Met een beetje geluk en bluf
En dan komt het gewoon op m’n pad. Eigenlijk zoals de dingen sinds Mallemolen 1 elke keer op mijn pad komen. Vanaf mijn eerste Mallemolen – waarin ik poogde iets van grip te krijgen op mijn toestand van topfit en doodziek – ontspon zich een serie gebeurtenissen. Een onvoorziene reeks schrijfsels ontstond. Als vanzelf. Ik beleefde alles intens en schreef dat op. Ik kreeg er plezier in. Dat kwam goed uit: in zo’n periode is plezier hebben bepaald geen overbodige luxe.
Na een spannende aanloopperiode was het tijd voor de gevreesde chemobehandelingen, die er ook nog eens geweldig inhakten. Er kwam een einde aan de chemo’s en al snel diende het begin van een serieuze dip zich aan. Het lukte maar niet om op kracht te komen; herstel bleef lang uit. Ondanks mijn opgewektheid, instelling en (vermeende?) kracht dreigden angst en moedeloosheid het roer over te nemen.
Niet alleen
Een ziekenhuispsycholoog kwam op mijn pad. En Carma – Centrum voor Leven met en na kanker! Ik ontdekte dat er heel wat geworsteld wordt met chemo-leed, onzekerheid, angst, opkrabbelen, zelfvertrouwen, kracht hervinden, aanhoudende en plotselinge vermoeidheid, moeten stoppen met werken en nog veel meer. En dat je het niet alleen hoeft te doen. Ik kwam er ook achter dat wat ik schreef niet alleen mij hielp grip te houden, maar dat het ook herkenning gaf bij mensen die geraakt zijn door kanker en dat het voor mensen in mijn omgeving de zaken veel duidelijker maakte.
Daarnaast merkte ik dat mijn ‘zijn’ en de manier waarop ik het verwoordde iets deed met mensen. Als vanzelf ontstond aan het eind van mijn eerste ‘kankerjaar’ het idee om een boek te maken. Alleen al het uitzoeken van hoe je een boek maakt, dat professioneel gedrukt krijgt en zelf uitgeeft, was een mooie ervaring. Het leverde ‘Mallemolen – Een prachtig kankerjaar’ op, ook nog een leuk contact met de contactpersoon van de drukkerij én mooie ontmoetingen met mensen die het boek bestelden en bij wie ik het zelf kwam afleveren.
En zo bleef het lopen. Als gast van Carma mocht ik een aantal keren vertellen over wat Carma mij bracht. Die keer dat Kamerlid Caroline van der Plas, delegaties van KWF en bracheorganisatie IPSO op bezoek waren, is prettig uit de hand gelopen. Iemand bracht mijn boek ter sprake. Het gevolg was dat IPSO me wilde interviewen én ze bestelden 50 exemplaren van ‘Mallemolen – Een prachtig kankerjaar’. Bij de ALV van IPSO wilden ze die verspreiden onder de centra voor leven met en na kanker.
Bluffen
Nou had ik intussen geleerd om af en toe voor te stellen wat mij dan wel leuk zou lijken. En om soms een beetje te bluffen. Ik stelde dus voor om bij de ALV van IPSO aan mijn boek een gezicht en stem te geven. “Dat kan in 10 minuten”, zei ik. Géén idee had ik hoe ik dat ging doen. Het voorstel werd omarmd en ik moest aan de bak. Een mini-lezing zag het licht. Rond die tijd rolde ook ‘Mallemolen 2 – Een machtig kankerjaar’ van de pers.
De presentatie bij IPSO kreeg een vervolg bij Poppy’s, zeg maar de Carma van Oosterhout, dat me naar aanleiding van die ALV uitnodigde voor een ‘echte’ lezing. Inmiddels heb ik ongeveer tien interactieve lezingen en gastlessen gegeven. Sinds kort doe ik die met liedjes vooraf en met foto’s bij de stukjes die ik lees. Ik vind lezingen en lessen fijn, want ik kan niet meer werken (druk, drukte, concentratie en vermoeidheid zijn allemaal pijnpunten) maar ik wil tóch graag iets bijdragen.
Dat is een zoektocht. Het moet in mijn eigen tempo en ik moet de regie hebben, maar dan kan ik toch nog best wel wat. Dus schrijf ik maandelijks een boektip voor Carma en maak ik verslagjes van de ‘expedities’ die we met de mannengroep ondernemen. Over het shorttracken van superzoon Kay bij de World Cups (*zie onderaan) doe ik verslag voor de lokale huis-aan-huisbladen en omroep. Dat, mijn ziekte en mijn twee boeken leidden tot interviews, een mini-tv-reportage en een paar radio-optredens.
Lastig
Dat zijn opstekers, want ik vind mijn leven natuurlijk regelmatig ook lastig. Als ik weer eens heel moe ben omdat ik tóch iets te veel deed, als ik ineens ‘op’ ben, als een bezoek sneller dan gehoopt afgebroken moet worden of als het lezen (een van mijn grootste liefhebberijen) niet lukt. Een tijdje terug– mijn vierde kankerjaar was net begonnen –kreeg ik een dreun bij de driemaandelijkse controle bij de oncoloog. Mijn PSA loopt op, onontkoombaar. Ineens zag en voelde ik wat er (ooit) op me af komt.
Nee, dat is niet mooi. Niettemin blijf ik voluit leven. Ik zoek het moois op en het moois zoekt mij op. Ook nu – aan het begin van kankerjaar 4 – is het bloggen de aanjager van weer iets moois. Een van mijn blogjes op kanker.nl werd laatst opgemerkt door de redactie en in de nieuwsbrief geplaatst. Nou, dan maak je iets mee! Waar mijn blogjes gemiddeld rond de 100 views scoren, kachelde het gepitchte stukje rap richting de 1000. Inmiddels staat de teller op ruim 1600.
Ego
Ja, dat is leuk voor je ego (en natuurlijk doet me dat goed; ik ben ook niet van beton) maar vooral ben ik blij dat ik zo met velen een ervaring kon delen. En de koek is nog niet op; het is net ‘Zwaan kleef aan’. Naar aanleiding van die nieuwsbrief ontdekte de website overpalliatievezorg.nl mijn stukje en ze willen me interviewen. Nou, kom maar op! Ze krijgen een vrolijke, optimistische palliatieve klant voor hun pen/microfoon/camera.
Laat in kankerjaar 4 maar veel van dit soort dingen op mijn pad komen. Lezingen, interviews, gastlessen, boekbesprekingen, verslagjes, blogs en dat allemaal gelardeerd met sporten, shorttrack kijken. lezen, wandelafspraken, puzzelen, jaarrond in de zee plonsen en wat verder ter tafel komt.
Misschien maak ik van dat alles dan weer een boek. Misschien. Nu eerst maar mijn derde boek vormgeven. Vormgeven ja, want de vorm en uitvoering worden anders. Uitdaging. Hartstikke leuk!
(*) Kijk vanaf 38.25.
(Dit is een (licht)bewerkte versie van Mallemolen 447, geplaatst op 18 november 2023 op mijn blog erikhuisman.wordpress.com )