No way dat ik vandaag al naar huis ga

Van mijn plastisch chirurg mag ik naar huis vandaag. Maar ik zie dat totaal niet zitten. Ik ben gisteren flauwgevallen, ik heb er een helse nacht opzitten met super veel pijn. Ik vind de tien stappen naar de badkamer al een opgave. Hoe moet ik helemaal naar de auto komen? En hoe moet dat thuis? No way dat ik vandaag al naar huis ga. Gelukkig begrijpen de zusters dat en mag ik nog een nachtje blijven als ik dat wil. Pfieuw. 'We gaan je straks even lekker wassen, even opfrissen', zegt een mij iets te pittige verpleegster. Ik heb daar helemaal geen zin in. Mij nie belle

Maar helaas, deze zuster heeft de wind eronder en voor ik het weet zit ik op de bedrand en krijg ik een washand over me heen. Ik krimp ineen, maar uiteindelijk merk ik dat het toch wel lekker vind. Dan haalt ze nog even een borstel door m'n haren. Hoelang geleden was het voor het laatst dat iemand mijn haren kamde? Meer dan dertig jaar? Hoewel het een simpele handeling is, voelt het zo liefdevol. Even later lig ik opgefrist in een verschoond bedje. Heerlijk. Ik heb veel minder pijn dan gisteren. Achteraf had ik gewoon meer pijnstillers moeten hebben, maar ja, wist ik veel. Naar het toilet gaan gaat al wat beter. Alleen lukt me dat nog niet, zelfs mijn onderbroek krijg ik niet zelf naar beneden. Dat vind ik wel heftig, hoor. Ik had niet verwacht dat ik zo hulpbehoevend zou zijn. Maar de zusters zijn lief en ook mijn moeder helpt waar kan. 

Hoe lief ook bedoeld, de hulp van moeders gaat niet altijd even goed. Als ik haar vraag om het bed wat omhoog te doen met de afstandsbediening schiet eerst mijn voeteneind omhoog, dan gaat het hele bed omhoog en dan heeft ze eindelijk het hoofdeinde te pakken. Eh, maar wel de knop naar beneden... Het is een soort van scene uit een Mr Bean film en ondanks dat deze onmogelijke houding me vreselijk zeer doet (ze kan de knoppen terug niet zo snel vinden) gieren we het uit van het lachen. Maar oh oh, lachen doet zo vreselijk zeer, maar we liggen zo in een deuk, dus ik klink als een huilende zeehond omdat ik mijn borstkast zo min mogelijk probeer te bewegen. De tranen gutsen over mijn wangen van het lachen. De zusters stuiven naar binnen, ze denken dat er heel wat aan de hand was. Maar ik huil van het lachen, god, wat hebben we een lol.

Naar beneden kijken heb ik nog steeds niet echt gedaan. Als de zusters of de chirurgen mijn wond komen checken kijk ik weg. Ik hoef het echt nog niet te zien. Het ziet er mooi uit, zeggen ze. Door mijn pyjama heen zie ik heus wel dat ik aan de rechterkant plat ben. Ik besteed er nog weinig aandacht aan. En aan douchen (normaal mijn lievelings activiteit) moet ik al helemaal niet denken. Ik heb eigenlijk bedacht dat ik de hele week niet ga douchen. Washandje werkt ook prima, toch? 'Morgen ga je even douchen', zegt de pittige verpleegster. Ik voel me betrapt. 'Er zijn vrouwen die een week later bij de chirurg terugkomen en een hele week niet gedouched hebben!', gaat ze verder. Shit, daar gaat mijn plannetje. Kan deze vrouw gedachten lezen, ofzo? Met de wetenschap dat ik morgen moet douchen ga ik niet lekker de nacht in. Ik wil het niet. Ik weet, ik val in herhaling. Een paar weken geleden was er nog geen haar op mijn hoofd die eraan moest denken dat mijn borst eraf ging. En ook dat is gebeurd. Dus ja. Ik wil het niet. Maar het moet wel. 

De volgende morgen treuzel ik. Maar ook deze verpleegster is voortvarend. Ze helpt me naar de douche, waar al een stoel klaarstaat. Ik hoef niet in de spiegel te kijken, maar moet wel even naar beneden kijken. Als ik uitgekleed ben ga ik bibberend op de stoel zitten. Ik wil dit niet. IK WIL DIT NIET. Als ik niet kijk dan is het er ook niet. Maar dan valt mijn oog toch op mijn rechterborst. Waar eerst een ferme cup D zat, is het nu bijna plat op rechts. Als schrale troost zit er een mini welving van de tissue expander, die met 50 cc gevuld is. Dit noemen ze dus twee erwten op een plankje. Over het litteken, dat horizontaal van de ene kant naar de andere kant van mijn borst loopt, zitten kleine pleisters. Ik schreeuw het uit en de tranen lopen over mijn wangen. Wat een vreselijk gezicht. Mijn borst is eraf gehaald. Wat een nachtmerrie. De verpleegster is lief, ze troost me, maar laat me ook uithuilen. En als ik ietsjes gekalmeerd ben moet ik weer toegeven dat het lekker is, even douchen. Maar oei, wat is het een puinhoop op mijn borst. Ik ben daar nog lang niet aan gewend. Gauw maar weer insnoeren in de speciale reconstructie BH die ik hiervoor gekocht heb. En dan op naar huis, met mijn twee drains, mijn nieuwe vrienden voor de komende tijd.