25-jarig huwelijk│ deel 2 │ 2003-2008
Gezin
In 2005 is Lieke geboren. Dit keer mocht ik thuis blijven gelukkig en de bevalling ging net zo snel als de eerste keer. Omdat het tijdens de eerste bevalling in bad goed vol te houden was, hadden we vóór de bevalling een bad laten plaatsen in de badkamer. In bad bevallen leek me nog leuker, maar het huren van zo’n bad om in te bevallen koste net zoveel als een gewoon bad. En we waren bang dat zo’n ding lek zou kunnen gaan. Rare krenterigheid achteraf en zo’n ding gaat heus niet lek, ik had ’t gewoon moeten doen. Maar het is goedgekomen. Toen het echt pijn ging doen, belde mijn man de dienstdoende verloskundige. Het was weekend en mijn ‘eigen’ verloskundige had vrij. De dienstdoende verloskundige kwam meteen en vroeg of we niet eerder konden bellen. Ik moest meteen uit het bad en Lieke was er binnen een half uur. Lieke was langer en zwaarder dan Marit bij de geboorte en veel rustiger. Langer dan Marit is ze nog steeds en rustiger ook. Gek dat twee kinderen zo anders kunnen zijn, maar leuk is het ook.
Even een sprong vooruit naar 2015. Toen vroeg ik me weleens af hoe mijn baarmoeder twee keer zo goed kon functioneren en dat er jaren later opeens een tumor in zat. Tijdens de inwendige echo’s dacht ik altijd terug aan de eerste echo’s als ik zwanger was. En ik ben dankbaar dat ik twee allerliefste kinderen heb en pas daarná baarmoederkanker kreeg.
Kaakoperatie
Rond 2004 ging ik naar een orthodontist en kreeg ik een vaste beugel, vanwege een grote ‘overbeet’ en in 2006 ben ik geopereerd. Mijn kaak werd links en rechts doorgezaagd en gelukkig ook weer vastgezet. De operatie duurde een paar uur en ik lag twee dagen in het ziekenhuis. Het zag er best sneu uit na de operatie, maar het is allemaal goed gekomen.
Familie
Met mijn moeder bleef het redelijk goed gaan. De borstkanker was volgens de oncoloog niet te genezen, maar de tumorgroei bleef lang geremd. Elke drie maanden moest ze voor controle naar de oncoloog en dat was altijd spannend. De kanker van mijn moeder was altijd wel een groot ‘ding’ in ons gezin, ondanks dat ik en mijn zus niet thuis woonden. Alles leek altijd om mijn moeder te gaan en dat was achteraf best vermoeiend.
Kerk
We waren actief in de Oude Kerk in Zwijndrecht. De kinderen gingen naar de oppas op zondag en speelden daar met andere kinderen. Arwin zat in deze periode in de diaconie. Na de dienst telde hij samen met een andere diaken de opbrengst van de collectezakken. Marit rende met een vriendje de kerk rond, in de banken en soms op de preekstoel. We voelden ons er thuis.
Werk
Op dinsdag en donderdag werkte ik in een apotheek van 8:30 tot 17:30uur. De kinderen gingen naar het kinderdagverblijf. Toen Marit naar de basisschool ging werd ze opgehaald uit school door de buitenschoolse opvang van hetzelfde kinderdagverblijf. Ze vond het er leuk, maar ze vond het niet leuk dat ze als enige met een busje uit school werd opgehaald door de buitenschoolse opvang. Op de reformatorische school waarop ze zat, was dat toen niet zo gebruikelijk. Ik vond het vervelend voor haar en zocht een andere baan. Toen zag ik een vacature in een dienstapotheek. Dat was ideaal met kinderen. Een dienstapotheek is alleen open buiten normale openingstijden. Dus ik had geen kinderopvang meer nodig en ik was doordeweeks de hele dag thuis en vermaakte me prima.
Daarnaast vond ik het werk ook veel leuker. Elke dinsdagavond werkte ik en elke weekend één keer. Op dinsdagavond werkte ik alleen en dat vond ik heerlijk. Jaren later, toen het drukker werd in de apotheek, werkten we met z’n tweeën.