Cirkeltjes in mijn hoofd en maag
Ik had mijn vorige blog nog niet geschreven of mijn hoofd sloeg op hol. Ik las het hoofdstuk over chemo en bijwerkingen in een boek over borstkanker, waarna ik me ook stortte op blogs en verhalen van anderen. Wat een hoop bijwerkingen! Wat ging ik mezelf aandoen?? Ik voel me steeds beter, ik voel me helemaal niet ziek. Maar dat word ik wél van de chemo. Er wordt een partij gif in me uitgestort met allerlei uitwerkingen waarvan ik zo in de paniek schiet. En waarom eigenlijk? Voor 4-6% extra overlevingskans op 10 jaar? Dat voelt zo abstract, zo’ percentage, het komt niet door. Tijdens mijn studie heb ik statistiek gehad. Ik was er best goed in en vond het stiekem eigenlijk heel leuk. Maar nu kan ik niet zoveel met statistiek. 4-6% voelt laag. Maar wat als er 100 mensen voor me staan em er vallen er vier voor mijn neus dood neer. Dan gaat het opeens om mensen en niet om statistiek. Oké… 4% is opeens best veel.
Maar hoe zat het ook alweer met invasief lobulair carcinoom en chemo? Ik had ergens gelezen dat een invasief lobulair carcinoom minder gevoelig was voor chemo?? Euh… waarom ging ik dan ook alweer voor chemo? En waarom ook alweer geen mammaprint? De oncoloog heeft het (wat kort door de bocht) uitgelegd en zeker mijn partner kon het me - al helemaal na het bezoek aan het ILC symposium - goed uitleggen. Ik ben niet dom, maar op de een of andere manier beklijft het nu allemaal niet en blijft mijn hoofd in cirkeltjes gaan. Heb ik nu al een chemo brein? ;-) Oké, na nog een keer een uitleg, denk ik dat het nu wel blijft hangen: een mammaprint is kennelijk minder betrouwbaar als je nog niet in de overgang zit en chemo is dan juist betrouwbaarder. Duidelijk. Dát én mijn conclusie dat vier van de honderd mensen uiteindelijk toch best veel is én dat ik achteraf (cliché, maar waar) kan zeggen dat ik er alles aan gedaan heb, overtuigt me er dan toch van dat ik de chemo moet doen.
Maar… neemt dat mijn angst weg? Verre van. Mijn maag blijft zich omdraaien, mijn hoofd maakt overuren. Niet bang zijn voor wat (misschien niet eens) gaat komen. Tja, klinkt heel logisch. Hoe dan?! Oxazepam helpt enigszins. Bezig zijn en blijven, helpt ook. Afleiding zoeken. Ja, dat helpt. Bewegen, jazeker, dat helpt ook. Focussen op mijn lichaam en ademhaling. Helpt ook. Maar mijn maag en hoofd blijven overuren maken. Dinsdag is de eerste chemokuur. Ik kijk er niet naar uit, absoluut niet. Maar laat het maar beginnen. Hopelijk valt het mee.