natuurgeweld of ernstige ziekte overleven, dan kan het gebeuren dat je er ‘beter’ uitkomt dan je erin ging. In onderzoek naar PTG zijn de volgende groeipunten gesignaleerd: mensen voelden zich opener, empathischer, creatiever, gedrevener, zelfbewuster, volwassener, bescheidener en/of relativerender. Ze gingen gezonder leven, kregen andere prioriteiten, hadden minder belangstelling voor uiterlijkheden en meer aandacht voor kleine zaken en nieuwe mogelijkheden die voorheen niet gezien werden. Hun relaties werden betekenisvoller en de drijfveren om iets te betekenen in de wereld sterker.

Kortom, je merkt ineens dat je je  druk maakt om hele andere zaken dan voor je ziek werd, of je gaat je bovenmatig inzetten om ‘mensen te helpen’. Hiermee probeer je die onbegrijpelijke kankerervaring toch nog betekenis te geven. Ik heb er tegenwoordig behoorlijk veel last van, ik maak me bijvoorbeeld ongekend druk om het lijden van iedereen. Dit is nieuw voor me. Als aartsoptimist had ik namelijk een blinde vlek voor rampspoed, mijn aandacht ging automatisch naar wat goed ging. Dat laatste gebeurt gelukkig nog steeds, dat houdt de levenslust er een beetje in. Maar daarnaast is mijn aandacht voor narigheid toch behoorlijk groot geworden. Die aandacht zet ik om in verhalen waarmee ik onder andere probeer artsen en geneeskundestudenten meer inzicht te geven in wat het is om patiënt te zijn. Opdat zij betere dokters worden voor alle toekomstige patiënten. Het peuren in de krochten van mijn eigen lijden en dat van anderen is verre van leuk, ik word er soms verdrietig van, of neerslachtig. Toch levert deze nieuwe tak van sport mij ook veel op, ze is een mogelijkheid om te groeien op minder ontwikkelde vaardigheden. 

We zullen niet allemaal een Bibian Mentel of Maarten van der Weijden kunnen worden. Zij zijn niet alleen op sportief gebied fenomenale voorbeelden, ook hun inzet voor hun eigen stichtingen is bijzonder. De Mentelity Foundation “is er om mensen met een fysieke uitdaging te helpen kijken naar de mogelijkheden in plaats van de beperkingen” (https://mentelityfoundation.org). En Maarten hoopt met zijn stichting “het leven van voormalige, huidige en toekomstige kankerpatiënten te verbeteren” (https://www.11stedenzwemtocht.nl).

De meesten van ons doen het iets bescheidener, of in ieder geval met minder tamtam en meer op de achtergrond. En laten we eerlijk zijn, je inzetten voor een patiëntenvereniging is ook al geweldig. Dus koester je PTG, en doe er iets mee.

Column in Olijfblad nr. 2  maart 2020

4 reacties

Beste AnitaK,

Het is zo herkenbaar toen ik jouw artikel over PTG las. Nooit geweten dat ik daar aan "leed". Maar het klopt wel.  Mijn drang om andere te helpen met kanker had zijn hoogtepunt bereikt vlak na mijn behandelingen en ik weer redelijk op de been was. Ik dacht dat het kwam vanuit een dankbaarheid dat ik het ziekbed had overleefd. Ik stond immers met één been in het graf......

Dank je Anita voor het delen  van dit artikel.

Groeten,

Luna

Laatst bewerkt: 06/04/2020 - 10:30