Via Vraag het een professional kun je vragen stellen aan een deskundige op kanker.nl. Bijvoorbeeld een vraag over je diagnose of de onderzoeken die je krijgt. Of vragen over je behandeling en de bijwerkingen daarvan. Ook kun je bij ons terecht voor vragen over je leven met/na kanker. De deskundige kan met je meedenken en uitleg geven. Goed om te weten: de professionals vervangen nooit je eigen arts, verpleegkundige of hulpverlener. Die blijft altijd je eerste aanspreekpunt.
Hoe kunnen we je het beste helpen?
Heb je een vraag over iets in je online patiëntendossier? Bespreek die altijd eerst met je arts. Heb je er daarna nog vragen over, dan kun je bij ons terecht. Maar vraag altijd eerst je arts.
Stel je vraag zo duidelijk mogelijk
Wat zet je in je vraag? Dit kan belangrijk zijn om te noemen:
- Welke onderzoeken je hebt gehad
- Het stadium van de ziekte
- Kenmerken van de tumor, bijvoorbeeld hormoongevoeligheid of genmutaties
- Uitslagen van onderzoeken: bijvoorbeeld de PSA-waarde of de CIN-uitslag
- De eindconclusie in het verslag van weefselonderzoek
Heb je vragen over bijwerkingen of gevolgen van de behandeling? Schrijf dan bijvoorbeeld:
- Welke medicijnen je gebruikt of hebt gebruikt
- Wanneer je bestraling kreeg
- Wanneer je geopereerd bent
Heb je vragen over omgaan met kanker? Schrijf dan bijvoorbeeld:
- Welke problemen je ervaart. Heb je bijvoorbeeld last van angst of onzekerheid, of problemen met je relatie? Of heb je vragen over hoe het gaat met je werk?
Wat kun je beter niet doen?
- Plaats niet het hele verslag van weefselonderzoek.
- Plaats geen afbeeldingen van scans of röntgenfoto's.
- Plaats geen foto’s van bobbeltjes, vlekjes en dat soort dingen.
- Plaats geen namen, telefoonnummers, mailadressen van jezelf of zorgverleners.
Gebeurt dit toch? Dan moeten we dit soort extra gegevens helaas verwijderen.
Vind je het moeilijk om een vraag te stellen? Dan kunnen de voorlichters van kanker.nl helpen bij het maken van een vraag.
Goed om te weten:
- Alle vragen en antwoorden zijn openbaar. Elke bezoeker van kanker.nl kan de vraag en het antwoord meelezen. Gebruik daarom altijd de naam die je hebt gekozen toen je een account aan hebt gemaakt.
- Onze professionals stellen geen diagnose, geven geen second opinion en geen behandeladvies. Heb je klachten die door kanker kunnen komen, dan kun je het beste naar je huisarts gaan.
Hoe werkt het?
- Om een vraag te kunnen stellen heb je een account nodig. Heb je een account dan moet je eerst inloggen.
- Kies de professional(s) aan wie je een vraag wilt stellen. Klik op Stel je vraag en klik daarna op vraag versturen.
- De professional probeert je vraag zo snel mogelijk te beantwoorden.
- Je krijgt een melding op je overzicht met activiteiten als je vraag beantwoord is.
Uitslag lisexcisie
Goedemiddag,
Ik heb recent geleden meegedaan aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker. Daaruit kwam een uitslag van pap3a2. Na biopten hebben genomen in het ziekenhuis bleek het om een CIN 3 te gaan. Ik heb vrij kort daarna een lisexcisie ondergaan. Vandaag kreeg ik deze uitslag binnen:
CONCLUSIE: Cervix lisexcisie (LEEP / LLETZ), centraal: plaveiselcelepitheel: CIN1 / geringe dysplasie; cylinderepitheel: geen dysplasie. Overig: squameuze metaplasie en acute ontsteking.
