Het ziet er heel mooi uit, zeggen ze. Maar ik heb nog nooit in mijn leven zoiets lelijks gezien.

Ik heb het nu al een paar keer gehoord, dat het er 'heel mooi uit ziet'. Mijn moeder beaamt dit als ze me helpt met aankleden. Ik vraag me af of ze in ineens knettergek is geworden. Want als ik naar mijn rechterborst kijk zie ik een grote ravage. Of ja, groot. Klein. Waar eerst cup D zat, zit nu een cup AA. Mijn borst is knalgeel en horizontaal loopt er een grote jaap overheen. Het is maar wat je mooi noemt. Ik heb nog nooit zoiets lelijks gezien. Het enige wat me troost is dat er aan de binnenkant een kleine bolling zit. Toch iets wat een beetje op een borst lijkt.

Sowieso heb ik in de tweede week na m'n operatie nog steeds veel pijn. 'Voelt een bevalling ook zo?' vraag ik aan een vriendin. Misschien wel, antwoordt ze, maar dan heb je een klein wondertje in je armen die alles goedmaakt. Tja. Dat wondertje mis ik dan weer. Wat ik wel heb is een nieuwe grote vriend, mijn drain. Overal gaat 'ie met me mee naartoe. Soms vergeet ik 'm weleens, maar dan word ik er al snel aan herinnert dat hij ook mee moet. Ranzig iets eigenlijk, een grote pot met bloed en wondvocht. En het doet ontzettend pijn waar de drain mijn lijf ingaat. Ik voel dat ding continue en kan niet wachten totdat 'ie eruit mag. Voorlopig loopt de drain nog teveel, dus daar zit ik de komende tijd nog wel even aan vast. 

Er zijn zoveel dingen waar je nooit over nadenkt totdat je een mastectomie hebt gehad. Gelukkig maar, natuurlijk. Zo merk ik dat ik het gewoon kouder heb aan de rechterkant van mijn borst. En dat kan wel kloppen, want er is 570 gram borstweefsel verwijderd. Dat is een dik natuurlijk dekentje wat mij altijd warm heeft gehouden! En die is nu weg. Dus gauw uit dat vest met gaatjes, daar komt de kou dwars doorheen. En nog zoiets raars, als ik slik, voel ik koude dranken rechts letterlijk onder mijn huid naar beneden gaan. Noem me gek, maar het is echt waar. Dit heb ik eerder nooit zo gevoeld. Heel vreemde gewaarwording.

Lichamelijk zijn er nog zoveel meer uitdagingen. Ik mag mijn arm niet boven mijn schouder houden, dus ja, maak dan maar een staart van je lange haar. Haren wassen... gaat ook niet echt. Kleding aan en uit doen is helemaal een project. Op de wc een wc papiertje achter je uit de wc-rolhouder halen... auw! Dingen waar ik normaal niet eens over nadacht zijn nu ineens een opdracht waarbij ik hulp nodig heb. Slapen is helemaal drama. Ik ben een buikslaper. M'n zij ligt ook lekker. En dat mag absoluut niet. Dus ik slaap op m'n rug. En dat ligt zo ontzettend verrot. Omdat ik het niet gewend ben word ik middenin de nacht wakker van de pijn van m'n rug. Dan moet ik even rondlopen om erna maar weer te gaan liggen. Op m'n rug... 

Wat ik al van tevoren gepland had, was een kappersbezoekje. Ik wist dat haren wassen 'm niet ging worden en daarom dacht ik: haren wassen en knippen, twee vliegen in een klap. Het toeval wil dat er 600 meter van het huis van mijn ouders een krullenkapper zit. Het wordt mijn eerste echte loopje. Als een omaatje loop ik voorovergebogen achter mijn moeder aan. De drain verstopt onder mijn jas. Ik wil wel harder lopen, maar ik kan niet. Mijn borst trekt, mijn arm doet zeer als ik 'm beweeg en ik heb gewoon nul conditie meer. Nul. Ongelooflijk. Stoepje op, stoepje af, een tegel die scheef ligt, ik voel alles. Alsof ik een stormbaan over ga. Ik ben blij als ik in de kappersstoel zit. God, wat heerlijk dat warme water over mijn hoofd en ochh die hoofdmassage, wat een zaligheid. Eindelijk weer frisse haartjes. Dit is genieten tot de max. En van dat ene uitje ben ik alweer helemaal kapot. Als ik thuis ben ga ik gauw weer liggen.

Ze kunnen je van te voren van alles vertellen, maar hoe het echt is weet je pas als je het zelf meemaakt. Ik heb twee vrouwen gesproken die hetzelfde hebben ondergaan en het was zo fijn om met hun te kunnen sparren, al m'n vragen te stellen, zij weten het immers, hebben het zelf meegemaakt! Maar toch ervaart iedereen het weer anders. Ik vind het allemaal helemaal niet meevallen. Ik heb nog nooit zoiets heftigs ervaren en ook nog nooit zoveel pijn gehad. Ik kan er niks anders van maken. 

Toch was ik opgelucht na mijn operatie. Het voelde goed dat de foute cellen weg waren. Nee, ik vond het niet leuk (understatement) dat mijn borst weg was, maar het was wel beter. Nu is het wachten op de uitslag van het weefsel. Die hoor ik deze week. Daaruit kan zomaar nog blijken dat ik nog een behandeling ga krijgen. Chemo, bestraling... Wat de artsen op de mammografie, de echo en de MRI hebben kunnen zien is dat het DCIS 2 is. Maar ja, er kan dus zomaar nog wat meer gevonden worden. Doodeng. Toch zegt het stemmetje in mijn hoofd dat het goed zit. Dat ik juist gehandeld heb en dat ik er nu van af ben. Maar ja. Wat voor garanties geeft een stemmetje in mijn hoofd?

Donderdagochtend is het zover. Om 08:15u worden we verwacht bij mijn oncoloog. Ze valt meteen met de deur in huis. In het weefsel zijn ook plekjes van DCIS 3 gevonden. Dat betekent 80% kans op borstkanker. Jeetje. En in de tepel zat de ziekte van Paget, dat is tepelkanker, oftewel DCIS 3 van de tepel. Nee joh... Ik ging mijn operatie in met het idee van 40% kans op borstkanker en dat blijkt nu het dubbele te zijn en ook nog tepelkanker. Wat heb ik een goede keuze gemaakt. Hoewel de uitslag niet fantastisch is, ben ik wel blij. Of ja, de uitslag is eigenlijk wel fantastisch. Want de verkeerde cellen zijn mijn lijf uit. De lymfeklieren zijn schoon. De snijranden zijn schoon. De komende 20 jaar blijf ik jaarlijks onder controle bij het ziekenhuis, voor een mammografie en een lichamelijk onderzoek voor mijn rechterborst. Maar voor nu was dit mijn laatste gesprek met de oncoloog. Ik hoef geen vervolgtraject bij haar. Dat is geweldig!!! 

Nu kunnen we ons vol op de reconstructie gaan storten. Een nieuwe borst. Voor een nieuwe ik. Want dat ik niet meer de oude ben, dat is zeker. Wat ik nu heb meegemaakt heeft me veranderd. Doen stilstaan bij de vergankelijkheid van het leven. Bij het wonder dat het lichaam heet en dat het niet vanzelfsprekend is dat je gezond bent en blijft. Dat je nu moet leven, nu moet genieten, alles is nu. Niet morgen. Wie weet hoe morgen er weer uit ziet. Je hebt nu. En daar genieten we nu van met een heerlijk stukje taart om dit heuglijke nieuws te vieren. Proost!

 

4 reacties