28 februari 2017: ‘Het begin van de reis’.
Consult bij een internist in opleiding (i.o.), mevrouw Radhakishun (R.), na te zijn doorverwezen door de huisarts. Ik was bij haar geweest vanwege een zwelling in de nek (rechts). 'Daar moeten we niet te lang mee wachten'. Ik werd direct doorverwezen. Uit de aansluitend gemaakte echo bleek dat zich in de schildklier een nodus (zwelling, knobbel) bevond van 7 centimeter doorsnede. Voornamelijk onderhuids. Daarom was het nog niet echt opgevallen, denk ik. Van buiten zag je niet zo heel veel. Een verdikking was zichtbaar, dat wel. Bij het strekken van de nek was de knobbel duidelijker waar te nemen. De dag voor het consult werd ik gebeld door R. Het verzoek van de jonge dame was een uur eerder op het spreekuur te komen, zodat een andere arts i.o. het inleidende onderzoek zou kunnen doen.
Vanaf de parkeerplaats zag ik de oncologievleugel liggen met op de ramen en vlaggen het Antoni van Leeuwenhoek ziekenhuis (AvL) logo. Nee, wat is de kans? Er kunnen veel redenen zijn voor een nodus in de schildklier. De jonge vrouwelijke arts i.o. bevroeg mij en onderzocht uitgebreid. Het gesprek verliep prettig. Wel was enige onzekerheid en onwennigheid bij haar merkbaar. Het was het niet nodig de schoenen uit te doen om de lengte te meten en ik mocht mijn kleding aanhouden bij het wegen. Mijn lengte en gewicht zijn daardoor niet juist weergegeven. De relevantie van de opmerking dat ‘bij de 51-jarige mannelijke patiënt het haar iets dunner wordt’, ontging mij ook. Maar dat ligt misschien wat gevoelig. Voorts is de aanleiding van het bezoek (de nodus in de hals) in het geheel niet onderzocht, noch werd daarover iets gevraagd. Wonderlijk.
Tussendoor maakte de jonge arts i.o. aantekeningen in de computer die zij, naar ik aanneem, later heeft uitgewerkt voor R. en voor de brief aan de huisarts. Die brief zou overigens veel onjuistheden bevatten met betrekking tot de weergave van het gevoerde gesprek, de verstrekte informatie en de verrichtte handelingen en was aanvankelijk terug te vinden in het elektronisch patiëntendossier. Later werd de originele brief uit het elektronisch patiëntendossier verwijderd en zijn sommige waarnemingen aangepast in een nieuw ge-upload exemplaar. Die brief is weer vervangen door een nog later door R. opgestelde diagnose die over het algemeen inhoudelijk wel correct is, doch geantidateerd en zonder enige kennisgeving voor- of achteraf in stilte toegevoegd aan het elektronisch patiëntendossier.
Na het onderzoek dat ongeveer een half uur duurde, mocht ik weer in de wachtkamer plaatsnemen. Ik heb daar 45 minuten gewacht alvorens een verpleegster kwam informeren op welke arts ik zat te wachten. De verpleegster ging naar de kamer van R. en kwam onverrichter zake terug. De kamer was leeg en niet bekend was waar R. was. Een kwartiertje later kwam ze (tezamen met de arts i.o.) alsnog aangelopen. We waren nu al 1,5 uur verder. R. leek kundig, opgeruimd en daadkrachtig. De bevindingen van de jonge arts i.o. werden doorgenomen en soms aangepast. Een aanvullend kort lichamelijk onderzoek volgde. R. liet de nog jongere arts i.o. de knobbel in de nek zien. ‘Oh, dat had heb ik niet opgemerkt en over het hoofd gezien.’ Mijn hemel, hier kwam ik juist voor… In de nabespreking stelde R. voor een echo met punctie te laten doen om de (inhoudelijke) aard van de nodus vast te kunnen stellen. Na een bezoekje aan de bloedprikpost mocht ik eindelijk naar huis.
Op 3 maart 2017 is een echogeleide punctie gedaan op de afdeling radiologie van het ziekenhuis door een jonge vriendelijke arts die duidelijk uitlegde wat hij ging doen. Gelukkig lukte het de eerste keer voldoende bruikbare cellen te uit de zwelling te halen. Geen pijn, maar wat een rotgevoel zo’n punctie. Opgezogen cellen werden ter onderzoek aangeboden aan de patholoog. Nu was het wachten op de uitslag.
Op 14 maart 2017 viel het zwaard van Damocles. Bij dat consult viel R. vrijwel direct na binnenkomst met een klinische mededeling met de deur in huis. ‘Uit het onderzoek van de patholoog is gebleken dat de nodus een folliculair carcinoom betreft. U hebt schildklierkanker dus, kwaadaardig.’ Mijn wederhelft schoot onmiddellijk in tranen. ‘Dat mag best wel even’, zei R. Ze reikte ons een brochure uit waarin de soort en behandeltraject stonden beschreven. Het was gearceerd met een gele marker. Zelf wist ik niet zo veel te zeggen. Voelde me alsof ik een stomp op mijn kop had gekregen. De schildklier zou (gedeeltelijk) verwijderd moeten worden. R. verwees mij door naar de chirurg dr. Heuff (H.). Volgens haar de meest ervaren op het gebied van de schildklier (Voortschrijdend besef leerde mij dat deze dr. een kleine 20 jaar geleden internist in het behandelteam was dat mijn moeder onsuccesvol van haar borstkanker probeerde te genezen. Geen operatie, maar chemo en bestralen. Na vier jaar overleed ze redelijk mensonwaardig in de Maria Stichting in Haarlem vanwege uitzaaiingen naar vitale organen). Een paar minuten later stonden we alweer op de gang met de ingekleurde brochure en het verzoek bij de balie een afspraak met de chirurg te maken.
2 reacties
Hoi,
Had je ook last van keelpijn, oorpijn en een stijve nek?
groetjes
Hoi, sorry voor de late reactie. Tijdje niet meer gekeken. Ik had geen last van keelpijn en een stijve nek, kreeg wel last van oorsuizen (tinnitus). Dat is niet meer weggegaan. Misschien ontstaan als bijverschijnsel of door de stress. Vr. Groet!