Prettig moe

Over batterijen en zo.

“En ben je dan fysiek of mentaal moe?” vraagt de fysiotherapeut als ik vertel dat ik ’s avonds wel moe kan zijn. Ik knipper even met mijn ogen. Hier moet ik over nadenken. Zou het zo simpel zijn? Sinds ik ziek ben, kampt mijn batterij namelijk met de nodige problemen, minder vermogen, flinke haperingen hier en daar, dat soort dingen. Ondanks dat kom ik mijn dag doorgaans prima door. Moe is het vaak niet eens te noemen, ik kan gewoon minder.

Ik heb van alles gevoeld de afgelopen twee jaar, energie die er wel of niet is, een volledig platgeslagen stress-systeem waardoor het nog te veel is om over een lekkende kraan na te denken, laat staan de loodgieter te bellen. ’s Avonds sta ik sowieso op de energiezuinige stand, dan is zitten moeilijk, lezen moeilijk en sociale interactie al helemaal niet te doen. Ik probeer het doorgaans vol te houden tot half tien, maar dan is er echt maar één ding waar ik aan kan denken: BED, heerlijk zacht bed. ’s Ochtends ben ik vroeg wakker en voel ik me meestal uitgerust. Wat een geluk dat ik een ochtendmens ben, denk ik soms. Ik ga graag naar bed en ik sta graag op, zo heb ik al twee mooie momenten op een dag gescoord.

“Het helpt als je tussendoor even gaat rusten”, adviseert de oncologisch verpleegkundige. Dat is geen eenvoudig advies voor mij. Ik lig niet graag zomaar op bed. De loungebank buiten biedt uitkomst, hierop liggen blijkt een plezierige gebeurtenis. En inderdaad, daarna kan ik weer wat meer.
Van de chemotherapie knap ik enorm op, mijn batterij lijkt wel vernieuwd. “Valt je iets op?” hijg ik terwijl ik energiek op en neer spring met m’n armen in de lucht. “Dat je gek doet?”, vraagt mijn partner. “Ja, precies, heb je gezien hoe laat het is?” Het is half elf ’s avonds en ik ben nog fris en fit. Ongelooflijk, wat een raar gevoel. Kan ik al naar bed? Slaap ik dan wel als ik nog zo wakker ben? Ik ben een beetje van slag.

De weken van bestraling introduceren een nieuwe dimensie van het begrip ‘moe’. Fysiek, mentaal, emotioneel? Alles. De Dementor van Harry Potter heeft mijn huis gevonden. Mijn dagen bestaan hoofdzakelijk uit tochtjes naar de bestralingskliniek en het leggen van kunstpuzzels. Schilderijen van Miró en Kandinsky zorgen zo voor een ongedachte portie mindfulness.

Hoe vertaal je zo’n haperende Duracell naar mentale of fysieke vermoeidheid? Moeheid bij kanker, het is de meest gerapporteerde klacht. “Very distressing”, lees ik op de website van de American Cancer Society. Ziekte en behandelingen vragen veel van het lichaam, dan blijft er minder over voor andere dingen. Voor mij geen punt, dan doe ik toch minder, niet iedereen hoeft een marathon te lopen. Ook merk ik dat het gevóel van vermoeidheid tot op zekere hoogte te beïnvloeden is door iets te gaan doen, heel eenvoudige dingen. Ik ben duidelijk liever moe van iets dan van niets.

Langzaam lijkt de accu zich toch weer op te laden, het duurt gewoon een beetje lang. Als vanzelf worden mijn dagen voller en mijn inspanningen groter. En af en toe ben ik ’s avonds moe, prettig is dat, gewoon moe omdat ik een gevulde dag heb gehad. Fysiek én mentaal, simpel eigenlijk.

Uit: 'Over Leven, bespiegelingen van een kankerpatiënt'. 25 columns over ziek zijn, met een voorwoord van Annette Heffels.
Voor meer informatie: mail hetachterboek@xs4all.nl
Kijk voor reacties en meer informatie op https://www.facebook.com/AchterBoek/