Afscheid van een klotenjaar
Ik gaf al aan dat ik voor oudejaarsdag een ritueel had. Met recht had, want dit jaar kon ik er geen vorm aan geven. In de aanloop naar de 31ste, met die zieke, eenzame kerstdagen (ik hoor André Hazes vanuit de hemel een melodie neuriën) als bagage, schoot ik al vol bij de gedachte aan mijn ritueel. Als extraatje gaf diezelfde gedachte aan middernacht dan tevens zo'n "scheutmoment". Die grimmige genadeloze realiteitsklapper dat ik echt kanker heb en dat ik niet in een boze droom zit. Een klapper die als een soort zenuwscheut door de buik gaat (vraag me overigens af hoelang deze fase met de scheuten nog duurt).
Het ritueel zag er normaal gesproken als volgt uit:
Ergens in mijn huis, verstopt achter een kastdeur, hangt vastgeplakt met een bolletje Prittbuddie een blaadje papier. Dit blaadje heb ik precies een jaar geleden beschreven met vragen. Ik doe niet aan goede voornemens, maar vind (nu vond) het leuk om vragen te stellen aan de toekomst. Bij voorbeeld:
- Heb ik die opleiding gedaan die ik wilde doen?
- Heb ik nog gesolliciteerd, al is 't maar om te oefenen?
- Hoe is met de relatie tussen mijn zoon en zijn vrouw (.......)
- Hebben mijn zoon en ik elkaar voldoende gesproken?
- Hoe vaak heb ik mijn kleinkinderen gezien? (Dit in combinatie met de bovenstaande twee punten speelt sinds april. Het feit dat ik nu bijna een jaar mijn drie kleinkinderen niet heb gezien, lijkt me samen met de kanker voldoende om de titel van dit blog te rechtvaardigen...)
- Is de vriendschap tussen mij en mijn inmiddels gepensioneerde vriendin veranderd?
- Was het weer zo fijn in de lente en hoe beviel het nieuwe adres in de zomer op Terschelling (mooiste plek op aarde, hoef nooit meer ergens anders heen)
Afijn, dit type vragen dus en het leuke is dat ik na een paar weken al niet meer wist wat ik had geschreven. Zodra het aftellen gedaan is en het vuurwerk echt losbarst, pak ik mijn blaadje en lees. Ik beantwoord in mijn hoofd, reflecteer, mijmer wat en noteer op basis van de antwoorden vragen voor het volgende jaar. Tsja en daar ging het nu mis. Want wat kon ik in godsnaam nu opschrijven?
- Ben ik er nog?! (Deze vraag vond ik op zich wel komisch)
- Zo ja, met 1 oog of met 2?
- Om over alle familie-ellende maar te zwijgen
Verder kwam ik niet omdat ik in de zwaarte van afgelopen oudejaarsnacht sterk neigde naar het antwoord nee op vraag 1, geen hoop had bij punt 3 en met vraag 2 de angst voor en het protest tegen oogverlies niet aankon. De meer positieve gedachte aan de kans op bestraling in Zwitserland (waarover later meer) kwam gelukkig terug op 2 januari.
Hoe een ziekenhuis dan in staat is je in het prille nieuwe jaar het leven bijna nog zuurder kan maken dan de kanker, de volgende keer meer
1 reactie