Droom ik? Gaat dit over mij? Dit kan niet.

Vandaag is de afspraak in het ziekenhuis voor het knobbeltje in mijn borst. Ik was er eigenlijk totaal niet mee bezig de afgelopen week, maar nu ik in de auto zit merk ik dat ik toch een beetje zenuwachtig ben. Zo'n mammografie schijnt aardig pijn te doen en ja... wat als het misschien toch niet goed is? Hoewel ik zeker weet dat het niks is, begin ik me toch een beetje zorgen te maken. 

Als ik aankom in Bilthoven ben ik verbaasd over de locatie van het ziekenhuis. Het Alexander Monro ligt middenin de bossen, op een groot terrein met allemaal losse gebouwtjes. Ik ben hier nog nooit geweest, maar de eerste indruk is prachtig. Wat een fijne omgeving! Na even zoeken vind ik het juiste gebouw. Helaas regent het pijpestelen, dus ik trek een sprintje naar de ingang. Daar ben ik weer verbaasd, want ik kom niet binnen in een ongezellig groot ziekenhuis waar je je een nummer voelt. Nee, ik word welkom geheten door de receptioniste en ze vraagt me te gaan zitten in een van de comfortabele stoelen tegenover haar. Oke.. dit ben ik niet gewend. Ze neemt de tijd voor me, schrijft me in en dan mag ik plaatsnemen in de wachtruimte. Nou ja, wachtruimte, het voelt meer als een chique kliniek, met een prachtig ingerichte middenruimte, lekkere banken, ruime fauteuils in hippe kleuren en zelfs scented  water met munt of citroen. Als ik ooit borstkanker zou krijgen, dan zou ik hier behandeld willen worden, denk ik nog. Wat een fijn ziekenhuis. 

Als ik aan de beurt ben wordt mijn naam niet luidkeels geroepen, nee, de assistente heeft bij de receptioniste gevraagd waar ik ben gaan zitten en ze loopt direct naar me toe en stelt zich voor. Ook zo fijn. We lopen naar een kamer waar de mammografie gemaakt wordt. De medewerker is super aardig, legt alles goed uit en als ik mijn bovenkleding heb uitgedaan gaan we beginnen. Na alle horrorverhalen over hoe pijnlijk een mammografie is, ben ik op het ergste voorbereid. Maar heel eerlijk, ik vind het wel meevallen. Nee, het is niet prettig als je borst zowat wordt platgedrukt door een machine, maar zoveel pijn doet het nou ook weer niet. Het vervelendste vind ik nog de druk tegen mijn ribben en de stand van mijn nek, omdat mijn hoofd eigenlijk in de weg zit bij dit onderzoek. Als beide kanten zijn gedaan mag ik me weer aankleden en plaatsnemen in de 'wachtruimte', totdat de radioloog klaar is voor mijn echo. Nou, dat viel me alles mee. Ik app nog even naar een collega, die met me meeleeft. Mijn ouders heb ik niet verteld dat ik hier zit. In het voorjaar kreeg mijn moeder borstkanker en we hebben er net a hell of a year opzitten. Die ga ik niet onnodig bang maken. En... dat knobbeltje is toch niks. Ik voel het. En mijn gevoel is altijd juist. 

De radioloog is klaar voor me en ik mag plaatsnemen op de onderzoeksstoel. Ik heb een roze sjaal gekregen die ik om mag slaan voordat het onderzoek begint. Super fijn. Sowieso tegen de kou, maar het is ook enorm kwetsbaar om in je blote borsten te liggen wachten. Ze hebben aan alles gedacht hier om je je zo comfortabel mogelijk te laten voelen als maar kan in deze situatie. De radioloog steekt meteen van wal. 'Het knobbeltje is goed, zegt hij, maar we hebben wel andere plekjes gezien op de mammografie'. Ik weet niet wat ik hoor. 'Mochten die plekjes kwaadaardig zijn, dan gaan we zo snel mogelijk biopten afnemen'. In een soort van roes hoor ik woorden als 'hoofdbehandelaar' en 'behandelplan' en het lijkt even alsof ik hier niet echt ben. Droom ik? Gaat dit over mij? Dit kan niet. Het knobbeltje is niks, daar had ik dus gelijk in. Maar plekjes? Wat is dit voor foute film? De radioloog begint aan het onderzoek en de tranen stromen over mijn wangen. Ik maak geen geluid, ik ben niet overstuur. Het stroomt uit mijn lijf, ik kan het niet stoppen. 'Dit is een volstrekt normale reactie die we vaker zien na het brengen van dit soort nieuws', zegt de radioloog in een poging om me te troosten. Tja, dat is een feitelijk juiste constatering van wat er gebeurt, maar het heeft natuurlijk totaal niks te maken met hoe ik me VOEL en het feit dat mijn wereld op dit moment op z'n kop staat.

