Mijn verhaal (7) – Ik heb kanker
En dan heb je opeens kanker. We rijden vanuit het ziekenhuis meteen naar mijn ouders. Mijn moeder zegt dat ze er al rekening mee had gehouden. Mijn vader probeert zich groot te houden, het positieve te benoemen, maar zijn opengesperde ogen en trillip verraden zijn echte gevoelens. Ik kan het ook niet vertellen zonder te huilen. Stukje schrik, stukje ontlading, einde aan de onzekerheid. Want hoe je het ook wendt of keert, de vooruitzichten zijn positief. We zijn er nog op tijd bij.
We rijden naar huis. Dochter staat op het punt om de deur uit te gaan, maar ik flap het er toch uit: “De tumor is kwaadaardig en ik word overmorgen al geopereerd.” Ik zeg het op een bijna zakelijke manier, om haar maar niet al te zeer te verontrusten en leg de nadruk op het feit dat het shit is dat het een streep door onze laatste vakantieplannen zet. Ze neemt het dan ook min of meer voor kennisgeving aan en vertrekt naar de stad.
Wij rijden naar een andere winkel om een broek op te halen. Dat lijkt belangrijk; losse eindjes afhandelen. Mijn hoofd draait op duizend toeren per minuut. Wat moet ik allemaal regelen? Voor mijn werk? En voor thuis? En na de operatie? Hoe verder?
Onderweg belt de huisarts. De kille van de twee die ik heb. Die van de Ventolin in plaats van een afspraak. En degene die me onder andere maanden liet doorlopen met een hernia. Ze steekt een verhaal af over hoe vervelend ze het vindt en dat ik het moet laten weten als ik hulp nodig heb.
Haar collega, die wél weet dat empathie niet alleen een woord in een woordenboek is, is sinds deze week drie maanden afwezig. Ik vertel haar wat de arts heeft gezegd en zeg dat het allemaal wel gaat. Intussen bedenk ik me dat ik háár hulp dus echt voor niets anders ga vragen dan voor een receptje van het een of ander.
Een uurtje nadat we thuisgekomen zijn, belt de longarts. Geen onderzoek van de lymfeklieren, maar gelijk longkwab, tumor en lymfeklieren verwijderen. Donderdag afspraak bij de chirurg, binnen 2 á 3 weken opereren. Ik voel opluchting en kan mezelf wel voor mijn hoofd slaan. Natuurlijk! Dát bedoelde hij met inplannen bij de chirurg. Dat biedt meer rust om dingen te regelen op mijn werk en thuis. Tijd ook voor een week vakantie, ook al voelt dat dubbel naar mijn collega’s, met een operatie in het vooruitzicht.
Ik informeer vrienden en collega’s over de uitslag. Ergens voelt het onwerkelijk, alsof het over iemand anders gaat. Als ik het niet steeds benauwd zou hebben en zou hoesten, zou ik het helemáál niet kunnen bevatten, denk ik.
Die donderdag gaan we – mijn man wil weer mee – naar de chirurg en verpleegkundig specialist. We zien elkaar bij het ziekenhuis, ik kom vanuit mijn werk. De chirurg vertelt over de operatie, de verpleegkundig specialist over de opname en de voorbereidingen. Een CT scan en Covid-test vlak voor de operatie, afspraak bij de anesthesist etc.
Ik krijg te horen dat de operatie op 2 september plaats zal vinden. Dat geeft me twee weken de tijd om me voor te bereiden. In mijn hoofd vormt zich het plaatje. Het optimisme van de verpleegkundig specialist over de vooruitzichten werkt aanstekelijk. Zó aanstekelijk dat hetgeen waar ik het meeste tegenop zie, de katheter is, die blijkbaar ingebracht moet worden. Daaraan heb ik slechte herinneringen.
De volgende dag op mijn werk probeer ik allerhande zaken af te ronden voor mijn vakantie en bekijk wat ik nog in de twee dagen tussen de vakantie en de operatie kan doen. Ik lijk alles onder controle te hebben. Tot de telefoon gaat en me wordt verteld dat de operatie nu toch een aantal dagen eerder plaatsvindt. Op vrijdag al, de laatste dag van mijn vakantie.
Ik zeg dat het oké is; hoe eerder hoe beter. Maar als ik ophang, slaat de paniek toe. Opeens lijkt het door te dringen. Ik heb kanker. Ik word geopereerd. En ik ben straks een behoorlijke tijd afwezig. Uit de running. Alles moet netjes afgerond worden en dat moet het liefst vandaag.
Ik loop naar een collega en zeg hulpeloos dat de operatie wordt vervroegd.
“Wat fijn,” zegt ze.
“Nee…,” mompel ik. En begin te huilen.
Zie ook: https://www.hoevrouwendenken.nl/2020/09/01/mijn-verhaal-7-ik-heb-kanker/
1 reactie
Mijn hart bloedt voor je lieve ouders. Hun kleine meid...
En jouw kleine meid zal haar klop nog krijgen eens ze beseft hoe ziek mama is.
Ik wens jullie allemaal goed moed toe, en sterkte. Je moet er door en vertrouwen op de dokters en je intuïtie. Het zal een heftig parcours worden, maar het is wat het is, en je moet alles op alles zetten om de ziekte te overwinnen!
Liefs, S.