Luisteren

“Luister naar je lichaam”, adviseert de oncoloog. Ik vroeg waar ik op moet letten. Als beginnende patiënt heb ik nog geen idee van wat me te wachten staat. Is het goed om te bewegen of kan ik het beter rustig aan doen? Hoe kort geleden is het nog maar dat ik fris en fruitig rondrende? Dat maakte de schok van de diagnose des te groter. Van de weeromstuit vroegen we de mening van andere oncologen. “We weten één ding zeker”, zeiden ze, “en dat is dat je eerder dood gaat als je in bed gaat liggen.” Oké, liggen is duidelijk niet aanbevolen, maar wat kan ik dan nog wel?

Luisteren naar mijn lichaam dus, dat doe ik dan maar. Ik luister ’s ochtends als ik wakker word en m’n lichaam niet aan de praat krijg. Ik slaap veel die eerste maanden, haal met gemak 10 uur. Opstaan gaat heel moeizaam, mijn lijf roept: ik wil helemaal niks, mag ik alsjeblieft blijven liggen? Maar de hond moet naar buiten en ik merk dat hoe steviger ik loop, hoe sneller ik me weer fris voel.

Ik luister ook als ik lig te herstellen van de buikoperatie en mijn lichaam alles wel best vindt. Van de narcose en vooral morfine ben ik nogal passief geworden, ik begin te begrijpen waarom patiënten soms nergens voor te porren zijn. Mijn lijf vraagt lusteloos: waarom opstaan, waarom überhaupt bewegen? Maar ik heb ook vreselijk veel zin in een mango-komkommer-kokos-salade en ik merk hoe fijn het is om wel iets te doen.

Ik luister als de klachten weer toenemen en ik het zitten niet kan volhouden. Mijn lijf zucht vermoeid: mag ik alsjeblieft gaan liggen? Maar de kaas is op, ik ga eerst nog met de fiets naar de winkel, en ik merk dat het gevoel van uitputting langzaam wegtrekt.

En ik luister als ik me door de chemo beroerd en ellendig voel en zoveel pijn in mijn benen heb dat ik nauwelijks kan staan. Mijn lijf schreeuwt: mag ik in een hoekje kruipen en me niet verroeren tot alles voorbij is? Maar ik wil ook frisse lucht en ga eerst een stukje wandelen. Ik merk dat lopen best gaat, al beweeg ik een beetje vreemd, de zuurstof doet mij goed, en als vanzelf wordt de wandeling langer.

Luisteren naar je lichaam, ik wist niet dat het zo moeilijk was. Toen ik nog gezond was, ging het vanzelf, maar een ziek lijf geeft hele andere signalen. Dat wil niks meer, geen poeha en geen beweging. Ondertussen voel ik me een stuk beter als ik wel beweeg en van alles doe. Vooral níet luisteren naar mijn lichaam dus. In ieder geval niet te veel.

“Maar je kunt ook gaan wàndelen”, roept de oncologisch verpleegkundige door de telefoon, “je hoeft niet meteen te gaan rennen”. Ze belt om te horen hoe de eerste chemo is verlopen. “Wandelen doe ik elke dag al”, zeg ik. Ik voel me goed, beter dan voor de chemo, en mijn lijf juicht: ik wil naar buiten en hardlopen! Ik besluit te luisteren naar mijn lichaam en merk hoe fijn het is om te rennen. Dit keer klopte het signaal.


gepubliceerd in Arts en Auto, maart 2016

1 reactie

Heel erg herkenbaar. Als ik in de chemo-weken naar mijn lichaam zou luisteren zou ik 7 dagen in bed liggen en me steeds slechter gaan voelen. Juist het dwars tegen die wens in gaan doet mijn lichaam goed. De cliché's kloppen in dit geval niet, het zou goed zijn als daar meer verfijning in de adviezen was, vanuit het ziekenhuis, vind ik. Ook over voeding overigens.
Laatst bewerkt: 05/07/2017 - 19:14