Emilya, deel 2

Mijn gevoel nr. 11 

Emilya en ik lezen graag boekjes, apart en ook samen. Zo vaak mogelijk lezen we een boekje voor het slapen gaan. Ik lees een verhaaltje voor, dat zij daarna voorleest aan mij of ik stel inhoudelijke vragen. Ik vind het de perfecte manier om moeilijke onderwerpen aan te kaarten en zware thema’s op kinderniveau te bespreken. Zoals jullie ondertussen weten, bespraken we al wat het betekent om ernstig ziek te zijn door een heel zieke boom erbij te betrekken (gevoel nr. 10). Op school las de zorgjuf een verhaaltje voor met als titel ‘Chemo-Kasper’, een boek waarbij Kasper een jacht begint op zijn slechte cellen en de chemo helpt hem die cellen te verslaan. De juf ontweek, uit respect voor mijn wensen, ook het woordje ‘kanker’, want zo ver waren wij nog niet.

Tot nu toe koos ik er namelijk bewust voor om mijn afgelopen ziekteperiode niet te linken aan kanker en daar had ik zo mijn redenen voor. Echter, merkte ik op dat de laatste tijd Emilya nood had aan meer uitleg en hoorde ik het woord ‘kanker’ een enkele keer vallen. Ik stelde het onvermijdelijke moment steeds uit totdat het niet meer kon. Ik schakelde weer een boek in als hulp, deze keer was het ‘Lucas en de ziekte die kanker heet’. Kanker kwam al in de titel voor dus leende ik het boek uit zonder er verder over na te denken. Emilya vond het boek tijdens onze vakantie, niet moeilijk aangezien het het enige boek was dat ik had meegenomen. Ze vroeg onmiddellijk of ik het wilde voorlezen.

We gingen op een rustig plekje zitten, ik verzamelde alle moed bijeen en las het verhaaltje voor en zag haar met grote ogen en vol verwondering luisteren. Midden in het verhaal zei ze in eens: ‘Maar goed dat jij nooit kanker hebt gehad!’ Ik moest diep in en uit ademen en voelde mijn hart verkrampen. Ik keek haar met pijn in de ogen aan en las daarna verder. Af en toe stelde ze heel geïnteresseerde vragen om alles goed te begrijpen. Ik zag dat het boek een succes was en achteraf zei ze: ‘Dit is echt een mooi boek mama, ik wil het vaker lezen.’ 

Vervolgens dacht ik na hoe ik moest vertellen dat haar mama wél kanker heeft gehad en zelfs twee keer. Ik vroeg aan Emilya wie van haar klas kanker had, ze zei: ‘Evy de mama van een klasgenootje, maar zij was niet kaal zoals in het verhaal.’ Dus ik legde uit dat je niet altijd je haren verliest als je deze ziekte krijgt, sommigen worden kaal, anderen verliezen een beetje haar en soms gebeurt er niets. Vervolgens legde ik uit dat ik ook kanker heb gehad, vorig jaar toen ik héél ziek was. Die periode was ze zeker nog niet vergeten. Ze keek me verbaasd aan en kuste mijn haar en zei: ‘Maar goed dat jij je mooie haren niet kwijt was.’ Ik moest hard lachen, want dat was net het minste van mijn zorgen.

Het gaf me een fijn gevoel dat ik alles in de verleden tijd kon vertellen, dat maakte het nieuws iets minder zwaar en we gingen snel over naar iets anders. Oef, nu kan ik het woord eindelijk wel gebruiken maar wel op een vluchtige manier. Ik doe alles stap per stap en bij mijn dochters doe ik het met babystapjes, want ze blijven voor altijd mijn baby’s. Later als ze oud en wijs genoeg zijn, kunnen ze mijn schrijfsels zelf lezen en alles in detail te weten komen.

Maar voor nu is dit genoeg. Emilya, wat ben je toch superflink.

Serap Can – geschreven op 26 juli 2023.

Voor meer blogs, surf naar: www.eenkijkinmijnhart.com of vind mij op instagram: eeenkijkinmijnhart