DICHTE DEUR

DICHTE DEUR
 

Ik klop op de deur. 
Het gordijn wordt opengetrokken. Ik hoor gemorrel aan het slot. Buuf blijft in de deuropening staan.
Het gesprek gaat over het weer, de dagelijkse gang van zaken en lijkt niet meer te zijn dan een lange  aanloop. Ze aarzelt, fronst haar wenkbrauwen,schraapt haar keel. Het blijft even stil.
’En hoe gaat het nu met jouw gezondheid?’
Ik kijk buuf recht  in de ogen…en steek mijn duim omhoog.
Opgelucht haalt ze adem; ‘Jongen toch.’  
De deur laat ze zachtjes in het slot vallen… Ik ben opgelucht dat ze opgelucht is, al is er feitelijk gezien niets veranderd.