Hoe het begon

Met onze Stabij Molly naar de Vlietlanden

Op 2 maart moet mijn man Gideon voor een darmonderzoek naar Voorschoten. Uit het bevolkingsonderzoek was gebleken dat er bloed bij zijn ontlasting zat. Gideon is een fitte, sportieve 75 jarige man, hartstikke gezond, geen klachten. Hij had die week nog hard gelopen! Bij slechts 4-5% van de mensen die dit onderzoek ondergaan wordt iets gevonden. Dus we gingen onbevangen op weg; er zal toch heus niets zijn. Ik breng hem er naartoe, want hij wil wel een roesje, en als hij het onderzoek krijgt ga ik ondertussen onze Stabij Molly even laten rennen in de Vlietlanden. Het zou 1,5 tot 2 uur duren, dus tijd genoeg. 

Na een uurtje, ik was op het verste punt vanaf de auto, ging mijn telefoon; of ik in de buurt was? Het onderzoek was klaar en ik kon Gideon komen halen.* Wat blijven zulke details helder in mijn overigens niet al te beste geheugen! Ik zie me nog terugrennen met Molly naar de auto. Ze hadden niets gezegd, maar eigenlijk wist ik al dat ons leven op zijn kop zou komen te staan.

Terug in de kliniek nam de arts te tijd om het ons te laten zien en uit te leggen. Ze had twee plekken in de darm gevonden die niet goed waren. En, zei ze, ik kan jullie laten wachten tot volgende week de uitslag van het weefselonderzoek er is, maar ik doe dit al twintig jaar en dit is darmkanker. Gideon werd meteen aangemeld bij het LUMC. Er werd goed de tijd voor ons genomen en iedereen was super aardig en zorgvuldig. 

Van gezonde pensionado's met vakantieplannen waren we opeens op een andere planeet. Andere vooruitzichten, andere prioriteiten. Op een terras in Leiden laten we het nieuws tot ons doordringen.

(* Dat het onderzoek zo vlot klaar was kwam waarschijnlijk ook doordat het zonder roesje werd uitgevoerd. Inmiddels is het onderzoek al zo veel vriendelijker dan tien jaar geleden, dat het volgens de arts niet meer nodig was.)