Glioom graad 3
Deze informatie is gecontroleerd door deskundigen.
Naar colofonEen glioom is een hersentumor. Een glioom graad 3 groeit snel. Het is niet te genezen. Er zijn verschillende soorten glioom graad 3.
Lees op deze pagina over:
En over meer informatie en lotgenotencontact.
Oligodendroglioom graad 3
Een oligodendroglioom graad 3 is een hersentumor. Meestal ontstaat een oligodendroglioom in de frontale kwab van de grote hersenen. Heel soms in het ruggenmerg. De tumor groeit door in het hersenweefsel, maar zaait bijna nooit uit.
Een oligodendroglioom graad 3 is een hooggradig glioom. Hooggradig betekent dat de tumor snel groeit.
Een andere term is anaplastisch oligodendroglioom. Anaplastisch betekent dat de tumorcellen sterk afwijken van gezonde hersencellen.
Een oligodendroglioom komt weinig voor.
Van een oligodendroglioom graad 3 kun je (nog) niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor langzaam weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en klachten te verminderen.
Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals:
- de grootte en plek van de tumor in de hersenen
- je leeftijd
- de kenmerken van het DNA van de tumor
- hoe gezond je verder bent
- hoe goed de tumor reageert op de behandeling
Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor.
Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.
De eerste symptomen zijn meestal epileptische aanvallen. Andere klachten zijn:
- hoofdpijn
- misselijkheid, soms met overgeven
- sufheid
- uitvalsverschijnselen, zoals krachtsverlies, moeite met praten, minder goed zien, minder goed kunnen onthouden en moeite met concentreren
- gedragsveranderingen
De behandeling van een oligodendroglioom graad 3 heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen.
De arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. Behandelen is niet altijd direct nodig. De arts bespreekt met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.
Operatie
Bij een operatie haalt de arts zoveel mogelijk weg van de tumor. Doel: minder klachten hebben. Die operatie heet een craniotomie. Lees meer over een craniotomie.
De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Na behandeling groeit de tumor weer terug.
Nabehandeling
Na de operatie kun je nog een behandeling krijgen om de groei van de tumor te remmen.
Mogelijke behandelingen zijn:
- bestraling
- chemotherapie
- bestraling en daarna chemotherapie
- chemoradiatie: bestraling en in dezelfde periode ook chemotherapie
Welke behandeling de arts voorstelt, hangt af van je conditie en leeftijd.
Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.
Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.
Mogelijke behandelingen zijn:
- opnieuw chemotherapie
- opnieuw een operatie
- opnieuw bestraling
Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is.
Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling, of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial.
Bekijk de trials voor glioom.
Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten.
Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?
Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn.
Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.
Astrocytoom graad 3
Een astrocytoom graad 3 is een hersentumor. Het is een soort glioom. Het kan overal in de hersenen ontstaan. De tumor groeit door in het hersenweefsel, maar zaait niet uit.
Een astrocytoom graad 3 is een hooggradig glioom. Hooggradig betekent dat de tumor snel groeit.
Een andere term is anaplastisch oligodendroglioom. Anaplastisch betekent dat de tumorcellen sterk afwijken van gezonde hersencellen.
Van een astrocytoom graad 3 kun je (nog) niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en je klachten te verminderen.
Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals:
- de grootte en plek van de tumor in de hersenen
- je leeftijd
- de kenmerken van het DNA van de tumor
- hoe gezond je verder bent
- hoe goed de tumor reageert op de behandeling
Sommige mensen kunnen nog jaren leven met deze tumor.
Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.
Mensen met een astrocytoom graad 3 hebben meestal dit soort klachten:
- hoofdpijn
- misselijkheid, soms met overgeven
- sufheid
Andere klachten hangen af van de precieze plek van de tumor in de hersenen. Het kan gaan om:
- epileptische aanvallen
- verlamming of zwakke spieren aan één kant van je lichaam
- moeite met praten
- uitval van een helft van het gezichtsveld: dit betekent dat je nog maar één kant van je omgeving ziet
- problemen met denken en met je geheugen
- veranderingen in gedrag
- doof gevoel en zwakte in een of meer lichaamsdelen
De behandeling van een astrocytoom graad 3 heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen.
Je arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. De arts bespreekt daarna met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.
Operatie
Een operatie vaak de eerste keus. Die operatie heet een craniotomie. De arts haalt dan zoveel mogelijk van de tumor weg. Doel: minder klachten hebben. Lees meer over craniotomie.
De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Er blijven dus nog tumorcellen achter. Daarom is meestal nog een nabehandeling nodig na de operatie.
Nabehandeling
Bij een graad 3 astrocytoom adviseert de arts meestal een nabehandeling om de groei van de tumor te remmen.
Mogelijke behandelingen zijn:
- bestraling
- chemotherapie
- bestraling en daarna chemotherapie
- chemoradiatie: bestraling en in dezelfde periode ook chemotherapie
Welke behandeling de arts voorstelt, hangt af van je conditie en leeftijd.
Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.
Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.
Mogelijke behandelingen zijn:
- opnieuw chemotherapie
- opnieuw een operatie
- opnieuw bestraling
Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is.
Soms kun je een behandeling krijgen waar artsen nog onderzoek naar doen. Bijvoorbeeld een nieuwe behandeling, of een nieuwe combinatie van behandelingen. Dit heet een trial. Vraag je arts naar de mogelijkheden.
Bekijk de trials voor glioom.
Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten.
Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?
Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn.
Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.
Pleomorf xanthoastrocytoom (PXA) graad 3
Een pleomorf xanthoastrocytoom (PXA) is een hersentumor die langzaam groeit. De tumor ontstaat meestal in de temporale kwab. Deze kwab ligt aan de zijkant van de hersenen. Dit deel van je hersenen is belangrijk voor taal en je geheugen.
Een pleomorf xanthoastrocytoom is heel zeldzaam.
Van een pleomorf xanthoastrocytoom kun je (nog) niet genezen. De chirurg kan de tumor bijna nooit helemaal weghalen. Na behandeling groeit de tumor weer terug. Je kunt wel behandelingen krijgen om de groei van de tumor te remmen en je klachten te verminderen.
Je vooruitzichten hangen af van factoren zoals:
- de grootte en plek van de tumor in de hersenen
- je leeftijd
- hoe gezond je verder bent
- hoe goed de tumor reageert op de behandeling
Sommige mensen kunnen lang leven met deze tumor.
Je arts kan je meer informatie geven over je vooruitzichten.
Mensen met een pleomorf xanthoastrocytoom hebben meestal dit soort klachten:
- hoofdpijn
- misselijkheid, soms met overgeven
- sufheid
- taalproblemen
- problemen met geheugen en concentratie
Epileptische aanvallen kunnen ook voorkomen.
De behandeling van een pleomorf xanthoastrocytoom graad 3 heeft als doel: de groei van de tumor remmen en daardoor klachten voorkomen of verminderen.
Je arts overlegt met andere specialisten over je behandeling. De arts bespreekt daarna met je wat in jouw situatie de beste behandeling is.
Operatie
Bij een operatie haalt de arts zoveel mogelijk weg van de tumor. Doel: minder klachten hebben. Die operatie heet een craniotomie. Lees meer over craniotomie.
De chirurg kan bijna nooit de hele tumor verwijderen. Dat komt omdat de tumor vaak door het gezonde hersenweefsel heen groeit. Er blijven dus nog tumorcellen achter. Daarom is meestal nog een nabehandeling nodig na de operatie.
Nabehandeling
Bij een pleomorf xanthoastrocytoom graad 3 adviseert de arts meestal een nabehandeling om de groei van de tumor te remmen.
Mogelijke behandelingen zijn:
- bestraling
- chemotherapie
- bestraling en daarna chemotherapie
- chemoradiatie: bestraling en in dezelfde periode ook chemotherapie
Welke behandeling de arts voorstelt, hangt af van je conditie en leeftijd.
Na behandeling kom je op controle in het ziekenhuis. Tijdens de controles vraagt de arts naar je klachten. Je krijgt regelmatig een MRI-scan. Daarop is te zien of de tumor weer groeit.
Als de tumor weer gaat groeien, kun je vaak opnieuw behandeld worden. Welke behandeling je krijgt, hangt af van welke behandelingen je hebt gehad.
Mogelijke behandelingen zijn:
- opnieuw chemotherapie
- opnieuw een operatie
- opnieuw bestraling
Samen met je arts besluit je wat in jouw situatie de beste keuze is.
Is er geen behandeling meer mogelijk om de groei van de tumor af te remmen? Of wil je geen behandeling meer? Dan krijg je zorg die erop gericht is om je klachten te verlichten.
Lees verder op de pagina: uitbehandeld, wat nu?
Een hersentumor kan veel invloed hebben op je leven. De ziekte kan bijvoorbeeld gevolgen hebben voor bewegen, je lichamelijke conditie, denken, emoties en gedrag. Ook kun je beperkt worden in alledaagse activiteiten, je werk of in relaties met anderen. Ook voor je dierbaren kan het zwaar zijn.
Er zijn verschillende zorgverleners die jou en je naasten extra kunnen begeleiden. Samen met je neuro-oncologieverpleegkundige kun je bespreken welke begeleiding het beste bij je past.
Voor meer informatie en contact met lotgenoten: hersentumor contactgroep van patiëntenvereniging Hersenletsel.nl.
Lotgenoten kun je ook vinden via de gespreksgroep hersentumoren op kanker.nl of de lotgenotenzoeker.
Misschien organiseert jouw ziekenhuis ook bijeenkomsten voor mensen met een hersentumor of hun naasten. De neuroloog of neuro-oncologieverpleegkundige kan je hier meer over vertellen.