D Day: vandaag word ik geopereerd
Ik denk dat ik bij elkaar twee uur heb geslapen. Mijn moeder ligt naast me te woelen. Bij haar gaat het ook niet veel beter. Om zes uur gaat de wekker en voor de alleralleraller laatste keer ga ik douchen met mijn complete lijf. Mijn ogen zijn gezwollen van het slaapgebrek en ik geniet van mijn kopje thee. Nog een uur mag ik wat drinken. Een kwartier te vroeg komen we aan bij het ziekenhuis. Zeven uur. We videobellen nog even met mijn neefjes. 'Tante Mimi, waar zijn jullie?', vraagt de oudste. 'Bij het ziekenhuis, toch!' 'Oh ja', zegt hij en alsof hij de ernst aanvoelt vraagt hij niet verder. Dan komt ook mijn vriendinnetje aan en gaan we naar binnen. Let's do this.
Na even wachten worden we door twee verpleegkundigen naar mijn kamer geleid. Het lijkt in niets op een ziekenhuiskamer. Twee mooie boxsprings, design stoelen, hippe lampen. Alles is zo normaal mogelijk om het 'zieken' gevoel zoveel mogelijk weg te houden. En dat lukt aardig. Als mijn bloeddruk wordt gemeten heb ik grote verhalen. De verpleegkundige kijkt bezorgd. 'Misschien moet je toch maar een oxazepammetje nemen, je bloeddruk is veels te hoog'. Nee, dat wil ik niet. Ik krijg straks al genoeg troep in m'n lijf. 'Probeer het nog maar een keer, ik was druk aan het praten', stel ik voor. Ik concentreer me op m'n ademhaling (lang leve de yogalessen) en ja hoor, de bloeddrukmeter geeft normale waarden aan. Pfieuw.
Ik mag met de nucleair geneeskundige mee om de Poortwachterklier aan te stippen. Dit gaat ongeveer een uur duren, zegt hij. Ik mag weer het bekende papieren ziekenhuisjasje aan doen en op de tafel van het apparaat gaan liggen. Als ik de injectiespuit zie trek ik wit weg. Nee, weg met die naald! Mijn borst doet nog zoveel pijn van de vorige keer. 'Deze naald is veel dunner dan de naald van de biopten', stelt een van de geneeskundigen me gerust. Ik ben er nog steeds niet gerust op, maar ja, het moet maar weer. Oke, de prikjes vielen mee, maar nu moet ik mijn borst vijf minuten lang masseren. Ik weet niet of dat lukt met zoveel pijn. Maar ik ga braaf aan de slag. Ergens is het ook wel mooi. De afgelopen periode heeft mijn rechterborst zoveel aandacht gekregen. En nu weer... Een waardig afscheid.
Ik heb goed gemasseerd, want het radioactieve spul wat in me is gespoten is goed verdeeld. Nu moet ik twintig minuten in de machine liggen, waar ze een video van mijn klieren gaan maken. Ik ben blij dat ik geen last heb van claustrofobie, want nog geen centimeter boven mijn neus hangt een grote plaat. Ik sluit mijn ogen en denk alvast aan waar ik ook aan ga denken voordat ik straks onder narcose ga: het strand van Cuba. Het was nog best lastig, te bedenken welke bestemming het ging worden. Maar Cuba it is. De wuivende palmbomen, strakblauwe lucht, het hagelwitte strand, de azuur blauwe zee en de vrolijke Cubaan die nog maar weer een rondje Mojito's kwam brengen. Ik ben voor even weer terug op die paradijselijke plek en juppp, die 20 minuten zijn zo voorbij.
Dan wordt er nog een rits foto's gemaakt, de klier afgetekend en dan zit het erop. Ik heb mazzel, want soms is de klier niet meteen te zien en komt er een tweede sessie. Maar ik ben om negen uur alweer terug op mijn kamer. Het duurt nog even tot de operatie, die is om 10:20u. Maar dan komt de verpleegster met het nieuws dat ze klaar voor me zijn. Ik ben de eerste van de dag en ik mag nu al richting OK. Ik schrik. Nu al? Ik ben er helemaal nog niet klaar voor. Ik weet even niet waar ik het moet zoeken. Door het raam schijnt een streep zonlicht precies op het bed. Daar ga ik even zitten. Ik weet het even niet. Ik kan niks uitbrengen. Ik wil niet. Ik wil dit allemaal niet. Wat is dit voor nachtmerrie? Ik barst in huilen uit.
Gehuld in mijn papieren ziekenhuis jasje, ziekenhuissokken, met daarover heen slobsokken en een badjas loop ik richting de OK. Als een lam naar de slachtbank. Daar word ik overgedragen aan de anesthesie medewerker. Ik mag in een ziekenhuisbed gaan liggen en krijg een warme deken over me heen. Zalig. Dat helpt. Een beetje. Hoe heet je? Wanneer ben je geboren? Waarvoor kom je hier? Braaf beantwoord ik alle vragen. Het is een hele waslijst: 'het weefsel van mijn rechterborst wordt weggehaald, (ik weiger geamputeerd te zeggen), mijn tepel wordt weggehaald, de Poortwachtersklier en evt nog een paar klieren worden verwijderd en er wordt een tissue expander geplaatst'. Met dit alles zullen ze zo'n twee uur bezig zijn.
Als ik mijn infuus met antibiotica krijg, klets ik wat met de anesthesie medewerker. Het is eigenlijk best gezellig. Nu ik hier toch ben, kunnen we er maar beter het beste van maken. Ik zie allemaal mensen in OK kleding voorbij lopen. 'Het lijkt wel de polonaise, he', zegt er een tegen mij. 'Ja, het lijkt wel carnaval', grap ik mee. Dan komen mijn chirurg en plastisch chirurg. Ze hebben er zin in, lijkt het. Mijn plastisch chirurg begint met een zwarte marker driftig op mijn borst te stiften. Ik kijk maar niet. Ook weer zo'n rare gewaarwording dit. Ik praat nog wat met de chirurgen, stel mijn laatste vragen en dan is het tijd voor de OK. Als ik de OK in word gereden zie ik mijn plastisch chirurg op zijn telefoon zitten. Ook weer zo'n raar iets, deze man zit hier een beetje te appen, terwijl hij mij straks aan het opereren is!
Ik mag overstappen op de operatietafel en als ik goed lig, vraagt iemand waar ik zo direct aan ga denken. Het strand van Cuba, roep ik uit. Dat vinden ze allemaal wel wat en ze willen weten of ik daar privé of voor werk ben geweest. 'Nou, voor werk ben ik niet verder gekomen dan Spanje', zeg ik. 'Dat is verder dan wij', grapt een OK medewerker. Touché. Ik vertel dat ik een maand geleden nog in Parijs was om de cast van de Netflix serie Emily in Paris te interviewen. Dat maakt wel indruk. Blijkbaar is mijn plastisch chirurg uitgeappt, want daar is hij met een verhaal over zijn Cuba avonturen. Hij vertelt over de soorten rum en drank die hij kon bestellen en ik vraag hem waar hij allemaal geweest is. Maar dan voel ik dat ik mijn aandacht er niet meer bij kan houden en ik weet, de narcose begint te werken. 'Ik kan zo niet meer antwoorden', zeg ik nog voordat ik wegzak in een diepe, diepe slaap.