Afscheid

Lees hem me later maar eens voor.

Voor het eerst zijn we hier zo lang. En nu hebben we alle tijd. Ja, we zijn nu beiden pensionado's. En wat is het leuk om hier dan ook gasten te ontvangen. De volgende gasten zijn twee zussen. Over nog ruim twee weken arriveren ze uit Nederland. We hebben daarvoor nog zo veel te doen. Altijd veel werk aan zo'n oud Andalusisch huisje. Maar het gaat relaxed. 's Ochtends werken, tot de siësta begint. En dan ben ik op. Nee, de middag doorwerken is er niet meer bij. Vandaag is het plan om weer maximaal twee cementmolentjes specie te verwerken. Een wand van de patio ben ik aan het opknappen, stuccen met cement.

Maar eerst ontbijten. En daar nemen we de tijd voor. De poort staat al open, zicht op de uitbundig bloeiende, rozerode rozen van buurvrouw Dolores. Een kleine gekko is al vroeg op jacht naar kleine lekkere beestjes. Hij maakt zachte geluidjes en lijkt tevreden. De zon klimt al snel boven het muurtje uit en verwarmt precies het plekje waar we zitten. Het kwik stijgt langzaam. Eerste opvlieger. Dat dan weer wel. Het is altijd gezellig om samen buiten te onbijten. Mijn crackertjes met zuivelspread en komkommer. De thermometer geeft pas 15 aan, maar die hangt in de schaduw. Het is heerlijk. Het is hemels.
De wielewalen dudeljoën als nooit tevoren. Nog een maandje en dan vertrekken ze weer naar het zuiden. 
De raaf komt als altijd over de bergrand aanvliegen en daalt het dal in. Hij laat zich altijd horen met zijn ka, ka, ka. Maar hij is alleen, voor het eerst alleen. Wat is er gebeurd? We zullen het nooit weten.

De thee is al klaar. Nu twee jaar geleden stopte ik met werken. Ik denk even terug aan toen, de oude mannen met uitgezaaide prostaatkanker op de verpleegafdeling. OLVG Amsterdam. De pijn, de moed, de doorzetters. Die mannen waren stuk voor stuk bikkels, ik hoorde ze niet klagen, niet over hun kanker. Later zag ik ze nog in hun laatste dagen. Ik weet dat het mij misschien ook zo zal vergaan. Zal ik ook sterk zijn? Misschien nog een laatste bestraling tegen de rugpijn. Nog een gesprek met de oncoloog, of de uroloog. De lieve verpleegkundigen, de artsen van het ziekenhuis waar ik nu behandeld word, waarvan ik er sommige dan al zolang ken. Met haar naast mijn bed. Mijn lieve vrouw. En dan leest ze me nog eens dit verhaal voor, noem het maar een blog. De laatste.

De borden worden opgeruimd. En als de derde kop groene thee op is, dan is het tijd om aan de slag te gaan. Zoals we dat al zoveel jaren deden. Blancearse, het witten van muren. Dat dan toch eerst maar even. Staand op het dakje van de oude badkamer, breng ik snel met de enorme kwast de yoghurtdikke verf aan op de hogere oude keienmuur van de patioschuur. Die muur is al die jaren al zo vaak gewit. Zoals al die andere muren. De zon brandt erop. De zon gaat door. De muur is warm. Het voorjaar is voorbij. De grote hitte is aanstaande. Wespen zoeken onder oude dakpannen plekjes om hun nest te maken. De grote zwarte bijen snoepen zoemend van de nectar van de paarsbloeiende bougainville. Een kleine hagedis verwarmt zich op een bruine steen en houdt me in de gaten als ik voorbij kom lopen met mijn bak cement. 
Eigenlijk zou ik nu een boek willen lezen, maar het werk moet ook gedaan worden. De boeken komen wel. Alles heeft zijn tijd.

Alles heeft zijn tijd. 
Er een tijd van komen..... 
Het bloggen is over, de tijd van gaan is nu gekomen. Nee, mijn tijd van leven is nog niet over. Nog lange niet, nog lange niet. (Mijn laatste PSA was nog onmeetbaar laag!) 
Wie weet kom ik nog eens terug. 
Ik zal jullie schrijverij vast nog wel eens lezen hoor. Dat denk ik wel. Op wat meer afstand. 
Dat is beter voor mij. 
Het goede, lieve mensen. Sterkte in de sores. En geniet van de mooie dingen die er nog zijn.

4 reacties