Help ! Kanker in onze relatie. Wat nu ?

Je lieve patiënt heeft kanker en daarmee ziet jullie relatie er plots heel anders uit. Want ook jouw leven als partner staat van de ene dag op de andere op zijn kop. Alles is anders. De zorgeloosheid en de zekerheden van vroeger komen nooit meer terug. Het is precies zoals The Beatles dat in hun tophit ´Help´ zingen: 'And now my life has changed in oh so many ways. Won`t you please, please help me.

De vraag 'Hoe ga je - samen - met al die veranderingen in de kankerperiode om?' is de afgelopen twee jaar uitvoerig aan bod gekomen tijdens bijeenkomsten die ik heb georganiseerd in nauwe samenwerking met IPSO-centra voor leven met en na kanker*) en met Toon Hermans Huizen.

Mijn conclusie uit al die avonden: er bestaat helaas niet één alomvattende oplossing, één gouden tip, één alom bruikbaar advies of één kant-en-klaar recept.

Gelukkig zijn er wel tal van do’s en don’ts, die steeds in die gesprekken terugkwamen. Om het overzichtelijk te houden hieronder een lijstje met twaalf topics waar je als partner (én patiënt) rekening mee zou moeten houden. Dingen die je beter wel of beter niet kunt doen. En voor wie twaalf adviezen nog niet genoeg is: in mijn boek Man op de mammapoli staan er nog veel meer.

Twaalf do's en don'ts

1.      Als partner sta je niet hulpeloos langs de zijlijn, in tegendeel: je staat ìn het veld, je bent medespeler, en tegelijk ook coach, trainer en verzorger. Kom dus in actie !

2.      Partners doen zich vaak sterker voor dan ze zijn. Ook je patiënt houdt zich vaak groot. Wees eerlijk over je twijfels en je angsten als jullie samen vooruit kijken. Durf ook verdrietige dingen aan te roeren (de dood, een kinderwens). Spaar elkaar niet. Bedenk: het verdriet zit er toch al – bij jullie allebei - en ontstaat heus niet omdat jij erover begint

3.      Voorkom dat je later, als het te laat is, tot de conclusie komt: ‘Oh, had ik toen maar ….’

De patiënt beslist

4.      Als partner kun je wel van alles willen en van alles organiseren, maar besef: uiteindelijk bepaalt en beslist jouw lieve patiënt het tempo, de tijd, de duur en of het überhaupt wel schikt

5.      Ook al hèb je kanker samen, soms wil jouw patiënt alleen zijn; en even niet over alle narigheid praten en ook even geen bezoek hebben als afleiding

Jòuw manier is niet automatisch hààr manier

6.      Partners krijgen er in de kankerperiode talrijke taken en taakjes bij. Dat moet je maar zien te 'handelen'. Je krijgt er veel dankbaarheid voor terug. En reageert ze soms wat knorrig, realiseer je dan dat het voor haar heel lastig is om alles te moeten loslaten en ongewild moet accepteren hoe jij het huishouden doet. Jouw manier is niet automatisch haar manier

7.      Niet alle ruzietjes, aanvaringen, gedonder of onenigheid zijn het gevolg van kanker. Iedere relatie kent momenten dat het wringt. Hoe was het tussen jullie vóór de kanker?  

Verwijderen of dichter bij elkaar

8.      Kanker kan partners van elkaar doen verwijderen, maar ook dichter bij elkaar brengen dan ooit te voren. Je komt samen in een situatie terecht die onbekend is. Met de kans dat je elkaar straks misschien moet missen. Demk aan de onverwachte krachten, het doorzettingsvermogen en de realiteitszin - of het optimisme - van je patiënt. Als jullie onder die soms heftige en intense omstandigheden nog beter inzien hoeveel jullie eigenlijk van elkaar houden, versterkt dat de relatie absoluut

9.      Ieder van jullie ondergaat de kankerperiode op zijn/haar eigen manier. De fases van verwerking kunnen verschillen, net als de moties. De patiënt heeft pijn, is misselijk en hondsmoe; terwijl de partner boos is, gefrustreerd, eenzaam en bang voor de toekomst. Of de een zit net in een diep dal, terwijl de ander juist hoopvol naar de toekomst kijkt

Zeg niet zomaar: Wat zie je er goed uit !

10. Complimentjes als ‘Wat zie je er goed uit…!!’ zijn wellicht goed bedoeld, maar o zo gevaarlijk, want zeggen alleen iets over de buitenkant. Check dat dus via een vervolgvraag: ‘… maar voel je je ook zo?’

11. Vrijen? Bedenk dan: van buiten ziet ze er goed uit, maar van binnen is veel veranderd: schaamte of het gevoel niet mooi meer te zijn. Forceer niet, forceer nooit!  Praat er eerlijk en open over, ook al is dat in het begin misschien eng. Kanker betekent: minder seks en meer knuffelen. Die periode duurt langer dan je denkt.

12. En als laatste tip: contact met lotgenoten helpt. Je moet er misschien even over heen om een Toon HermansHuis of een ander IPSO Centrum voor leven met en na kanker*) binnen te stappen. Eenmaal over de drempel voel je meteen: hier kan ik mijn verhaal kwijt en vind ik een luisterend oor. Zonder uitleg, omweg of excuus.


*) Vroeger ook wel ‘Inloophuizen’ genoemd.

3 reacties

Dank voor je compliment, Bianca. Temidden van alle aandacht voor de kankerpatiënt wordt de aandacht voor zijn/haar  relatie en voor de partner nog wel eens vergeten, vind ik.  Met mijn eigen ervaring als achtergrond probeer ik daar verandering in te brengen.  Vaak via (kleine) groepsgesprekken in Inloophuizen (tegenwoordig Centra voor leven met en na kanker geheten)of op bijeenkomsten, zoals binnenkort het Borstkankersymposium op 16 maart in Doorn.

Laatst bewerkt: 02/03/2024 - 13:30