100. Hoezo spraakverwarring?
Ik schreef er een stukje over in mijn boek. Hoe ik me ruim een jaar geleden zo'n buitenstaander voelde tussen mijn 'gezonde' collega's
Het begon allemaal heel onschuldig, onopgemerkt bijna en het leek niet de moeite waard om daar enige aandacht aan te besteden. Het begon aanvankelijk in de pauzes. Op een gegeven moment viel het me op hoeveel woorden er werden vuilgemaakt aan de vele, in mijn ogen dan, volstrekt onbelangrijke beslommeringen van het dagelijkse leven. Zo kon de simpele vraag; ‘Wat zullen we vandaag eens gaan eten’, al heel snel uitgroeien tot een probleem van formaat. Het ene gerecht was heerlijk en gemakkelijk te bereiden, maar bevatte weer te veel verkeerde koolhydraten en te weinig eiwitten etc.etc.
Doordat verschillende mensen een bijdrage gingen leveren, groeide deze simpele vraag al heel snel uit naar een levendige discussie van vele voor-en-tegen en het gevolg daarvan was dat tegen het einde van de half uur durende pauze, de vraagsteller nog steeds niet wist wat te eten. Ik hield me afzijdig van de discussie en zat met groeiende verbazing het clubje gade te slaan. Nu vond ik zelf het onderwerp eten niet zo bijster interessant, maar het verbaasde me dat een simpele vraag zo kon uitgroeien tot een probleem van formaat. De gedachten; ‘hebben ze nou wérkelijk geen belangrijker zaken om zich zo druk over te maken’, schoot voor de eerste keer omhoog.
En zo begon het me steeds vaker op te vallen hoeveel er gemopperd werd op, wederom in mijn ogen, volstrekt onbelangrijke zaken als het weer. Vond de een het heerlijk en broodnodig dat het regende, vond de ander dat weer uiterst vervelend en werd er chagrijnig van. Vond de een het weer te warm, een ander vond het nog veel te koud etc.etc. Ik hoorde dat alles in toenemende verbazing en ook beginnende ergernis aan. Meestal onthield ik me van commentaar, maar soms schoot de vraag; ‘waar maken jullie je in vredesnaam zo druk over’ onbedoeld uit mijn mond. Niet dat die vraag ook maar enig gewicht in het gemopper bracht of tot nadenken stemde, laat staan dat er antwoord op gegeven werd. Mijn vraag had hooguit het resultaat tot gevolg dat het gemopper een paar seconde werd onderbroken.
Ik ging er ongewild steeds meer op letten en me er ongewild ook steeds meer aan ergeren. Ik begon me ook steeds vaker af te vragen of dat gemopper en gediscussieer over de in mijn ogen, volstrekt onbelangrijke zaken, iets was van de laatste tijd of dat het altijd al zo geweest was. Ik hoefde niet zo erg ver terug in mijn geheugen om een antwoord te vinden op die vraag. Het was er altijd geweest zag ik nu en ik zag ook dat ik daar naar hartenlust aan mee had gedaan. Ook ik had vol overtuiging mee gediscussieerd over de volstrekt onbelangrijke zaken.
De groeiende ergernis groeide uit tot het gevoel ‘er niet meer bij te horen’. Het was alsof mijn collega’s geleidelijk aan in een andere taal waren gaan spreken. Een taal die ik weliswaar kon verstaan, maar waarvan ik de betekenis niet meer kon begrijpen. Ergeren vraagt heel veel energie. Energie die ik hard nodig had om mijn werk naar behoren te kunnen uitvoeren. Ik besloot dus maar geen energie meer te verspillen aan de ergernis en begon mijn collega’s in de pauzes te mijden. Ik weet niet wat ik in eerste instantie erger vond, de pauzes alleen door te brengen of het feit dat het niemand was opgevallen dat ik niet meer van de partij was. Misschien was die laatste conclusie niet geheel juist, maar het had er voor mij alle schijn van omdat niemand de moeite had genomen om daarnaar te informeren.
