Elfde dag: in het ziekenhuis

En na een nacht in het ziekenhuis is P. daar gebleven. De antibiotica via het infuus moeten inderdaad 4x per dag, totaal 72 uur, gegeven blijven worden. Dat betekent dus in ieder geval tot maandagochtend in het ziekenhuis blijven. Hij voelt zich zo beroerd dat het niet zoveel meer uitmaakt. Bij alles wat hij eet krijgt hij kramp in zijn maag en darmen, hij voelt zich lamlendig. Het is wel duidelijk dat hij echt in de dip zit. Ook zijn haar begint uit te vallen. Ik had een plukje vast en dat lag zo in mijn handen. Het was al kort, dus dat is niet zo'n punt. Door die lamlendigheid ligt hij eigenlijk alleen op bed. Nu is er ook niets te doen verder, want hij mag zijn kamer niet af en de twee stoelen die er staan zijn ook niet erg comfortabel. De enige beweging is het lopen naar en van het toilet (dat ook zeer regelmatig moet).

Omdat het vrijdag is en we 'normaal' om 10.00 uur aanwezig zouden zijn, ga ik om 10.00 uur naar hem toe. Nog lang geen bezoektijd, maar niemand die er iets van zegt. In de ochtend had P. al een infuus met antibiotica gehad en was er bloed afgenomen. We zijn vooral benieuwd naar de leukocyten en neutrofielen. Het duurt een hele tijd voor de uitslag op het portal staat. De neutrofielen staan er zelfs nu nog niet op, maar de leukocyten waren vanmorgen nog steeds 0,2. 

De bloedplaatjes waren inmiddels zo laag (9) dat P. vanmiddag een transfusie met bloedplaatjes heeft gekregen. In de avond stonden deze gelukkig dan ook op 34. Nog veel te laag, maar al veel beter. De leukocyten waren vanavond 0,3, dus ook daar is iets gaande, de goede kant op. 

Toen ik vanmiddag rond 14.00 uur maar weg wilde gaan omdat we verder nog geen arts gezien hadden, kwam deze net aan. Een andere hematoloog dan onze 'eigen' en daardoor ook een heel andere manier van communiceren. Kort en krachtig: in het ziekenhuis blijven, er is nu geen optie om naar huis te gaan omdat hij de infusen moet krijgen en in de gaten gehouden moet worden. Maandagochtend bespreken we hoe het dan gaat en hoe dan verder. Hij was al snel weer weg. We hebben ook begrepen dat de antibiotica vooral voorzorg zijn, omdat het niet duidelijk is of de temperatuurstijging komt door een infectie of 'gewoon' door het harde werken van het lichaam. Dat zouden de kweken van het bloed en ontlasting uit moeten wijzen. Bij de meesten mensen in deze situatie wordt er niet een duidelijke oorzaak gevonden. En hoewel de temperatuur vanmorgen weer rond de 37,3 was, steeg deze vanmiddag toch weer naar rond de 38,2. 

Inmiddels kan P. erin berusten dat hij daar is. Vanavond had hij ook een infuus met vocht en dat kan natuurlijk allemaal niet als hij thuis is. Van dat 'in de gaten houden' merk ik zelf niet zoveel. In de tijd dat ik er ben, komt er heel af en toe iemand langs, maar het grootste deel van de tijd lig je toch helemaal alleen op zo'n kamer. Als hij niet goed zou worden, zou ik dat thuis eerder merken dan dat ze het in het ziekenhuis merken. Daar wordt dan toch verwacht dat je zelf op de bel drukt, en dat moet dan ook maar net kunnen. 

Op zo'n kamer liggen de hele dag is ook wel heel erg saai. Als je geluk hebt doet de tv het (vanavond niet dus) en dat was het. Lezen vraagt teveel concentratie en als ik er ben is er ook niet altijd veel gespreksstof. Onze oudste kan niet komen omdat hij en zijn vriendin verkouden zijn. De kleine man gaat weer naar het kinderdagverblijf en dan begint ook het gesnotter weer. De jongste en vriendin komen morgenmiddag en morgenochtend komen R. en J., onze vrienden langs. Fijn dat er zo gezorgd wordt dat er ook een beetje afleiding is op een dag. 

Ik heb al twee avonden niet gepoetst met m'n doekjes, ga het bijna missen. Het is wel stil in huis, zo alleen (met twee katten, dat dan weer wel). En hoewel we niet altijd druk in gesprek zijn, is het ook gewoon fijn om samen in een ruimte te zijn. We gaan er maar vanuit dat hij maandag weer naar huis kan, zeker als de bloedwaarden goed gaan stijgen. De moed erin houden, vooruit kijken en accepteren dat je er doorheen moet. Dat is het enige dat je kunt doen en dat doen we dan ook. Dag voor dag, morgen weer een.