Week 3

Week 3

Ik voel mijn gemoed terugtrekken als eb. Stilte voor de storm. We gaan spreken met de oncoloog. Er zijn biopten van de lever afgenomen die moeten gaan uitwijzen of  er nog  remmende behandelingen voor Jim’s slokdarmkanker mogelijk zijn.

 Ik heb me een beetje voorbereid. Maar alle medische termen zijn niet mijn metier en ik voel er veel voor te vertrouwen op de wijsheid van de specialisten. Toch is dat ook moeilijk als ik even het gevoel heb dat we in een protocollair onderzoeksfuik terecht komen en ik niet weet of de informatie die opgevraagd wordt te maken heeft met een o-meting voor onderzoek of interesse in het ziektebeeld van Jim. We besluiten te vertrouwen op de  kennis en wijsheid van de oncologe. Gelukkig mogen we het gesprek (onderhandelen over maanden) opnemen. Thuis luister ik het toch eens na. Want Jim en ik interpreteren soms verschillend wat in een gesprek gemeld wordt.

Jim is nu volledig in de regie. Hij is duidelijk en vraagt een enkele keer wat ik er van vind.

We wachten onderzoeken af die duidelijk moeten maken of Jim in aanmerking komt voor een immunotherapie (dat zal later niet het geval blijken).

Ondertussen zijn alle mensen om ons heen en om Jim heen geïnformeerd. Dat heeft even wat tijd nodig gehad en vele momenten aan de telefoon. Wij lopen weken op hen voor en het nieuws dat Jim kort te leven heeft slaat bij de meesten in als een bom. Het is ook moeilijk te geloven dat Jim, zo vitaal ogend voor zijn leeftijd (74) ernstig ziek is. Hij staat kicking alive voor hen. Jim kan het zelf ook niet geloven. En ook zijn kinderen niet. Ontmoetingen zijn belangrijk.

Maandag 26 februari is er een boekpresentatie van een goede kennis van Jim; Frénk van der linden interviewt Burgemeester Jos Wienen in het kader van zijn boek…’Hoe besta je na’…. over interviews met nabestaanden. Jim en ik willen naar de presentatie. Jim omdat hij Frénk  zo waardeert en hij Jos Wienen interviewt en ik omdat het over het boek gaat, ik Frenk’s interviewkunst waardeer en omdat Jim er graag heen gaat en we dit samen kunnen beleven.

De vrouw van Frénk (Mylou Frencken) zingt een prachtig geschreven lied over haar overleden man. Wegwaaien heet het…. En niemand die wist dat het wegwaaien zou…gezongen met zachtheid en keiharde weerstand op opkomend heel erg slecht weer. Dreigend en indringend.

“Maar wij waren hier en floten een lied en dat het ging waaien, dat wisten we niet….”

Tijdens deze avond bevinden Jim en ik ons op de stoeltjes naast elkaar, maar ook op een tweespalt van wegen. Jim op weg naar ‘leven met de dood voor ogen’ en ik maak contact met ervaringsdeskundigen ‘over doorleven na de dood van een geliefde’. Voor Jim een wat ongemakkelijke situatie. Terwijl iedereen om ons heen in onverwachte intimiteit spreekt over de dood en verlies van geliefden tref ik Jim aan in gesprek met de mede-auteur en de burgemeester over ict-ontwikkelingen in de uitgeverijbranche. Het roert me om te zien hoe Jim energiek en verbindend midden in het leven staat.