Angst, woede of verdriet? Van dal naar piek.

Angst, woede of verdriet?

Van dal naar piek

Soms heb je van die “vervelende” mensen die je aan het denken zetten. De vraag die mij werd gesteld,  terwijl ik midden in de chemokuren zat: wat is je primaire reactie bij vervelende dingen: angst, woede of verdriet? Mijn primaire reactie op deze vraag was woede. Maar dat was te primair, want mijn secundaire reactie op deze vraag is angst. Het heeft me een aantal uren nadenken, terugdenken, me met mezelf confronteren gekost maar ik ben er uit. Mijn secundaire en enig juiste antwoord op wat mijn primaire reactie is bij tegenslag is angst.

Mijn eerste hersenspinsels toen ik nog in de narcoseroes in de verte ergens opving dat ik een tumor heb (inmiddels had) was: ik wil niet dood, dat vind ik doodeng. En vervolgens hoe moet dat nu thuis, hoe gaan we het vertellen, en word ik nu heel erg ziek, krijg ik pijn, kan ik straks niet meer naar buiten, dit gaat vast niet over mij, dat is ook sneu voor die ander waar het wel over gaat, en o, oma, wat sneu voor u, en ik dacht zelfs ook nog even, tumor rijmt op humor maar is niet leuk, en moest zelfs even in mijzelf gniffelen door mijn angst heen.

En ja, dan word je even heel erg bang want de toekomst is onzeker en dus eng. En dan hoor je dat toch de vooruitzichten redelijk zijn en dan breekt de zon door en ga je zo snel mogelijk weer leven, knallen, liefhebben, vooruit. Waarom? Toch wel een beetje uit angst omdat je beseft dat de toekomst voor mij (en voor vele anderen) heel kort kan zijn.

En dan de mokerslag. Waar ik me eerst achter kon verschuilen was dat ik “gewoon” een kwaadaardige tumor had en dat die weg is, dus ik me weer genezen kon voelen, kon ik dat later niet meer. Want toch uitzaaiingen in de lymfeklieren en dus chemotherapie. Waar ik eerder angstig voor was gebeurde. Ik krijg chemotherapie. Afgrijselijk vooruitzicht want teveel niet rooskleurige chemo-ervaringen meegemaakt in mijn omgeving. En ja, weer angst. Wat gaat er met me gebeuren, wat doet dat gif met mij, hoe gaat mijn lijf reageren, hoe ga ik reageren, kan ik het aan, wat doet het met de mensen waarvan ik hou. Ik kan niet werken, niet sporten. Wordt er een half jaar uit mijn leven geknipt? Hoe groot is de kans dat ik voor altijd uit het leven word geknipt? Het is doodeng.

Maar vervolgens de cruciale vraag: hoe ga ik hiermee om? Die bovenstaande gevoelens zijn zo heftig, en ik kruip in mijn angstschulp voor ongeveer drie dagen. Vervolgens sta ik op uit die angst en onderga ik de ellende en kijk en onderzoek ik wat ik wel kan. En dat is heel erg veel. Helpt naar buiten gaan tegen de misselijkheid maar lukt dat eigenlijk niet vanwege de zenuwpijn in voeten, handen en neus? Ik ga onderzoeken hoe dat wel kan. Merk ik dat ik na een aantal dagen van ziek zijn in mijn ellende ga zwelgen, ik bedenk wat ik wil en misschien toch kan en zet me er zelf toe om het toch te proberen. Dus met handschoenen aan een nieuw pianostuk instuderen, mezelf helemaal inpakken als een Eskimo inclusief zonnebril en met een vriendin de stad doorlopen en de kerstsfeer opsnuiven. Vind ik het eng om in mijn goede week naar mijn werk te gaan en daar niet alleen mijn naaste collega’s te zien maar ook de rest? Bea, face your fears en stap er in, je knapt er van op! En valt kerstmis net verkeerd? No problem dan halen we kerst een week naar voren. En wil ik een ongedwongen feestje met m’n collega’s, dan organiseren we dat gewoon. En wil en kan ik werken? Dan doe ik dat. En lukt iets nu niet? Pech, het is zoals het is, doen we het volgende week of als het dan nog niet kan nog een week later, en ga ik er dan extra van genieten.  

En dan de laatste vraag die ik van een “vervelend” familielid kreeg: jij bent zo enorm aan het pieken na je dal. Verstop je je angst, relativeer je alles weg en verstop je jezelf in je drukke programma? Het antwoord: nee, ja, nee nou ja een beetje. Ik ben nu bezig om de eventuele rotzooi uit mijn lijf te verwijderen zodat ik aan mijn toekomst kan bouwen en ja, dat beheerst me lichamelijk. En verder ben ik nu alleen bezig met de korte termijn want de lange termijn maakt me angstig want geen grip op, en ik vind het zonde van mijn tijd om die te verprutsen met angst, dus ja…  ik relativeer zoveel mogelijk weg. Hoe kan ik deze ellendige tijd zo goed mogelijk doorkomen en dat is door ervoor te zorgen dat mijn piek groter wordt dan mijn dal. Die hoge piek is nodig, en die piek krijg ik door al die geluksmomentjes die ikzelf, mijn gezin, mijn familie, mijn vrienden, mijn buren en collega’s creëren en het besef dat ik nog heel erg veel wel kan.

Ik schreef bovenstaande drie jaar geleden tijdens de pauzeweek in de chemokuren, en waarschijnlijk had je het al in de gaten, tijdens een piekmoment. Want natuurlijk was dit stuk een stuk minder Halleluja geweest in mijn dalweek. Waarom heb ik nu toch, drie jaar na dato, besloten om dit te plaatsen op kanker.nl? Omdat het kerst is, en omdat ik hoop dat bovenstaande jullie ook aan het nadenken zet en je misschien een beetje door je dal heen helpt. Natuurlijk mag je je angst voelen, maar probeer je angst niet te laten overheersen. Het helpt om je eigen piekmomenten op te zoeken, hoe klein ze ook zijn, en daar ook probeert in te pieken en intens van te genieten. En als je dan toch in een dal(letje) zit, dat mag best, maar niet te lang. Probeer te onderzoeken wat je nodig hebt om er uit te komen en probeer er uit te klimmen in plaats van te blijven zwelgen in je dal.

Ik wens alle lezers, ondanks dat je nu misschien in een dal zit, heel veel piekmomenten toe in 2021

Bea

1 reactie