D-day (3e blog)

De dag van de operatie komt steeds dichterbij en ik merk dat ik ook meer gespannen raak.

Logisch natuurlijk. Het is niet niks. Uit de ene borst wordt een tumor gehaald en de andere wordt kleiner gemaakt. En dan ook nog eens de schildwachterklierprocedure. Plus de voorbereidingen...pff.

Op 5 september moet ik mij melden bij radiologie. Ze gaan een jodiumzaadje in de tumor plaatsen omdat hij slecht te vinden is.

Wanneer ik op de behandeltafel lig, en de echt hele lieve en vriendelijke verpleegkundige en radioloog mij zo helder en rustig mogelijk door het proces heen leiden, overvalt het me ineens. Dit is echt. Morgen gaan ze mij echt opereren... ik wil niet huilen. Niet omdat ik mij schaam maar het is gewoon onhandig zo liggend. Er komen toch wat tranen en eentje loopt zo mijn oor in. Ik moet er ondanks, of misschien juist dankzij de spanning even om giechelen. Het maakt het moment even luchtiger.

Wanneer het zaadje is geplaatst en er weer een mammografie is gemaakt, vraagt de verpleegkundige of ik misschien de gemaakte foto's wil zien?

Ja, dat wil ik heel graag! Ik heb geen idee of ze dit standaard doen of dat ze zo lief is omdat ik net heb verteld dat ik alles opzoek wat ik maar kan vinden over het onderwerp wat mij nu zo bezig houdt. "Feiten hoor! Niet of Catootje uit Lutjebroek een rot ervaring heeft gehad".

Ze legt mij uit waar wat te zien is en ik vind het reuze interessant maar ik vind het ook reuze knap dat ze hier wat uit kunnen halen. Zelfs met haar uitleg zie ik alleen nog maar een wirwar van witte "draadjes".

Als ze mij alles heeft laten zien nemen we afscheid, en wenst ze me veel sterkte en succes toe.

Dan is het 6 september, D-day. 

Ik moet mij eerst melden bij een ander ziekenhuis in de regio voor de injectie met radioactieve vloeistof waarmee ze mijn schildwachtklier kunnen vinden.

Mijn lief gaat met me mee en het begint al gezellig wanneer ik mij om even over 8 uur met een grapje aanmeldt bij de balie. Als de dame achter de balie.zegt dat ik wel een ochtendmens moet zijn, want ik ben zo vrolijk, hoor mijn lief zachtjes grinniken. Als ik iets niet ben, is het een ochtendmens. Ik lach met haar mee.

Ik meld me bij de verkeerde afdeling aan en even later sta ik een verdieping hoger weer voor de verkeerde balie. We worden er lacherig van. Als ik eenmaal op de juiste afdeling, na het inwerken van de injectie de controlefoto's moet laten maken, en de radiologe mij vriendelijk verzoekt om mijn linkerborst met mijn rechterhand uit mijn navel te halen, en ik quasi beledigd aangeef dat ik weet dat ze niet meer zo strak zijn op mijn leeftijd maar dat "uit mijn navel halen" ietsjes overdreven is, is het hek van de dam.

De radiologe giert het uit van het lachen. "Neeee, sorry,! Uw oksel, ik bedoel uw oksel!!"

Ik lig ook te schudden van het lachen. Al is het meer om de reactie van de radiologe die zo ontzettend moet lachen dat we een paar minuten moeten wachten voordat we verder kunnen.

Vrolijk lopen we het ziekenhuis uit. En wanneer we onderweg naar "mijn" ziekenhuis zijn, ben ik dankbaar dat we deze, toch wel beladen dag, redelijk ontspannend hebben kunnen beginnen.

In mijn woonplaats meld ik mij een half later op de verpleegafdeling. Alweer een kordate maar lieve verpleegkundige die mij op mijn gemak stelt en mij een eenpersoonskamer aanwijst.

Ze vertelt dat ze dat bij mijn soort operaties altijd proberen te regelen. Ik vind het attent want ik kan mij voorstellen dat je niet veel behoefte hebt om een eventuele kamergenoot uit te leggen waar je net aangeopereerd bent.

Als het dan zo ver is, word ik met bed en al naar boven gereden en daar, in pre-operatieruimte komt de spanning ineens in volle kracht op mij af. "Mag ik nog wegrennen?" vraag ik benepen aan de verpleegkundige. "Je bent er nou toch, ik zou lekker blijven liggen" antwoord de verpleegkundige met een knipoog.

De chirurgen komen binnen, begroeten mij vriendelijk en leggen nog eens kort uit wat ze gaan doen. En dan, nadat ik op verzoek rechtop ben gaan zitten, wordt er met viltstift allerlei strepen, pijltjes en rondjes op mijn lijf getekend. Ik onderga het gelaten. Het hoort erbij, dat snap ik maar ik ga mij steeds zieliger voelen.

Maar wanneer ik dan door de OK verpleegkundigen word opgehaald en de een grapjes met mij maakt en de ander heel lief over mijn been aait en zegt dat ze goed voor me zullen zorgen en dat ik aan iets fijns moet denken omdat ik dan ook prettiger wakker word, besluit ik me er aan over te geven. Ik probeer in gedachten naar mijn ideale plekje te gaan maar ze blijven maar praten en ik moet maar diep inademen en ik..............

"Hallo? Ga je wakker worden? Hoi, kom je erbij?" Een vriendelijke stem haalt me uit mijn diepe slaap. Natuurlijk heb ik geen zin om wakker te worden. Laat me met rust! Maar de vriendelijke stem dringt aan...

En dan realiseer ik me dat ik op de uitslaapkamer lig. Het is gebeurd! Het eerste wat ik doe is de deken omhoog. Even kijken. Oh wat grappig, ze staan gewoon nog omhoog terwijl ik lig. Dat hebben ze al jaren niet gedaan. Ondertussen vraagt de verpleegkundige of ze iets voor mij kan halen. "Sushi?",vraag ik grappend. Nee, helaas maar een perenijsje of raketje kan ze wel regelen.

Ik ben verbaasd dat ik al zo snel redelijk helder en zo goed gehumeurd ben. De pijn valt me ook alles mee. Vrij snel kan ik al terug naar mijn kamer en daar blijkt mijn lief al op mij te wachten. Fijn.

Ze heeft hartvormige kussentjes bij haar die ze, zo begrijp ik heeft meegekregen bij de receptie vandaan. Ze zijn gemaakt door vrijwilligers voor na de borstoperaties. Lief! En vooral ook echt helpend tegen de pijn, zoals ik de dagen na de operatie merk.

De avond en de nacht kom ik redelijk goed door en de drains mogen er ook al uit. Alles is voorspoedig verlopen.

Nu alleen nog de uitslagen van het weefsel en de poortwachtersklier afwachten.

"Nou, even afwachten hoeveel bestralingen je nodig hebt en dan is het klaar", zegt mijn lief opgelucht als we naar huis rijden.

Maar dat Is dat zo? Mijn onderbuikgevoel blijft zeggen van niet.