De keuring
2908 De keuring
Als vrijwillig chauffeur voor de buurtbus moet ik medisch gekeurd worden. Ik meld mij vrijdag om 12.15 uur in de Kwadijkerkoogstraat in Purmerend. Ik heb een kopie van mijn rijbewijs en mijn brilvoorschrift bij me en een Verklaring omtrent Gedrag: ‘Betrokkene is graag aan het woord, maar hij kan ook echt lastig zijn. Hij vindt het soms leuk in gezelschap, maar is liever op zichzelf,’ lees ik. Verder een overzicht van mijn medicijnen. Ik heb een oud overzicht teruggemaild naar de apotheek met alle wijzigingen. Vervolgens krijg ik na enig aandringen een nieuw overzicht waar nog steeds veel medicijnen op staan die ik niet meer gebruik. Ze denken daar zeker dat ze nog op school zitten en dat een zesje wel voldoende is en weten nog niet dat het in de grotemensenwereld een tien moet zijn. Ik leg het straks wel uit. Dan moet ik ook een plasje meenemen. Hiervoor heb ik een klein pillenpotje meegenomen. Omdat ik een katheter heb kan ik het straks als ik met de auto voor de deur sta makkelijk vullen.
Zo rijd ik goed voorbereid naar Purmerend. Ik parkeer voor de deur en stroop zoals bedacht mijn broekspijp ietsje op. Ik pak het potje en draai het kraantje open. Dan schiet het kraantje los van de plaszak en loopt de urine eruit als een gek. Ik hou direct het potje eronder. Dan heb ik in ieder geval mijn plasje. Vervolgens knijp ik de tuit van de zak dicht. Wat nu? Gelukkig heb ik in de Volvo zwarte rubber vloermatten met een opstaand randje alsof ze bij Volvo jaren geleden al voorbereid zijn op dit moment waarop zich een klein urinaal zwembad heeft gevormd. Ik zet het potje op het dashboard zet de twee losse onderdelen van het kraantje met één hand in elkaar en schuif het geheel weer over de tuit en sluit af. Nu stap ik voorzichtig uit en manoeuvreer ik de mat met urine naar buiten. Er golft wat over de rand maar het meeste toch buiten de auto. Ik schud hem uit en maak hem schoon met wat tissues. Ik zet de mat rechtop achter de voorstoel. Dan dep ik de vloer zo droog mogelijk. Ik draai beide voorramen een stukje open. Gelukkig is het zonnig weer. Ik pak mijn papieren en mijn potje plas en ga naar binnen.
Ik word zeer vriendelijk ontvangen door een goedlachse jonge mevrouw en de informatie van mijn papieren wordt zorgvuldig overgenomen op een formulier. Ze test de urine op suiker. Ik hou mijn mond. Ik heb geen suiker. Ze meet mijn bloeddruk: 78-120. Dat is beter dan dinsdag. Dan moet ik gaan staan en een diepe kniebuiging maken en mijn handen samenknijpen. Zo test ze of ik het stuur wel kan vasthouden. Ik moet haar handen volgen met mijn ogen en of ik dan zie welke hand beweegt. Bedoeld om te kijken of ik vanuit mijn ooghoek een hard hollend passagier zie aankomen, vermoed ik. Ze test mijn ogen als een echte opti. Ik moet kijken naar een wit bord met steeds kleiner wordende rondjes met gaten aan alle kanten. Eerst met bril. Mijn zicht met bril is in beide ogen 125 procent van wat nodig is. Zonder bril is links 25% en rechts: ‘Ik zie een witte vlek en een donkere vlek. De witte vlek is het bord denk ik, en de donkere vlek dat ben jij vermoedelijk,’ zeg ik. Toch nog tien procent. Ik moet een reservebril meenemen op de bus, zegt ze en schrijft het op. Dan is het klaar. Ik ben erdoor. Mijn chauffeurspas krijg ik over een paar dagen thuisgestuurd. We nemen hartelijk afscheid en ik rij naar huis. Ik ruik niks maar draai toch de voorste ramen helemaal open.
Ate Vegter, 14 mei 2023
2 reacties
😂
In mijn oude ds had ik gaten in de bodem. Handig voor dergelijke ongelukjes.
😂🤣😂