Ja hoor, daar gaan we weer.... (2)

Ik heb inmiddels ergens tussen de 15 en 20 cystoscopieën, 2 PET scans en tussen de 15 en 20 CT scans achter de rug. Verder 25 keer radiotherapie. Om maar niet te spreken van de vele bloedafnames. Verder 2 keer tussendoor afgevoerd naar de eerste hulp van het ziekenhuis omdat ik omviel.

Zes wekelijkse BCG blaasspoelingen kreeg ik laatst, de laatste op 1 augustus 2024. Die onderging ik vrijwel fluitend, want ik was al het een en ander gewend.
De allereerste keer vroeg ik naar de grootte van de katheter die de verpleegkundigen gingen gebruiken, net zo erg als die bij de TUR-B in de operatiekamer? “Nee hoor”, was het enthousiaste antwoord, “die van ons is veel patiëntvriendelijker”. 
Ook de tweede keer was mijn man erbij, samen met z’n sjieke setje schroevendraaiers. De keer daarvoor scheen de kokend hete zon namelijk naar binnen in de behandelkamer en hij zag precies wat er mis was met de zonwering. Hij klom op een stoel en repareerde de zonwering. Of hij voor nog wat kamertjes in te huren was. Nou, nee.

Twee weken na de laatste -half augustus dus- voelde ik me grieperig Bovendien had ik een lichte verhoging en mijn vel deed zeer (dat zei ik vroeger als ziek kind ook wel eens). Na enkele dagen op bed knapte ik een beetje op, maar het is nog niet over. Het misselijk gevoel dat ik ook had, is tot op de dag van vandaag (begin september 2024) nog steeds aanwezig. 
Ook blijf ik moe en slaap slecht. Gelukkig waren er nog wat slaapmiddelen in huis en die neem ik spaarzaam in, hooguit twee halfjes in een maand tijd. 
Nu zit ik in de genezingstijd van de spoelingen. Eind september komt er een TUR-B. Dan worden er her en der biopten (veel dus) uit de blaas gehaald om die te laten onderzoeken door de patholoog. Een week later weten we wat meer.

Eerder meldde ik mijn twijfels aan het verwijderen van de blaas. Dat wilde de uroloog liever doen, “het blijft daar erg onrustig”. Intussen heb ik me voorgenomen er geen punt van te maken. De kans op overleven zonder blaas is groter, dan met blaas(spoelingen). Sterker, voorafgaande aan de TUR-B zeg ik dat alvast tegen de uroloog. Stel, dat in de blaas iets te zien is dat er niet hoort, kan hij alvast wat dingen in gang zetten. En weer breekt er een spannende tijd aan. Ik heb vertrouwen in “mijn” uroloog en bovendien is hij in Rotterdam gepromoveerd. Omdat ik zelf een geboren en getogen Rotterdammer (maar nu in het midden van het land wonend), is dat sowieso een pré. Vind ik.

Wordt vervolgd.