Zo jij bent Erik. De broer van….
‘En? Zijn ze lief voor je geweest?’ Vraagt mijn zus. Ik zeg ‘ja’.
Vandaag een CT-scan maken. En als je dan toch hier bent even bloedprikken. Ilse is dit keer mee. Voor het geval dat er verrassingen zijn. Een onwerkelijke rust in het ziekenhuis. Het is zaterdag.
‘Komt u maar meneer Erik.’ Ik sta op. ‘Blijft u maar hier.’ Kijk achterom. Ilse blijft zitten. Een handje op. Handje op terug. En loop achter een dame in het wit aan. Alleen. Kamer. De nodige handelingen en uitleg. ‘Zo u bent de broer van ….’ Zoals al eerder gezegd mijn zus kent mensen.
Gaat u hier maar liggen. Nog wat uitleg. Een schemerige omgeving omarmt mij. Iets te veel. Beklemmend. Nog wat donker erbij. Een gerommel. Iets gaat bewegen. Een soort wit geval. Kan het net een beetje zien nu mijn ogen gewend zijn aan het schemer. Ik doe mijn ogen dicht. Bang. Donker. Bang voor wat ze gaan zien wat ik niet weten wil. Nevenvangsten. Toevalligheden. Ze kijken niet alleen naar mijn buik maar ook verder, zag ik op de afspraak bevestiging. Niemand heeft mij wat gezegd. Gevraagd. Ik heb nergens voor akkoord getekend.
Zullen ze gelijk al meekijken? Kan ik straks wat aan de gezichten zien. Wie kijkt er naar mij. En ziet alles. Naakt ondanks mijn kleding die ik nog aan heb. Eenzaam. Alleen.
’Houd uw adem in.’ Zegt een stem dat ergens vandaan komt. ‘Is hier echt niets meer aan te doen?’ Vraagt mijn moeder. Ik zit naast haar. Voor ons een man in het wit. Een beeldscherm met zwart en wit. Vreemd genoeg is hier het zwart goed. Wit niet. We kijken naar haar lichaam. Mijn moeder is meer dan naakt. We kijken dwars door haar heen. ‘Nee’ klinkt het hard van de arts. ‘U mag weer ademen.’ Zegt diezelfde stem die ergens vandaan komt.
Iets warms gaat door me heen en neemt bezit van mijn lichaam. Contrastvloeistof. Ik weet ‘t. Met contrast zie je dingen net wat scherper. Niemand heeft mij gevraagd of ik dat wel wil. Mijn ogen nog steeds dicht. Ik wil niet voelen. Ik wil niet denken. Bang. Ze kijken dwars door mij heen.
Niks privacy. Niks integriteit. Niks intimiteit.
’Zo jij bent Erik. De broer van…’
’En? Zijn ze lief voor je geweest?’ Ik zeg ‘ja’.
Ze kijken dwars door je heen.
3 reacties
Op zoek naar de ziel? En wat als ze die gevonden hebben?
Ai…..
Erg mooi.