Kanker en externe factoren hebben grote invloed op elkaar volgens hoogleraar.
Een artikel van bron Volkskrant.nl 11-9-2013 geeft een aantal factoren aan die heel individueel kunnen liggen wat een behandeling kan beinvloeden. Schuin getypt aangegeven is direct overgenomen uit het bewuste artikel.
Persoonlijke kenmerken van patiënten bepalen in hoge mate het succes van een kankerbehandeling en artsen moeten daar veel meer rekening mee houden. Dat is de boodschap van de oratie die internist-oncoloog Ron Mathijssen vrijdag uitspreekt aan het Rotterdamse Erasmus MC. Hij wordt daar hoogleraar geïndividualiseerde oncologische farmacotherapie, wat erop neerkomt dat hij zich bezighoudt met behandeling-op-maat voor kankerpatiënten.
In het artikel wordt aangegeven dat er te weinig gekeken wordt naar factoren die van invloed zijn op de behandeling. Invloeden van b.v. roken tijdens chemo, kan ervoor zorgen dat de chemo minder goed aanslaat omdat de lever sneller gaat werken en de concentratie van de chemo daardoor lager wordt.
Grapefruit kan ertoe leiden dat enzymen in de lever tijdelijk minder goed werken, met als gevolg dat medicijnen niet goed worden afgebroken. De concentratie van een geneesmiddel kan daardoor verdubbelen, met mogelijk ernstige gevolgen.
Van kankermedicijnen die in vet oplosbaar zijn, is de werking sterk afhankelijk van het voedingspatroon: vet eten betekent dat er meer van het middel wordt opgelost en dat vergemakkelijkt de opname ervan in het bloed. Zo wordt de concentratie van het middel lapatinib (tegen borstkanker) vier keer zo hoog door de consumptie van een Big Mac.
Bijna de helft van de kankerpatiënten slikt medicijnen die schadelijk kunnen zijn voor hun behandeling. Zo vermindert paroxetine - een veel voorgeschreven antidepressivum - de concentratie van tamoxifen, een van de meest gebruikte middelen tegen borstkanker, met 70 procent. Mathijssen: 'De kankermedicatie werkt dan niet meer voldoende. Als je de concentratie niet meer kunt meten, doe je aan homeopathie.' Het omgekeerde effect bestaat ook: ketoconazol, een veelgebruikt middel tegen voetschimmel, verdubbelt de concentratie van een chemomiddel tegen darmkanker. 'Gelijktijdig gebruik kan dodelijk zijn.'
Veel kankerpatiënten denken er goed aan te doen om natuurlijke producten te gebruiken, maar dat moet sterk worden ontraden, zegt Mathijssen. Er zijn tal van gevaarlijke interacties met kankermedicatie bekend. Zo gebruikt 14 procent van de kankerpatiënten sint-janskruid (tegen neerslachtigheid) terwijl dat middel de concentratie van een bepaald chemomiddel tegen darmkanker met 40 procent vermindert.
De blootstelling aan een kankermedicijn kan afhangen van het moment van de dag waarop het wordt toegediend. 'De lever werkt overdag en 's nachts niet hetzelfde', verduidelijkt Mathijssen. In Rotterdam is bij twee middelen het effect van het bioritme bestudeerd: patiënten kregen de eerste keer hun medicatie 's morgens, later 's middags en tot slot 's avonds, waarna de concentratie in hun bloed werd gemeten. De resultaten verschijnen binnenkort, maar Mathijssen kan nu al zeggen dat een algemeen advies niet te geven is. Het optimale tijdstip kan per patiënt verschillen.
'Bommentapijt van chemokuren'
Die persoonlijke kankerbehandeling heeft de toekomst. Het jarenlange 'bommentapijt' van chemokuren heeft plaats gemaakt voor precisiebeschietingen: breng het dna van de tumor in kaart en geef dan medicijnen die de ziekte gericht kunnen afremmen. Maar minstens zo belangrijk is wat het lichaam van de patiënt met die medicatie doet, beseft Mathijssen na onderzoek bij patiënten en een studie van de literatuur. 'Houd je daar geen rekening mee, dan kan een geneesmiddel dat op papier perfect is, zijn doel voorbij schieten.'
2 reacties
Dat gepersonaliseerde medicatie bestond wist ik al wel en ik ben blij dat ze zich hier mee bezig houden.
Ik heb 14 jaar lang Seroxat (Paroxetine) geslikt en had daardoor wel vreemde hormonale verschijnselen, zoals melk uit de tepels (zou al jaren niet meer moeten kunnen...) en 12 jaar geleden ben ik gestopt met het slikken van deze AD. Toen heb ik echt een hormonale klap gehad en als ik dan nog eens goed nadenk kom ik zelf tot de conclusie, dat er wel degelijk een relatie gelegd kan worden tussen mijn borstkanker en het langdurig slikken van de AD.