Afgelopen donderdagochtend: Ik had een flinke stapel documenten gescand en wilde die even snel verwerken op de computer toen ik voor de derde keer die ochtend opnieuw moest inloggen. Dit lukte uiteraard niet omdat na drie keer de computer uit veiligheidsoverwegingen dan opnieuw opgestart moet worden en dat duurt lang. Veel te lang naar mijn zin en ik werd er een beetje kriegel van. Zo kriegel dat ik hardop begon te mopperen op deze inefficiënte werkwijze door die, in mijn ogen, volstrekt onzinnige beveiligingsprocedures. Mijn collega naast me beaamde dit en deed er nog een schepje bovenop gevolgd door de overbuurman die ook naar hartelust begon mee te mopperen over deze onzinnige, tijdrovende procedures. Ergens tijdens deze, eveneens onzinnige en totaal onbelangrijke moppersessie, voelde ik me voor het eerst in maanden geen buitenstaander meer. Ik was weer een 'normale' collega geworden en mijn hemel wat voelde dat goed! Het voelde als een enorme rijkdom, een gigantisch geschenk om weer 'gewoon' te kunnen mopperen op volstrekt onbelangrijke zaken. Ik realiseerde me duidelijker dan ik ooit heb gedaan wat een ontzettende bofkont ik ben dat ik van zoiets onzinnigs een probleem van formaat kon maken. Alsof er geen belangrijker zaken waren om me druk over te maken en lieve mensen....nee, die waren er op dat moment niet, wat een zaligheid, wat een ongelooflijke zegen!
http://www.kanker.nl/rita1958/blog
7 reacties
Inderdaad Rita. Wat een bofkonten zijn wij in vergelijk met vele anderen. En wat een geluk dat wij dat ook beseffen en niet zo maar voor lief nemen zoals zo veel anderen wel doen
Geniet er van.
Ha Rita. Gefeliciteerd met je 100ste blog. Erg fijn om te lezen dat ook jij "last" hebt van "normale" problemen.
Er is heel wat gebeurd in 1 jaar, zie ik. Ben erg benieuwd naar je boek.
Bij mij helaas allerlei complicaties en druk met chemo.
Kan na 1 jaar alleen niet meer bij mijn gegevens en blogs. Worden die verwijderd na 1 jaar ?
Lieve Marianne, Fijn om weer iets van je te horen! Ik krijg de indruk dat het niet echt lekker met je gaat en ik hoop dat je me daar iets meer over kunt en wilt vertellen. Met vragen over jouw account kun je een email sturen naar: communitymanagers@kanker.nl. Succes en hopelijk tot gauw!
P.S. Als ik op jouw foto klik dan krijg ik gewoon nog jouw profiel en blogs te zien, je bestaat hier op de site nog wel dus!
Hoi lieve Rita,
Ik ga het nog verder uitzoeken. Dank voor de info.
Nee, met mij gaat het nog niet lekker. Eind vorig jaar werd een uitzaaiing ontdekt in mijn buikspier. Dus direct aan de chemo. Daarna nog 15 bestralingen. Daarna bleek de CIS toch niet weg te zijn en zijn we weer aan een nieuw traject BCG begonnen. Helaas ging de CIS dwars door de behandelingen heen.
Nu doorgestuurd naar Nijmegen. Daar heb ik nu 5 synergo spoelingen achter de rug. Dat was weer geen pretje. Heb veel pijnstilling, dus ben zo duf als een konijn, maar zonder is het nog niet te doen. Hele rare pijn in de blaas en bijna ondraaglijke pijn bij het plassen. Nu even een paar weken rust en dan 2 jan. blaasonderzoek waarna we op 9 jan weer verder gaan met synergo.
Liefs,
Marianne
Oef Marianne, dat is schrikken! Wat een heftige toestanden toch voor je! Verdorie, ik hoop intens op goede berichten in januari. Heel veel sterkte met alles!
Wat een heerlijk eerlijk mens ben je toch Rita!