Autopech

Ik stap half gebroken uit bed na een onrustige nacht naast Theo. We hebben het weer geprobeerd, maar het matras in de woonkamer lonkt voor de komende nacht. Theo heeft de nacht gelukkig positiever ervaren en voelt zich goed. Was hij gisteren nog te moe om uit zijn ogen te kijken, nu stapt hij bijna fluitend onder de douche en besluit met mij mee te gaan naar de orthomanueel therapeut. Anders dan Theo, die tot 3 maanden geleden nooit gezondheidsklachten had, ben ik de spreekwoordelijke piepende wagen die op zijn tijd onderhoud nodig heeft. Mijn nek en rug in dit geval. De spanning die al maanden in mijn lichaam zit, zit aan wervels te trekken die dat niet goed kunnen hebben. De therapeut zit in Breda en dan kunnen we na de behandeling misschien meteen door naar een hoeden- en petten winkel, ook in Breda.
Altijd gezellig om naast elkaar in de auto te zitten. Maar gisteren is de verwarming uitgevallen en het is koud buiten, dus we vinden het niet erg dat het ritje maar een half uur duurt. We hebben nog zo’n 10 minuten voor de boeg als er een waarschuwing oplicht: “Motor is te heet, langzaam verder rijden.” Ben ik even blij dat ik niet alleen naar Breda ben gereden! Ik kan heel slecht tegen dit soort ongein. Ik ga langzamer rijden, wat op een snelweg nog niet meevalt, en Theo belt de garage. Ze zullen via de ANWB iemand sturen om te kijken wat er aan de hand is, maar we moeten er rekening mee houden dat de auto mogelijk zal worden weggesleept. Terwijl bij mij diverse gedraaide wervels weer in de juiste houding worden geslagen en geduwd (klinkt heftiger dan het is), zit Theo in de wachtkamer op de uitkijk voor de wegenwacht. De therapeut vindt het gelukkig geen probleem dat we in de wachtkamer zitten totdat alles is geregeld en zorgt ook nog voor een kopje koffie en thee. Hij doet duidelijk aan energiebesparing, de wachtkamer is niet veel warmer dan de auto. De thermostaat van Theo doet het op dit moment niet zo goed, dus hij heeft het koud, ook weggedoken in zijn winterjas en met zijn handschoenen aan. 
De wegenwacht is mooi op tijd maar heeft geen mooi nieuws: de radiateur is lek, de auto mag niet meer rijden en zal met de sleepwagen naar de garage worden gebracht. We moeten op de sleepwagen wachten, die zal ons meteen naar een ANWB servicepunt brengen waar vervangend vervoer voor ons klaar staat. Arme Theo. Voelt hij zich eindelijk goed, moet hij uren op een harde stoel zitten koukleumen. De kleur trekt langzaam uit zijn gezicht. Als de sleepwagen er is en de auto moet worden opgeladen, vraag ik of Theo alvast in de cabine kan gaan zitten. Er staat een gure wind en het miezert, straks wordt hij nog ziek. In de cabine is het lekker warm, dus kan Theo weer wat bijkomen. Ook in de vervangende auto gaat de verwarming in de hoge stand. Al met al zijn we 3 uur van huis geweest. Wonder boven wonder gaat het nog best goed met Theo. Hij pakt het uit- en inruimen van de vaatwasser weer op als taak, pakt wat cadeautjes in voor Sint en maakt buiten een wandeling van zo’n 10 minuten. De energielijn gaat weer omhoog, hopen dat hij morgen doorstijgt.