De paraplu van geluk
Het is nog vroeg, maar de eerste buurvrouw is al langs geweest. Dat heb je in zo’n buurt, waar je zo bij elkaar binnenloopt. Ik heb nog nooit in een leukere stad gewoond. En allemaal nette mensen natuurlijk. Om kwart over negen rijden we naar het ziekenhuis. Best wel spannend, want vandaag krijg ik de uitslag van de pet scan, die met dat radioactieve stofje en de gebruikelijke PSA. De vorige keer dat ik er was, tijdens het bloedprikken, speelde er een man op de grote vleugel in de grote hal. Hij had een zwart-grijze baard en speelde landelijk en dromerig, de klanken leken in zachte vertraging door de lucht te tuimelen. Ik wilde eigenlijk even bij hem gaan zitten, maar ik durfde niet.
Nu is het stil, nou ja, wel veel mensen, maar geen muziek. We nemen plaats in twee luxueuze wachtstoelen. We bladeren wat en lezen wat. Zo’n e-reader is echt een uitkomst. Ik heb het hele Bureau nu dagelijks op zak, bladzij na bladzij wordt weggeveegd. Dan hoor ik mijn naam en gaan we naar binnen. Dokter Wit vertelt. De kanker is op reis gegaan, naar de lymfeklieren. Dat is wat-ie altijd doet, dus niet heel opzienbarend, maar wel wat sneller dan we verwachtten. De PSA is verdubbeld. Dat is weer wat trager dan de vorige keer. Ik tel mijn zegeningen en ben blij dat een lymfeklieroperatie nu geen zin meer heeft. Wat is nu de aanpak? We laten ons het verhaal vertellen aan de hand van beelden en cijfers. Het is allemaal niet heel acuut, maar ook niet meer te genezen. Alleen nog af te remmen. Dat kan door een hormoonbehandeling. Dokter Wit denkt dat we daar over ongeveer een half jaar aan toe zijn. Die behandeling zet het hele verhaal voor een paar jaar op pauze. Daarna, ach, daar kom ik later op terug.
We gaan weer naar huis. Voelen ons een beetje lam maar niet verslagen. Ik ga niet in gevecht met deze onwillige zoon. Ik laat hem maar even. We praten nog wat met een buurvrouw en ik luister naar Charles Aznavour: You are the one, Hier Encore, La Bohème, La Mama… heerlijke muziek. We halen Sofieke van school, die bij een vriendinnetje gaat spelen. Dan gaan we naar de Gamma. Zonlicht heet de verf die we gaan kopen. Meer zonlicht in huis. Goed idee. Ik koop bij de Action nog een stuurhoes, om meer grip op de zaak te krijgen, we kopen kadootjes en doen boodschappen (Bart Smit, Hema, Deen). We drinken koffie bij oma. Dan is het al weer vijf uur en ga ik Sofieke ophalen. Het regent en ik heb een paraplu bij me. We lopen terug. Ze stopt een hand in de rechterzak van mijn colbertje en huppelt de hele Niesenoortsteeg vlak naast mij onder vaders paraplu. Zelden heb ik mij gelukkiger gevoeld.
Ate Vegter, 12 januari 2017
www.atevegter.wordpress.com/556
1 reactie
Verdrietig. Mooi. Geluk is zonlicht in een pot verf en muziek van Charles Aznavour. Maar het grootste geluk zit 'm in de dingen die je niet kunt kopen: zoals dat kinderhandje in de zak van je colbertje.
Dat ze nog maar ontelbaar veel keren zo naast je mag huppelen.
Groet,
Carolina