Lachen

Als je ongeneeslijk ziek bent kun je eigenlijk alleen maar achteruitgaan. Het wordt niet beter, alleen maar slechter. Dat is onvermijdelijk. Om niet bij de pakken neer te gaan zitten kun je het beste actief blijven. En elke dag voor balans zorgen. Dus elke dag een klein plannetje maken.

In de eindfase komen veel dingen in een ander licht te staan. Dat geldt voor het nieuws maar zeker ook voor uitspraken en situaties. Wij zien vanuit ons huis bijvoorbeeld vaak luchtballonnen voorbijkomen die vanuit Joure opstijgen. Nu heb ik nooit de aanvechting gehad om in zo’n ding te gaan zitten, maar Dorine vroeg toch: “wil je niet nog eens met zo’n luchtballon mee?”

Ik antwoordde: “nee, ik vind dat best gevaarlijk. Vorig jaar zag ik er een hier in het weiland verkeerd neerkomen.” Vervolgens moeten we enorm lachen, want waarom zou je iets wat een beetje gevaarlijk lijkt (maar nauwelijks is) vermijden in de eindfase? Dus nu willen we toch een ballonvaart doen, als de hoogtevrees tenminste overwonnen kan worden.

We kijken dagelijks met voldoening terug op de boekpresentatie. Ons gesprek komt op de herdenkingsdienst die ooit gehouden zal worden. Daarbij zullen ongeveer dezelfde mensen aanwezig zijn. Ik zeg: “Achteraf zullen zij zeggen: de boekpresentatie was toch leuker.” Waarop we allebei in de lach schieten.

Zoals ik al eerder zei: lachen is de andere kant van huilen. Doe mij dan toch maar het lachen. Zo heb ik ook al eens een grafschrift verzonnen: “Hij deed niks. Nu is hij klaar.”

 

2 reacties