Teus en Tina
Praten helpt, niet altijd, maar vaak wel.
En als we dood gaan, is er dan daarna nog iets, of is er dan toch niets?
78 is hij, en als je hem zo een paar dagen meemaakt, zie je een kerngezonde man. Hij is, sinds een jaar of twintig, de aangetrouwde oom van mijn vrouw. Een pensionado uiteraard, vroeger was hij boer, nu getrouwd met tante Tina. En hij, Teus, en zij, Tina, kwamen gebruind met de camper vanaf de Costa del Sol voor een dag of drie bij ons logeren. Gezellig in onze oude witte finca *) in de groene bergen van Andalusië. En zo konden we elkaar eens wat beter leren kennen. En Tina hoefde nu eens een paar dagen niet te koken, want koken, dat doe ik wel.
Het was ook wel nodig om elkaar wat beter te leren kennen, Teus en ik. Want tijdens onze spaarzame ontmoetingen in het afgelopen jaar, praatten we nog wel eens flink langs elkaar heen, begrepen we elkaar regelmatig niet al te goed. Je voelt dan tijdens gesprekken dat het niet lekker loopt. Waar is de klik? Er zat dus een lichte spanning in de logeerpartij onder de warme Spaanse zon. Nou, als je wat intensiever met elkaar optrekt, leer je elkaar beter kennen en begrijpen. Niet altijd, nee, maar vaak wel. Daar geloof ik heilig in.
Op de derde dag kwam het tijdens een stevige wandeling op een hoogte van zo'n 1200 meter, tot een cruciale conversatie. Het gesprek verdiepte zich meer nog, dan dat het de afgelopen dagen al had gedaan. We waren naast elkaar gaan zitten op één van de vele wonderlijke, gigantische keien van El Torcal, want daar vond de wandeling plaats. In het voorjaar heeft het daarboven behoorlijk geregend, dus de planten stonden er goed bij. Veel struiken stonden prachtig in bloei. Teus en ik, gebroederlijk zittend op die rots. In de luwte van een klein groen dalletje, waar de wind niet snijdend fris was, zoals op de toppen van de ons omringende, door vale gieren bepoepte steenformaties. 's Avonds, als er geen wandelaars zijn, grazen in dit weitje de Iberische steenbokken. De brandende zon verwarmde ons beider kale koppen en dat was heel aangenaam. Mijn stok naast mij op de grond. Tina poogde het gesprek te bevorderen, door te noemen dat ik een maand of wat geleden gezegd, heb dat ik bij volgende ontmoetingen niet over geloof wilde praten. En juist dat was meestal Teus zijn belangrijkste gespreksonderwerp. Praten over geloven in God. Het leek toendertijd, een maand of wat geleden dus, dat hij het liefst had dat ik zijn manier van geloven één op één over zou nemen. Die indruk maakte hij op mij. Vroeger kende ik meer mensen die zo overtuigd van het eigen gelijk leken, dus zijn aanpak was niet helemaal nieuw voor me. Ik geloof wel op mijn eigen manier. Maar we kwamen er nu dan, rustend op die ene rots, toch samen mooi uit. Teus en Tina hadden mij in eerste instantie verkeerd begrepen. Dat bleek wel. Ik wil best wel over mijn geloof praten, als je mij maar niet aan gaat praten hoe ik verkeerd geloof en hoe het beter moet.
En Teus leek nu iets genuanceerder. Dat is mooi. Ieder mocht van hem geloven wat hij wilde. Dat is wat hij zei. Verkwikkend, dat was het.
Tina maakte die dagen nog wel even tussendoor een account op kanker.nl. Zo kon ze voortaan mijn blogs volgen. Kijk, dat is nog eens een tante!
Geloven, ja, als je het over geloven hebt, en je bent ongeneeslijk ziek, dan kan het leven na de dood nog wel eens ter sprake komen. En of dat er eigenlijk wel is, dat leven na de dood. Ik begrijp wel dat veel christenen geloven in een leven na de dood. Ja, dat geeft hoop. En hoop kunnen we goed gebruiken. Hoop doet leven. De verwachting van een betere toekomst. Teus heeft veel bijbelkennis en met die kennis creëert hij mij een beeld, van wat er ons na het sterven te wachten staat. Het duizendjarig rijk, zo noemde hij het. Anderen spreken over de hemel. Of het hiernamaals, ook een mooi woord.
De gedachte aan een hemel roept veel vragen bij me op. En daar moesten we soms ook wel om lachen. We gingen er dieper op in. Tina meldde bijvoorbeeld, dat de christenen in het duizendjarig rijk zouden regeren over de ongelovigen. Jaja. En op mijn vraag of ze dat eigenlijk wel zou willen, dat regeren, schoten we in de lach. Het antwoord was "Nee, nee, alsjeblieft niet." Dus zo mooi is het dan toch ook weer niet daarboven, denk ik dan.
Ik wacht het maar rustig af, ik denk niet dat ik veel aan mijn toekomst na de ongeneeslijke kanker kan veranderen. Ik heb er zo vrede mee. Ja, ik heb er zo wel vrede mee.
Ieder zijn geloof, zullen we maar zeggen. Of niet . Het kan leuk of interessant zijn om er over van gedachten te wisselen.
Drie dagen, toen was het voorbij.
En daar gingen ze weer, in de camper, terug naar de kust.
*) Een finca is een oud Spaans boerderijtje, met witte muren. Misschien ga ik er nog eens een blog over schrijven.
1 reactie
Geloven in het hiernamaals...het is al zowat! Zij die er in geloven..prima. Ik heb eens een aantal BDE's gelezen..de tunnel met licht..boven het bed zweven...enzovoorts. en als je dan de wetenschappelijke verklaringen leest zakt mijn hoop inneen..temeer daar andere BDE's het hebben over een zwart gat! Tja en dan de schepping...ik denk dat we van de apen stammen..de evolutie theorie. Wat dan met alle verhalen...de bijbel..?? Al dat gedoe rond de verschillene geloven. Is dit alles kul als er niets is straks? Hoe moeilijk is het om te geloven!?