Openbaar gesprek
22 augustus 2013 om 15.59,
gewijzigd 29 januari 2014 om 14.26
2 x gelezen

Vanmorgen Kracht ontvangen, het gratis kwartaalblad van het KWF en daarin las ik iets dat me emotioneel aanpakte. Kijk ik ben me er terdege van bewust dat ik palliatief word behandeld en heb over het geheel wel vrede met het feit dat ik niet meer beter word.
Wat ik wel denk is dat ik hoe langer ik leef toch meer kans heb om toch nog eens te genezen, of er gewoon een chronische ziekte bijkrijg die ik buiten geregeld medicijn gebruik volkomen negeer. Want er is natuurlijk wel heel veel in beweging voor wat betreft kankerresearch en niet alleen bij borstkanker.

In de Kracht staat een interview met prof. Dr Ate van der Zee hoogleraar Gynaecologische Oncologie aan het UMC Groningen.

Er wordt hem gevraagd:
Hoe ziet u de toekomst van de behandeling van eierstokkanker en hierop antwoordt hij:
“Ik heb hoge verwachtingen. Opereren blijft een belangrijk onderdeel van de behandeling, waarbij het doel is de tumor zoveel mogelijk, liefst volledig, te verwijderen. De klassieke chemotherapie blijft bestaan, maar we zouden graag verschillende soorten ‘doelgerichte therapie’ willen toevoegen. Momenteel worden de eerste stappen in deze richting gezet, waarbij voorzichtig vooruitgang wordt geboekt. Doelgerichte medicijnen zijn middelen die zeer specifiek op een bepaalde kanker aangrijpen. Kanker verandert door de verbeterde mogelijkheden hopelijk van een dodelijke naar een chronische ziekte.” 

Dat emotioneerde me, want hoezeer ik er ook over het geheel genomen vrede mee heb dat ik palliatief word behandeld, het liefste zou ik toch willen genezen en anders te verdragen behandeld worden tegen de gevolgen van een chronische ziekte.
                                                                                                                                                                                                        
Daarbij hoorde ik laatst ook nog iets heel cynisch op de radio, de farmaceutische industrie is van harte bereid geld te stoppen in medicijnen tegen chronische ziekten. Daar is wat aan te verdienen want dat is lange termijn gebruik. Dit in tegenstelling tot antibiotica wat een kuurtje is, behalve wellicht in de vleesproducerende ‘industrie’.
Waardoor we nu het risico lopen dat er geen antibioticum meer is op termijn die inmiddels resistent geworden bacteriën kunnen doden. Maar dat is weer een andere zorg.
Er is hoop voor me en meer hoop dan het zo lang mogelijk volhouden.