Flipperkast
Ik kijk mezelf aan in de spiegel. Best een mooie vent denk ik zonder schroom. Oké ouder en links en rechts getekend. Zeker geen twintig meer maar een vijftiger, ontegenzeggelijk. Met van links naar rechts over de buik een flink litteken. Het litteken dat zo’n opmerkelijke tijd kenmerkt. Het begint nu na een tweetal jaren goed te helen en zachter te worden. De vorm echter is verre van een rechte streep. Recht zoals designers en kunstenaars als Rietveld of Mondriaan zouden optekenen, waarmee chaos wordt teruggebracht naar een nieuwe orde. Een simpele vorm waar de eerlijkheid vanaf spat. Duidelijk en overzichtelijk.
Het litteken volgt echter eerder de contouren van een ‘roomboter croissant’. Eentje qua grootte van de buitencategorie. Zo eentje die een beetje warme bakker met trots uit de oven zou halen. Sorry ik dwaal af. Mijn eigenste croissant kan ik zeker niet rommelig noemen maar heeft zoals een goede croissant betaamt een behoorlijke boog. Aan het uiteinde, voor de kijkers links, een aanzet waarbij, dat heb ik me tenminste maar verbeeld, de chirurg van dienst even twijfelde om in een nog maagdelijk witte buik tijdens de operatie een eerste inkeping te maken. Zó of toch net even meer naar boven. Een twijfelgevalletje.
Bel even met het ziekenhuis. ‘Die extra navel, kuiltje op links, kunnen we daar nog wat mee’ vraag ik zonder gêne. Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. We zijn, zegt mijn medisch specialist, van het ministerie van herstel. Het loket lekker-mooi-maken is verderop. Voorlopig maar niet aan komen is zijn devies. 'De buikwand en croissant zo je wilt met rust laten'.
Dit voorval met de croissant staat nu precies waar ik nù op mijn tijdslijn ben aanbeland. De flipperkast. De periode van tumor en chemo nog niet koud achter me ben ik weer bezig met de vraag ‘wat nu’. Maar net zo goed een moment later, of zelfs tegelijkertijd, kan ik maar lastig afscheid nemen van de momenten dat het alleen maar gaat en ging over mij mij mij. Hunkerend naar aandacht. En dan het volgende moment ook weer straf door. Scherp en gefocussed. Mijn hoofd is een flipperkast. Gedachtes vliegen heen en weer. Blijven waar je bent, leven in het nu èn juist gaan voor het nieuwe en ontdekken of breken met het bekende en gaan nu het kan. Life is a bitch. Mijn hoofd is een flipperkast.
Mijn herstel? Dat ging meer dan vlotjes. Na de laatste chemo was ik veel bij de fysio te vinden. Drie maal in de week om in beweging te blijven. Het lijf dat vol zat van de chemopillen gilde om beweging. Èn goede voeding. Er moest veel in om weer op gewicht te komen. Mijn lijf dus in beweging maar tegelijkertijd was het hoofd een geheel andere uitdaging. Zoals een ieder weet met een flinke deuk in zijn of haar gezondheid is het moeilijk om weer volledig te vertrouwen op je lijf. ‘Je kunt gerust aankloppen voor psychische hulp hoor’ geeft mijn oncoloog me nog mee maar ik denk natuurlijk dat ik het allemaal prima zelf kan sjeffen. Maar tja; bij momenten zak ook ik gerust weer terug naar onzeker en weet niet, vertrouw niet. Tòch weet ik me dan uiteindelijk gesterkt door het simpele feit dat ik heb mogen ervaren dat mijn eigen lijf in de afgelopen zware storm zo soepel heeft meebewogen dat ik mijn rug recht en denk; en NU de rest van mijn leven!!!
Voorlopig is dit de laatste bijdrage in deze serie van 5 verhalen.
1 reactie
Wat een herkenbaar verhaal, ik laat iedere 2 weken mijn croissant behandelen bij de acupuncturist, dit helpt mij.
succes
groet
Dian