Welkom Hannejet.
Zo….. Dus dat is Hannejet. Oké….. Hmmm. Hannejette. Hanne….. ‘Welkom.’
Ongelukkige setting. Even wat schuiven met stoelen en een beeldscherm. Vandaag niet zwart wit maar vele grijstinten. ‘Kunnen jullie het zo goed zien? Wordt ons, Ilse en ik, gevraagd. Met een beetje turen gaat het wel besluit ik. Oké. Nu gaan we het zien. Hannejet.
Een week eerder hebben Ilse en ik besloten het, de bult, een naam te geven. Ook omdat ik aan de arts heb gevraagd de beelden van het, de bult, te willen zien. Met de hoop dat het wat meer tastbaar wordt. Er wordt een afspraak gemaakt. Vandaag is die afspraak.
Men zegt wel dat er een bult, tumor, in mijn maag zit maar….. Het lijkt soms wel of iedereen het heeft het gezien, niet ik, en gedraagt het zich daarna. Kom maar op. Speel je kaarten! Daar kan ik wat mee. Niet de hand. En… en als je me overtuigd ben ik wel genegen mijn pillen te gaan nemen. Vandaag is die dag.
’Kunnen jullie het goed zien zo?’ Nog wat schuiven. Wat gescrol door de beelden heen. Een witte jas aan de andere kant van de tafel heeft de muis in zijn handen. ‘Kijk dit is…. Voordat ik verder ga, laat ik eerst uitleggen dat de verschillende beelden allemaal laagjes zijn. Jouw lichaam.’
Min lichaam?
We wilden het een naam geven. Maar oké, is het vrouwelijk of mannelijk? Is een tumor vrouwelijk of mannelijk? Verder met namen. Het moet wel een verdomde rotnaam worden. Het, de naam, moest wel het, de tumor en afweer daartegen dragen. Veel namen komen voorbij. Niet goed genoeg. Het moet nog erger. Het is erger. We besluiten dat het vrouwelijk moet zijn. De enige reden voor mij hierin is dat het woord ‘bitch’ de lading wel dekt.
We scrollen nog verder door mijn lichaam. Ben ik dat? Kijken we nu met zijn drieën naar….. mij? Ilse, ik, en een man in het wit met de muis in zijn hand. Wat donker zwarte, donker grijze en licht grijze vlakken komen voorbij. ‘Kijk dit is je maag en hier ongeveer zit je lever’ De hand met de muis beweegt een wit pijltje heen en weer. ‘En hier…’. De hand met de muis zorgt er nu voor dat het witte pijltje een soort van cirkel maakt, ‘En hier zit de tumor.’ Is dit beeld echt mijn lichaam? Vraag ik me af.
Ik tuur naar het beeld. Knijp wat met mijn ogen. Langzaam wordt ik een soort donkergrijze blubber te midden van zwart gewaar. Nietszeggende donkergrijze blubber te midden van zwart. Wat een teleurstelling. Dus dit is….. Vooraf had ik een scherm vol met contrast verwacht. Contrast dan zie je meer. Contrast, wit, zwart, een perfecte scherpe ronde bol. Maar wat is ze lelijk. Echt lelijk! Zo lelijk!
Het is lelijk. Ze is lelijk. Zo lelijk! Hannejet. Deze naam hebben we haar gegeven. Zo…. dus jij bent Hannejet. Waarschijnlijk al jaren, wist ik niet dat ik zwanger was. Zwanger ben. Zwanger van een bult. Zwanger van Hannejet. ‘Je merkt er niets van. Het zit in de weke delen. Dus het drukt nergens op’, zegt de witte jas.
Nu ik weet dat ik zwanger ben, ongewenst zwanger, van Hannejet besluit ik dat ik niets anders kan dan het te omarmen. Ook al kan ik me op dit moment er absoluut geen voorstelling van maken wat dat in gaat houden. Welkom Hannejet.
En passant schuift de witte jas nog wat met zijn muis. En worden mijn longen, lever, en hoofdslagader ook nog even besproken. ‘Ben ik dit?’
Enfin. Er wordt mij door de witte jas immuuntherapie voorgesteld. We gaan een poging tot ‘abortus’ ondernemen. Heb ik begrepen. Maar eerst moet Hannejet kleiner worden voordat ze weggenomen kan worden. Hannejet moet eerst Hannejetje worden.
Ik heb ondertussen besloten dat het Hannejetje moet worden. Ook al weet ik niet waar dat me naartoe gaat brengen.
WELKOM HANNEJETJE.
Je bent lelijk! En….. een bitch!
1 reactie
Die rotkanker van mij noemt Harry. Daar praat ik mee, lach ik mee en vloek ertegen.
En soms drink ik er gewoon een pint mee.
Geeft je ziekte een gelaat en maakt het toch o zoveel gemakkelijker om ermee om te gaan.