Interview in het magazine van de Prostaatkanker stichting.
Seksueel misbruik en prostaatkanker – het verhaal van Paul | Prostaatkankerstichting
16 april 2024
Interview door: Marijke Galgenbeld
Paul van Dam vertelt zijn verhaal, omdat hij meer bekendheid en openheid wil bewerkstelligen over het hebben van prostaatkanker in combinatie met een verleden met seksueel misbruik.
‘Ik had al zolang ik mij kan herinneren klachten in mijn onderlichaam, namelijk in het gebied tussen mijn knieën en mijn middenrif. Vele onderzoeken volgden en ik herinner mij traumatische darmonderzoeken die ik als negenjarig jongetje moest ondergaan, waarbij overigens niets gevonden werd. Ik belandde op een gegeven moment in het ziekenhuis en werd drie maal geopereerd aan perianale fistels. Ik heb mijn onderlichaam altijd als een probleemgebied ervaren.
Jaren later kwam ik bij een uroloog om preventief mijn PSA te laten checken en bleek ik een langzaam oplopende PSA te hebben. De arts vroeg zich af of dit in relatie zou kunnen staan met mijn gespannen bekkenbodem, maar dat werd op dat moment niet duidelijk. Pas vele jaren later zou ik erachter komen dat ik op vijfjarige leeftijd seksueel misbruikt ben. Ik was mij daar jarenlang niet van bewust door dissociatie, wat inhoudt dat je als slachtoffer bij zeer angstige situaties, zoals seksueel misbruik, afstand kan nemen van de situatie. Dat voelt alsof je buiten je eigen lichaam staat, waarbij gedachtes, emoties en gevoelens worden uitgeschakeld. Het is een effectief overlevingsmiddel.
Prostaatontsteking?
In 2011 bleek mijn PSA opeens fors te stijgen, die was acht maal verhoogd. Daar kon de uroloog niet meer omheen en er werden antibiotica voorgeschreven, omdat er aan een prostaatontsteking werd gedacht. Door de jaren heen heb ik langdurig antibiotica geslikt, maar het bleef toch zoeken naar wat er aan de hand zou kunnen zijn. Was het nou een prostaatontsteking of zagen ze iets over het hoofd, zoals prostaatkanker? De uroloog wilde liever geen biopten afnemen, gezien mijn voorgeschiedenis, maar er zijn toen wel MRI’s gemaakt.
In die tijd ben ik doorverwezen naar een bekkenbodemfysiotherapeut en eigenlijk ben ik vanaf die tijd tot nu altijd bij haar onder behandeling gebleven. Bij een van de bekkenfysiotherapie behandelingen ben ik mij in 2012 bewust geworden van het seksueel misbruik waar ik als kind mee te maken heb gehad en ben ik in therapie gegaan. Ik heb in die tijd gemerkt dat de triggers en de pijn in mijn onderlichaam zo heftig waren dat ik soms niet meer kon zitten en tegen de muur moest hangen vanwege de pijn.
Seksueel misbruik is machtsmisbruik
Men kon op een gegeven moment niet anders dan toch die biopten afnemen en daarvoor was door de uroloog afgesproken dat ik een ruggenprik zou krijgen. De narcotiseur hield zich echter niet aan de afspraak en wilde mij volledige narcose geven, want, zo zei hij, dat was zoveel makkelijker. Ik raakte hierdoor in paniek, reageerde verontwaardigd en kreeg uiteindelijk alsnog mijn ruggenprik. Weet je, seksueel misbruik is uiteindelijk machtsmisbruik en toen die narcotiseur zo over mij heen hing en zich niet aan eerder gemaakte afspraken hield, voelde ik mij erg onveilig en ‘bevroor’ ik.
De biopten leverden nog steeds geen duidelijke diagnose op en pas in de zomer van 2022 zijn er opnieuw biopten afgenomen, waarbij dit keer wel kanker gevonden werd. Ik moest geopereerd worden. In de maanden die vooraf gingen aan de operatie begon ik me te realiseren dat er met de Da Vinci-robot daadwerkelijk een onderdeel van mijn seksualiteit weggenomen zou worden. Waar mij op jonge leeftijd eigenlijk door het misbruik mijn seksualiteit psychisch ontnomen is, werd nu fysiek een onderdeel van mijn seksualiteit uit mijn lijf gehaald. Destijds zijn er handen óver mijn buik gegaan en nu gingen ze dóór mijn buik. Dat voelde heel erg traumatisch en daarom heb ik in die tijd hulp gezocht bij een seksuoloog.
Veel begrip was er voor mijn situatie
Rond de operatie en tijdens alle behandelingen ben ik altijd naar alle zorgverleners open geweest over mijn verleden. Nadat ik me bewust ben geworden van mijn misbruikachtergrond, merkte ik dat ik een soort veiligheid creëerde voor mezelf door erover te kunnen vertellen, zodat men wist op welke wijze te handelen en nabij te zijn. Daar is altijd heel respectvol mee omgegaan. Ik heb het geluk gehad dat mijn uroloog betrokken was bij onderzoek naar seksueel misbruik, waardoor er bij hem veel begrip was voor mijn situatie.
Aan de andere kant merk ik ook wel dat het niet voor iedereen een makkelijk onderwerp is. Dan helpt het mij dat ik inmiddels weet dat ik er open over kan zijn en mij nergens voor hoef te schamen. Uiteraard kan dit alleen als ik mij veilig voel.
De operatie ligt nu achter mij en ik moest een weg vinden om met mijn incontinentie en impotentie om te gaan. Ik had hierbij veel aan de hulp van de seksuoloog.
Nu wil ik kijken wat ik kan doen om het andere mannen wat makkelijker te maken, die in dezelfde situatie zitten waarin ik zat en nog steeds zit. Daarom ben ik les gaan geven aan verpleegkundigen en ben ik betrokken bij de productie van nascholingsmateriaal voor huisartsen. Ik zou mij ook willen inzetten voor de Lotgenotentelefoon van de Prostaatkankerstichting. Dan zit je wel bij de kern om openheid te bewerkstelligen en om dingen op te merken en hopelijk te veranderen.
Een lijstje met aanbevelingen
Ik zou er graag aan mee willen werken om bijvoorbeeld met een oncologieverpleegkundige een lijstje met aanbevelingen te maken. Hierin kan worden opgenomen dat er een goede overdracht moet plaatsvinden van de huisarts naar de uroloog, waarbij melding wordt gemaakt van het seksueel misbruik. Er moet tevens een goede anamnese afgenomen worden, waarin dit ter sprake kan komen. Laagdrempelig maatschappelijk werk inschakelen is tevens een optie. En iemand zou in de gelegenheid gesteld kunnen worden om de operatiekamer te zien vóór de operatie. Dat zou mij geholpen hebben.
Laat als zorgverlener weten dat je er bent en openstaat voor de patiënt, want voor iemand met een seksueel misbruikverleden is het moeilijk er uit zichzelf over te beginnen.
Het allerbelangrijkste is dat alles erop gericht zou moeten zijn dat de patiënt zich veilig voelt.’