Onderzoek voor patiënten met hormoongevoelige uitgezaaide borstkanker die behandeld worden met palbociclib. Er wordt onderzocht wat de oorzaak is waardoor de borstkanker uiteindelijk ongevoelig wordt voor het medicijn palbociclib.
Palbociclib is een medicijn dat de groei van borstkankercellen remt waardoor de tumor niet verder groeit en in sommige patiënten ook kleiner wordt. Na verloop van tijd zullen de kankercellen niet meer reageren op de behandeling waardoor de tumor weer verder zal gaan groeien. Het is niet bekend wat de oorzaak is van het ongevoelig worden van de kankercellen voor het medicijn palbociclib. Het doel van dit onderzoek is het vinden van deze oorzaak.
Palbociclib wordt sinds een aantal jaren gegeven aan patiënten met hormoongevoelig uitgezaaide borstkanker. Palbociclib is een zogenaamde CDK4/6 remmer, een medicijn dat zorgt voor het remmen van de celcyclus. Palbociclib wordt altijd in combinatie met anti-hormonale behandeling gegeven. Hoe lang het medicijn werkt om de groei van de tumor te remmen verschilt per patiënt. Uiteindelijk zal helaas elke tumor ongevoelig worden voor het medicijn palbociclib.
De precieze oorzaak van het ongevoelig worden van de tumor voor palbociclib is nog niet bekend. Het ontrafelen van deze oorzaak kan er voor zorgen dat in de toekomst nieuwe gerichte behandelingen worden ontwikkeld.
De PALETTE studie onderzoekt deze veranderingen in het genetisch materiaal door onderzoek te doen in losse tumorcellen die zich in het bloed bevinden, ook wel circulerende tumorcellen (CTC’s) genoemd. Op twee momenten zal geprobeerd worden CTC’s te verkrijgen, namelijk vóór start met palbociclib en op het moment dat er toename van ziekte is en palbociclib niet meer voldoende werkt, om zo verschillen tussen CTC’s en tussen deze twee meetmomenten in beeld te brengen. Er zijn voor dit onderzoek op beide momenten veel CTC’s nodig. Hiervoor wordt gebruik gemaakt van een diagnostische leukaferese (DLA). Uitleg hierover wordt gegeven bij stap 2 en 3.
De voorwaarden voor deelname aan dit onderzoek zijn onder andere:
Stap 1: geschiktheid
Tijdens het eerste bezoek aan het Erasmus MC bepaalt de arts-onderzoeker op basis van de medische voorgeschiedenis, medicijngebruik en eventuele allergieën of de patiënt kan deelnemen aan de studie. De patiënt vertelt aan de onderzoeker of de informatie duidelijk is en of de patiënt wil deelnemen aan de studie. Er worden twee buisjes bloed (7,5 ml) afgenomen. Als er 5 of meer CTC’s in het bloed aanwezig zijn kan worden overgegaan naar stap 2, de voorbereiding voor de diagnostische leukaferese (DLA). Bij 5 of minder CTC’s, stopt de studie. Als er in één buisje bloed al voldoende CTC’s worden gevonden, kan de patiënt deelnemen zonder DLA. In dat geval zullen er drie buisjes bloed van 7.5 ml worden afgenomen en volgt stap 4.
Stap 2: voorbereiding DLA
Als er 5 of meer CTC’s in het bloed aanwezig zijn, vindt een DLA plaats. Bij een DLA wordt maximaal 5 liter bloed van een patiënt gefilterd in een machine waarbij de CTC’s uitgefilterd worden. Via een infuusnaald wordt bloed van de patiënt door de machine geloodst waarna het bloed weer aan de patiënte teruggegeven wordt.
Samen met de arts-onderzoeker wordt bepaald of de patiënt geschikt is voor de studie.
Stap 3: de procedure: Diagnostische Leukaferese (DLA) in het Erasmus MC
Voor de leukaferese wordt maximaal 5 liter circulerend bloedvolume gebruikt, waarbij het grootste gedeelte tijdens de procedure dus weer wordt teruggegeven. De duur van de leukaferese is ongeveer 1,5 tot 2 uur.
De onderzoekers streven ernaar stap 1 t/m 3 in één week tijd te voltooien en informeren de behandelend arts.
Stap 4: Behandeling met palbociclib (volgens standaard zorg) in eigen ziekenhuis
Na de DLA-procedure start de patiënt met de palbociclib (samen met anti-hormonale therapie) in het eigen ziekenhuis. Tijdens deze behandeling zal er regelmatig met een scan gekeken worden hoe de tumor reageert op de behandeling (dit valt onder de standaard zorg tijdens behandeling met palbociclib). Deze stap vraagt geen extra bezoeken naar het Erasmus MC.
Stap 5: Bij toename van ziekte tijdens behandeling met palbociclib
Wanneer wordt gezien dat de tumor niet meer reageert op de behandeling zal de behandelend arts contact leggen met de coördinerend onderzoeker. Wanneer de tumor in eerste instantie wel heeft gereageerd op de behandeling zal opnieuw een DLA-procedure worden uitgevoerd. Hiervoor wordt met bloedonderzoek opnieuw gekeken of er geen bezwaar is tegen het ondergaan van een DLA.
Bij geen bezwaar zal opnieuw een afspraak worden gemaakt voor een DLA (zie stap 3). Na deze DLA is de studie beëindigd. Deze stap vraagt weer om 1 extra bezoek (de DLA-procedure) aan het Erasmus MC. Daarna stopt de deelname aan het onderzoek.
De behandeling met anti-hormonale therapie en palbociclib vindt plaats in het eigen ziekenhuis. De behandelend arts aldaar bespreekt dan ook de bijwerkingen betreffende deze behandeling.
De arts-onderzoeker bespreekt met de patiënt de DLA-procedure. Een bijwerking hiervan die een enkele keer wordt gezien is het ontstaan van tintelingen rond de mond en/of vingers, welke snel na einde DLA weer verdwijnen.
Onderstaande ziekenhuizen nemen deel aan het onderzoek. Het kan zijn dat uw ziekenhuis niet genoemd wordt, maar wel aan het onderzoek deelneemt. Informeer hiernaar bij uw arts.
Pfizer
Het onderzoek naar deze nieuwe behandeling is getoetst door een erkende medisch-ethische toetsingscommissie. Deze heeft geoordeeld dat het verantwoord is om de medewerking van patiënten te vragen. Voor meer informatie zie: CCMO.
Vermelding in Trialregister:
Wil je meedoen aan deze trial? Bespreek dit dan met je arts. Hij of zij kan beoordelen of je in aanmerking komt. Ook kun je inhoudelijke vragen over de trial met je arts bespreken.
Tip: Neem in elk geval de naam van de trial mee naar je arts.