De leeggelopen vijver
De eerste werkweek na de zomervakantie heb ik het toch wel even gehad. Nadat ik de maandag gewoon naar het werk ben gegaan en ook bloed moest prikken heb ik mij dinsdags ziek gemeld.
De vermoeidheid waar ik in de laatste week van de vakantie alweer meer last van had noodzaakte mij om pas op de plaats te maken.
Om mijn conditie zo goed mogelijk op peil te houden ga ik die week toch hardlopen. Nou ja, hardlopen. De tijden zijn bedroevend wat ook niet zo verwonderlijk is. In de week daarop ga ik weer aan het werk en merk ik langzamerhand verbetering. Mijn energie komt weer terug en het hardlopen gaat ook wat beter. De weken daarna laat een stijgende lijn zien in mijn energieniveau. Ik merk ook dat de verkoudheid/luchtweginfectie over is. Tegen Ingrid zeg ik dat ik mij heel wat beter voel dan een paar weken terug. Achteraf blijkt het van korte duur te zijn.
Vrijdag 22 september slaat de vermoeidheid weer toe. Aangezien vrijdags mijn vrije dag is kan ik in elk geval rustig aan doen. Maar met een druk weekend voor de boeg, zaterdag Ingrid om 06:15 uur naar Zwolle brengen en ’s avonds laat weer ophalen en zondags de doop en verjaardag van mijn nicht, wordt het wel wat afzien.
Als Ingrid mij die maandag een appje stuurt om te vragen hoe het gaat, valt bij mij het kwartje. Sinds afgelopen vrijdag is de verkoudheid/luchtweginfectie weer terug en heb ik zo nu en dan ook weer zo’n “heerlijke” metaalsmaak in mijn mond. Ik vermoed dat het grootste deel van mijn vermoeidheid hier dan ook mee te maken heeft.
De week daarna is het behelpen met de energie. Maar ik moet wat doen. 7 Oktober wil ik de wandeltocht, 20 km, van de Hoge Veluwe lopen en ik wil mijn conditie wel testen voor die tijd. Het hardlopen schuif ik terzijde maar die maandavond wandel ik toch 6,5 km. Met een gemiddelde van 5,6 km per uur is dit voor mij historisch laag. Het lukte niet om een behoorlijk tempo er in te krijgen. Die woensdag ga ik toch voor de 10 km. De eerste paar kilometers een gemiddelde van 6,3. Ik neem mezelf voor om minimaal een gemiddelde van 6,0 te lopen. De praktijk is weerbarstiger. Van 6,3 gaat het naar 6,2 vervolgens naar 6,1 en als ik weer op mijn gps kijk is het gemiddelde inmiddels 6,0 geworden. Ik probeer er alles aan te doen om dit tempo vast te houden maar het lukt niet. Als ik na 10 km wandelen weer thuis ben is het eind gemiddelde 5,9 km per uur. Iets beter dan de maandag daarvoor maar de doelstelling van 6,0 bleek niet haalbaar. Vrijdag in de herhaling.
Die vrijdag trek ik om 10:00 uur de deur achter mij dicht voor een wandeling van ruim 25 km. Om even voor drieën ben ik weer thuis en kan tevreden constateren dat het gemiddelde 6,2 km per uur is. Zaterdags merk ik wel dat het wandelen het e.e.a. van mijn lijf gevraagd heeft maar het geeft wel moed voor de 20 km op 7 oktober. De vermoeidheid en verkoudheid zijn nog steeds niet over.
Vandaag, dinsdag 3 oktober sta ik zoals gewoonlijk om 06:30 uur op. Het gevoel is dat het een redelijk normale dag gaat worden. Oh ja, normaal? Mijn lijf denkt daar al snel heel anders over. Als ik een kwartiertje beneden ben slaat de vermoeidheid weer toe. Ik sta drie kwartier in dubio of ik wel of niet aan het werk zal gaan. Ik kan nauwelijks mijn ogen open houden en op mijn benen staan. Dit wordt niets vandaag en ik moet mij ziek melden. Ik geef wel direct aan dat ik hoop dat het morgen beter gaat.
Ik val zo ongeveer op de bank en ruim 2 uur later lukt het om weer overeind te komen. In slow motion zet ik koffie en na nog een uurtje heb ik het gevoel dat het ergste achter de rug is. De rest van de dag blijft het behelpen met de energie maar ik ga er van uit dat morgen weer een gewone werkdag wordt. De leeggelopen vijver wordt weer langzaam gevuld.
Zoals ik al eerder schreef: Vermoeidheid, een duiveltje met vele gezichten. Waldenström met handlangers zoals verkoudheid, infecties griep, e.d. leggen wel een claim op je maar ik ga stug door.