Zwarte Piet

Zwarte Piet??? "Oh nee he!" zie ik jullie nu al schrikken! Niet die Zwarte Pieten-discussie hier! En wat heeft dat bovendien met kanker te maken?

Nou niks. Maar het is lekker mijn blog.
Een goede plek om jullie eens mee te nemen naar mijn jeugd zo'n 50 jaar geleden in een klein dorpje uit de Achterhoek genaamd Lichtenvoorde.

Lichtenvoorde was in die tijd een klein overwegend Rooms Katholiek dorp, met een dito ziekenhuis, een grote Rooms-Katholieke kerk, met een klein Nederlands Hervormd kerkje en een nog kleinere Gereformeerd kerk (nieuwbouw jaren 60...yuck).

En 50 jaar geleden was alles nog vreselijk verzuild allemaal en had je bovendien nog de rangen en standen. Je had de adel (een Baron of verdwaalde Jonkheer), vervolgens de notabelen: Burgemeester en Wethouders, maar ook de huisarts, de notaris, het schoolhoofd van de lagere school. Dan de middenstand, gevolgd door de bulk de arbeiders en boeren. De arbeiders werkten voornamelijk bij de plaatselijke leerverwerker Herwalt als leerbewerker of schoenmaker.

In dat geheel groeiden mijn drie jaar oudere zus en ik op in een gezin met een vader die 's ochtends om 06:00 uur de deur achter zich dicht trok om naar zijn werk in Zutphen te gaan en dan 's avonds om 20:00 uur weer thuis kwam, snel wat at en dan ging studeren want hij wilde graag promotie maken. En een moeder die het huishouden deed. Zoals uit de werktijden van mijn vader moge blijken vielen wij onder de categorie arbeiders. Daarnaast waren wij "van huis uit" Nederlands Hervormd. Althans tot ik van de zondagschool getrapt werd.

Ik ging dan ook naar de Christelijke basisschool (het was of die, of de Katholieke en die was verder weg), de F.E. van Veldenschool. Toen ik bijna vier was (vroege leerling) kwam ik daar terecht.

Tot dat moment bestond er voor mij geen enkele reden om te twijfelen aan het bestaan van de goedheiligman met zijn Zwarte Pieten. Hij bedacht ons elk jaar weliswaar niet met de via het verlanglijstje verzochtte racebaan, of modelspoorbaan, of Sillyputty, of een Slinky, maar het was toch altijd weer een fijn feest, de bij de schoorsteen zeer geschreeuwzongen keel meer dan waard.

Op de lagere school kwam daar opeens een eind aan. Van het ene moment op het andere. Dat kwam door de Katholieke schoolkinderen die ook bij ons op school zaten omdat de Katholieke school verder weg was. De ouders van die kinderen hadden hun kroost namelijk opgevoed tot een soort van Katholieke missionarissen, want een Christelijke basisschool is uit oogpunt van gemak tot daar aan toe, maar geen rare fratsen. Dat betekende ook dat deze ouders het hele Sinterklaasfeest al vanaf de bevalling jaar in jaar uit uit hun kroost hadden geranseld. Het was immers geen door de kerk erkende "echte" heilige. Het was een heidens feest voor de protestantse bokken en die gingen daarvoor allemaal naar de hel.

Als goed opgevoede mini-missionarisjes gingen deze 3 en 4-jarigen aan de slag om zilverpapier in te zamelen voor de arme kindertjes in Afrika (geen idee wat die daarmee moesten) en tegelijkertijd het bestaan van Sinterklaas en een zwarte Piet te ontkennen. Iets wat ik als toch wel een persoonlijke correspondentievriend van de Sint (wij wisselden wederwaardigheden uit via een ingewikkeld communicatiesysteem dat werkte met mijn schoen, een wortel en een handgeschreven briefje mijnerzijds, en zijnerzijds met een een chocolade muis of kikker en een door zijn knecht opgesteld epistel in bar slecht Nederlands waaruit de authenticiteit bleek) hoog opnam! Mijn geloof was genoeg voor deze mini-jihadistjes om een heilige oorlog te beginnen in een poging om op geheel fundamentalistische wijze mij de Sint te doen afzweren en tot het ware geloof te bekeren. Er ging geen dag voorbij zonder door een hele groep in elkaar geslagen te worden.'s ochtends op weg naar school, tussen de middag en na schooltijd werd ik opgewacht. Ook voor hen was opgeven kennelijk geen optie.
Ik was 8 toen wij eindelijk verhuisden naar de grote stad Zutphen. Wat een verademing! En toen dat begon te benauwen op mijn 16e trok ik met de Marine de wijde wereld in tot aan mijn studie op mijn 23e in Rotterdam. Een wereld die gelukkig veel groter bleek te zijn dan dat kleine Lichtenvoorde. Dacht ik althans.

Want nu vandaag de dag zijn er ook weer mensen die van alles roepen over wel of juist geen zwarte Piet; over gekleurde Pieten of over cultureel erfgoed dat beschermd moet worden, over dat Zwarte Piet racisme is, of dat het slechts roet van de schoorsteen is, die met VN-resoluties komen tegen, en anderen juist met Piettities voor Zwarte Piet. Op je 53e blijkt heel Nederland opeens veranderd in een groot fundamentalistisch Lichtenvoorde waarin twee groepen pro en contra zwarte Piet tegenover elkaar staan, klaar om de ander desnoods met geweld te overtuigen.

De plaats van de Katholieken van toen is overgenomen door een groep zwarte-Pieten-haters. Mijn plek van toen is ingenomen door de groep die bereid is het bestaan van Sint en Piet desnoods met geweld te verdedigen. Net als ik toen. Vijftig jaar geleden. Maar ik was drie.

We hoeven niet meer bang te zijn voor fundamentalisten die elke vorm van vooruitgang tegenhouden. Die zijn er al lang. Dat zijn we namelijk zelf.

Jammer! denk ik dan. Misschien hadden we in die achterliggende 50 jaar een klein stapje voorwaarts kunnen doen. Dat zou mooi zijn geweest. In plaats daarvan is heel Nederland achteruit gestapt en gekrompen en een Lichtenvoorde geworden en hangt er een hardnekkige spruitjeslucht over het land. Jammer!