Ik mag meekijken op het scherm, 'kijk, hier zie je de kalkspatjes, zoals we die noemen'. Ik heb geen idee wat hij aanwijst. Dat de beste man hier spatjes in kan ontdekken vind ik knap. Maar ze zitten er. De mammografie klopt, de echo bevestigt het. De volgende stap is biopten afnemen. Omdat er iemand is uitgevallen kan dat diezelfde ochtend nog. Ik mag even blijven liggen en als verdoofd staar ik naar het plafond. Dit kan toch niet? Ik word zo wakker en dan was het gewoon een grote boze droom. Een chirurg komt binnen en ze stelt zich voor als mijn behandelend arts. What? Behandelend arts? 'Maar wat als er uit de biopten blijkt dat het niet kwaardaardig is?, vraag ik nog. Volgens de chirurg is die kans klein en mocht dat zo zijn dan moet ik sowieso terugkomen omdat de uitslag dan afwijkt van wat de mammografie en de echo hebben laten zien. Ze wil mijn borsten nog even zien 'nu ze nog gaaf zijn'. Die opmerking komt binnen. Nu ze nog gaaf zijn? Wat gaat er allemaal gebeuren, joh? Een uur geleden was er nog niks aan de hand en nu heb ik misschien borstkanker?!

Ik mag weer even plaatsnemen in de gemeenschappelijke ruimte. Ik staar in de verte en de wereld gaat aan me voorbij. Ik weet niet hoelang ik daar heb gezeten, het zal een uur zijn geweest, maar het voelde als vijf minuten. Dan mag ik meekomen voor de stereotactisch biopt. Omdat de kalkjes diep in mijn borst zitten worden de biopten in het mammografie apparaat genomen, met plaatselijke verdoving. Ik onderga het. De radioloog vertelt me elke stap die hij uitvoert, maar ik wil het helemaal niet horen. Let's just get it over with, en snel een beetje. Tijdens het afnemen van de biopten stromen de tranen weer over m'n wangen. De sluizen zijn geopend. De assistenten zijn lief voor me, houden m'n hand vast, aaien over m'n rug. Lekker handig ook dat ik niemand heb meegenomen. Maar ja, wist ik veel. Ik dacht: onderzoekje en klaar. Ik blijf in m'n eigen cocon, focus me op mn ademhaling (toch handig, die yogalessen), ik kijk weg, want ik wil niks zien van het onderzoek. Ik wil dat dit klaar is. Ik wil naar huis. En dat mag ik al gauw. 'Vanavond zeker niet sporten?', vraag ik nog. Nee, de eerste 24 uur moet ik rustig aan doen. Oke. 

Als ik buiten sta pak ik mijn telefoon en als ik mijn ouders aan de lijn heb kan ik niet meer rustig blijven. Ik ben helemaal overstuur, ik vind het zo erg om hen dit bericht te moeten vertellen. Ze komen direct naar me toe. Wat nu? Ik bel m'n baas. Ik wil dat zij dit weet. Ze neemt niet op. M'n zusje is aan het werk, die app ik. Ze belt al gauw terug. Daarna m'n baas. Een vriendin. Al bellend rijd ik naar huis en vertel wat me deze ochtend is overkomen. De komende 48 uur moet ik wachten tot de uitslag van de biopten er is. En waar de een me gerust probeert te stellen: 'je weet het nog niet, misschien valt het mee', kan ik tegelijkertijd de gezichten van de chirurg en de radioloog niet uitvlakken. Hun woorden klinken na in m'n hoofd: 'we gaan je sowieso nog zien'. 'Ik doe dit werk al even en dit ziet er niet goed uit'. Weinig hoopvol.

3 reacties