Apart
“U spreekt met .. van de firma ..-medicinale olie, schikt het u?” hoor ik in onvervalst Amsterdams.
“Ik heb alle tijd” is mijn standaard-antwoord sinds ik weet dat ik ongeneeslijk ziek ben. Het flitste door me heen ‘hoe weet hij dat ik ziek ben?’.
“Hebt u ooit gehoord van medicinale olie gemaakt van cannabis?”
“Ja”.
“U kunt nu beleggen in de planten die daarvoor gebruikt worden. Dat heeft een mooi rendement op de korte termijn van zeg 1, 2 jaar. Mag ik u daar informatie over toesturen?
“Nee”.
“Mag ik vragen waarom niet?”
“Ja. Ik ben ongeneeslijk ziek.”
“O, hebt u dan al eens medicinale cannabisolie geprobeerd? Ja, ik weet natuurlijk niet wat u heeft maar verschillende mensen in mijn omgeving die ook kanker hadden, hebben er veel baat bij gehad.”
“Zullen we het gesprek maar beëindigen?”, zeg ik.
“Ja, ik wens u nog een fijne dag.”