Stralende dagen
De periode tussen mijn diagnose en de vervolgonderzoeken is mij zwaar gevallen. Ik houd er namelijk niet van om te wachten, om geen controle te hebben, om te leven met onzekerheden.
Waarschijnlijk dat ik daarom van alles ging "regelen". Nog nooit heb ik zoveel uitgaande telefoontjes gepleegd.
De kappersafspraak afzeggen was een vreemde. Mijn lange haar, waar ik al bijna een half jaar over zeur, mag nog even blijven. Misschien moet het er uiteindelijk wel helemaal af. En ik heb vroeg geleerd dat het altijd beter is om met een plan naar de kapper te gaan, voordat je opeens vastzit aan een pony die maar niet wilt uitgroeien.
De hele tijd was ik op zoek naar projectjes: wc schoonmaken, voedingsinformatie opzoeken, fitnessregimes samenstellen... Alles om me maar nuttig te kunnen maken, hoe vervelend de taak ook.
(De belastingdienst heeft gelijk; leuker kunnen ze het niet maken.)
Al snel werd ik gebeld door de borstkliniek om afspraken in te plannen. Mijn voorzichtige vraag of ze toevallig ook MRI's in het weekend doen (nee), maakte duidelijk dat ik erg ongeduldig was om te beginnen.
Het genetisch onderzoek en de afspraak bij de vruchtbaarheidskliniek waren lastiger in te plannen, maar gelukkig kon ik voor de MRI- en PET-scan snel terecht. Die waren het belangrijkst. Het was jammer dat ik na de eerste dag van mijn fitnessregime meteen 48 uur rust moest houden, maar dat was een offer wat ik (en mijn reeds verzuurde kuiten) wel wilde maken.
Op de dagen dat ik naar het ziekenhuis ging voor onderzoek was ik verrassend kalm. Het was vergelijkbaar met mijn nonchalance rond examens waar je niet voor kunt leren:
Ik heb het zelf niet in de hand, dus ik zie het wel.
Ik zag het alleen niet, want straling is onzichtbaar (ba-dum-tss).
Straling kan je overigens wel horen. De MRI-scan is een luid gebrom dat zonder aankondiging opeens over kan gaan in een schel gepiep dat irritanter klinkt dan een vrachtwagen die achteruit rijdt. De PET-scan is een zacht ventilatorgeluid met licht gebonk op de achtergrond.
Het vervelendste (naast mijn angst voor naalden en infusen) was om lange tijd met mijn armen omhoog te moeten liggen. Als ik dat had geweten, had ik van tevoren wat meer aandacht besteed aan mijn armspieren.
In twee dagen ben ik blootgesteld aan veel verschillende soorten straling: röntgen, magnetisch, radioactief, radiofrequent... en uiteindelijk die van de zon.
Er was niets nieuws te zien op de scans; geen uitzaaiingen, geen verrassingen.
Een opluchting.
Het is nog steeds kanker, maar er is zeker hoop. Zoals mijn vriend het zei: "Dit is het beste nieuws wat we hadden kunnen krijgen."
Hoewel er nog veel onzeker is, ben ik optimistisch. En aangezien optimisme goed is voor de gezondheid, probeer ik dat zoveel mogelijk uit te stralen.
2 reacties
Wat fijn dat er geen uitzaaiingen gezien zijn. Op naar het volgende station!
Je vergeet nog een soort straling...
je stralende persoonlijkheid! (ba-dum-tss)