KLINISCHE GEGEVENS: Klinische gegevens: Oorspronkelijke order: 40064487108 Materiaal: MATERIAAL I cervix verkrijgingswijze: lisexcisie Lokalisatie: centraal Klinische gegevens: CIN 3 uit biopt. Nu transformatiezone weg Markering: voor en achterlip Formaline: ja Eerdere therapie: geen
MACROSCOPIE: 3 fragmenten. Fragment 1: een slijmvliesfragment van 14 x 12 x 3 mm. Het resectievlak wordt zwart geïnkt, A: 3 lamellen. Fragment 2: een slijmvliesfragment van 21 x 19 x 10 mm. Het resectievlak wordt zwart geïnkt. B: beide kapjes. C: 4 lamellen. Fragment 3: een slijmvlies fragment van 44 x 22 x 9 mm. Het resectievlak wordt zwart geïnkt. D: beide kapjes. E: 4 lamellen. F: 3 lamellen. G: 2 lamellen. H: 3 lamellen. Ti 8b.
MICROSCOPIE: Gebaseerd op de richtlijnen Cervixcarcinoom versie 3.0 (2012) en CIN, AIS en VAIN versie 1.0 (2015) Macroscopie Type ingreep: lisexcisie (LEEP / LLETZ) Lokalisatie: centraal Microscopie Type afwijking: pre-invasieve laesie Bevindingen plaveiselepitheel: CIN1 / geringe dysplasie Bevindingen cylinderepitheel: geen dysplasie (Overig) cervixslijmvlies: squameuze metaplasie en acute ontsteking Aanvulling microscopie Het weefsel werd op serie onderzocht. De P16 op D, E en H is negatief.
Ik heb hierover wat vragen.
1. Kunt u mij in het kort vertellen wat dit inhoud?
2. De P16 op D, E en H is negatief. Wat houd dit in?
3.cervixslijmvlies: squameuze metaplasie en acute ontsteking. Moet ik hiervoor behandeld worden?
4. Ik heb de HPV 16 variant. Wat gaat er gebeuren als dit niet verdwijnt?
5. Aangezien HPV 16 een agressievere variant is heb je meer kans om op andere plekken kanker te krijgen zoals mond, keel, schaamlip, vagina. Waarom wordt bij deze lichaamsdelen niet getest?
Groetjes Michelle
Antwoord
Beste Michelle,
Het is echt niet de bedoeling dat ik hier woord voor woord je uitslag ga uitleggen...
Het komt erop neer dat er CIN I wordt gezien. Blijkbaar was het biopt (dat was CIN III schrijf je) van de meest afwijkende plek en daarmee ook al meteen verwijderd, Kortom milde afwijking nadat er eerder en ernstiger afwijking was gezien.
P16 is een kleuring die vaak positief is als de cellen geinfecteerd zijn met het HPV virus. Blijkbaar was die in onderdeel D, E en H negatief, dan zijn er dus geen aanwijzingen dat de cellen in die onderdelen geinfecteerd waren met HPV. Het is overigens geen 1-op-1 overeenkomst tussen de P16 kleuering en HPV maar een afgeleide.
Squameuze metaplasie is geen afwijking en als je geen klachten hebt van de acute ontsteking (afscheiding, jeuk,branderingheid) hoef je niet behandeld.
Hoe weet je dat die HPV16 hebt? Is dat uit je uitstrijkje gebleken? Tegenwoordig krijg je geen uitslag meer van je HPV type maar alleen of je geinfecteerd bent met een hoog-risico of een laag-risico HPV. Maar goed: als de HPV niet verdwijnt loop je het risico dat je over een aantal jaar weer afwijkende cellen in je uitstrijkje zult hebben en wellicht nog een keer behandeld moet worden om baarmoederhalskanker te voorkomen. Weet niet precies hou oud je bent en we weten natuurlijk ook niet wanneer je geinfecteerd bent geraakt, maar het feit dat er nu maar een heel klein beetje CIN III en vooral CIN I was geeft al aan dat de ontwikkeling van onrustige cellen langzaam is gegaan.
De andere lichaamsdelen worden niet getest (maar wel bekeken: vulva, anus en vagina bijv) omdat er geen 'makkelijke' behandeling van voorloperstadia mogelijk is en omdat de kans op het ontstaan van onrustige cellen lager is.
Hoop dat dit je helpt,
Met vriendelijke groet,
Cor de Kroon