25-jarig huwelijk│ deel 1 │ 1998-2003
Sommige lezers van deze blogsite kennen mij alleen via mijn account op kanker.nl, mijn Groeiblog-Facebookpagina of van de Facebookgroep ‘Gynaecologische kanker’. Vorige maand beloofde ik een blog te schrijven over ons 25-jarig huwelijk. Het worden er zelfs vijf, zodat je mij iets beter leert kennen. Maar ook voor vrienden en bekenden staan er vast wel iets in wat je nog niet van ons weet. Vandaag deel 1, over de eerste vijf jaren van ons huwelijk (1998 tot 2003).
29 mei 1998
Vierentwintig en zevenentwintig jaar oud waren we. Niet superjong om te trouwen, maar als ik nu de foto’s zie denk ik, wat een broekies waren we nog. Arwin’s trouwpak kochten we samen in Sliedrecht, zijn geboortedorp. Bij Verschoor, want Klein vonden we te duur en te ‘refo’. De vlinderstrik vond ik foeilelijk, maar Arwin vond het mooi en hield voet bij stuk. Tja, hij mocht mijn jurk helemaal niet mee helpen uitzoeken, dus wat kon ik doen?
De kapster overtuigde me op de dag zelf om mijn haar aan één kant naar voren te dragen. Achteraf vond ik dat behoorlijk tuttig en natuurlijk staat precies van dié kant met het haar in mijn gezicht, het meest op de foto’s. Na de kerkdienst struikelde ik van het afstapje bij de consistorie. Er zat een gat in mijn panty, gelukkig niet in mijn jurk en de koster poetste de vlek weg. ’s Avonds tijdens de receptie stapte een van de kinderen een paar keer met schoenen aan op de sleep van mijn jurk, maar gelukkig waren toen de trouwfoto’s al gemaakt. Verder ging alles volgens plan en waren we getrouwd!
Familie
Een jaar na onze trouwdag aten we op zaterdagavond met een groep jongeren uit de kerk. Mobiele telefoons hadden we nog niet en er werd voor ons gebeld op de huistelefoon. Mijn schoonvader was overleden aan een hartinfarct. Dat was heftig, want ik hield van mijn schoonvader. Snel gingen we Sliedrecht. Ik kon het nog niet geloven, maar het was toch echt waar. Kort daarvoor was mijn tante overleden aan borstkanker en zo hadden we dus twee begrafenissen in korte tijd.
Mijn moeder kreeg in 2002 last van haar arm en rugklachten. Ze maakte zich zorgen, omdat haar jongere zus was overleden aan borstkanker. De huisarts liet een foto maken van haar rug, om haar ‘gerust te stellen’. Meerdere rugwervels waren gebroken, vandaar die rugpijn. Volgens de huisarts was het osteoporose, want dat zat in de familie. Hij stuurde mijn moeder door naar een internist, die meteen dacht aan iets anders. Uiteindelijk bleek het borstkanker met uitzaaiingen naar de lever en de botten. Een operatie had geen zin meer, maar de chemokuren sloegen aan gelukkig. Genezen kon niet meer, maar het zou nog lang ‘goed’ gaan.
Gezin
Net getrouwd en met elkaar in een huis wonen was even wennen. Arwin moest wennen aan de rommel die ik overal laat slingeren en ik aan zijn gewoonte om (ruim) op tijd te zijn bij afspraken of in de kerk. Ik herinner me de kranten en folders nog en het ging ongeveer zo.
Arwin: ‘er ligt een grote stapel kranten en folders daar op de grond’
ik: ‘ja, wat is het probleem’?
Na een paar jaar stopte ik met de anticonceptiepil. We dachten ‘we zien wel wanneer en of ik zwanger word’. Maar na een paar weken vond ik het toch wel spannend en toen ik na twee maanden al zwanger bleek te zijn, waren we heel blij! Zwanger zijn was leuk. Ik voelde me goed en had geen last van zwangerschapskwaaltjes.
Op 3 december 2001 is Marit geboren. In het ziekenhuis, dat dan weer wel, omdat mijn bloeddruk de laatste weken te hoog was. Dat was balen, want ik wilde gewoon thuis bevallen. De datum mocht ik kiezen, 5 of 3 december. Een kinderverjaardag op sinterklaasavond leek me niet handig, dus het werd 3 december. Om 8 uur ’s morgens waren we in het ziekenhuis, waar dokter The mijn vliezen heeft gebroken. Binnen een half uur begonnen de weeën. Ik verveelde me suf en een verpleegkundige vroeg of ik misschien in bad wilde. Daar heb ik uren in gelegen en toen het echt pijn begon te doen moest ik eruit en een half uurtje later is Marit geboren. Wat was ze leuk en klein, 2735 gram. Ze zwom in het babypakje wat ik had meegenomen naar het ziekenhuis. Toen ze een half jaar oud was droeg ze nog steeds maat 56. We namen haar overal mee naar toe: naar vrienden, op zondag twee keer naar de kinderoppas in de kerk en op zondagavond naar mijn schoonmoeder die dat natuurlijk erg leuk vond. Marit was haar vijftiende kleinkind en de eerste van haar jongste zoon! Mijn ouders waren ook heel blij met hun eerste kleinkind! Mijn moeder ging twee dagen in de week oppassen, maar al snel lukte dat niet goed meer vanwege haar rugklachten.
Zelf liep ik apetrots achter de kinderwagen. Na een paar maanden (we waren het weken?) kochten we mijn eerste autootje, een Seicento. Marit kon nog niet op de fiets, dus ik kwam niet verder dan een paar kilometer en dat vond ik niet fijn. Die Seicento was superhandig. Klein, bijna vierkant en de achterbank kon in delen plat, waardoor de kinderwagen erin paste met de MaxiCosi ernaast en eventueel nog een passagier naast mij.
Kerk
In de Oude Kerk in Zwijndrecht deed ik een paar jaar voor ons huwelijk, belijdenis van mijn geloof. Onze trouwdienst hielden we ook in deze kerk. De gemeente was vacant en daarom vroegen we dominee den Hoed uit Sliedrecht (een bekende van mijn schoonfamilie) ons te trouwen. We zaten er op een bijbelkring en andere verenigingen en hadden het er goed.
Werk
Ongeveer gelijk met ons trouwen had ik ook een andere baan. Achteraf waren dat wel veel veranderingen tegelijk. Ik voelde me niet op mijn gemak op mijn nieuwe werkplek. Misschien was het verschil in een dorpse apotheek waar bijna iedereen gelovig was en een stadsapotheek toen te groot voor mij. Na anderhalf jaar zocht ik een andere baan. Dat had ik eerder moeten doen, maar ik was nog niet zo assertief in die tijd. Gelukkig kwam ik toen in een apotheek waar ik het wel naar mijn zin had.
https://www.groeiblog.com/25-jarig-huwelijk-deel1/