25-jarig huwelijk │ deel 3 │ 2008-2013
25-jarig huwelijk
De blog over de 1e en de 2e vijf jaren van ons 25-jarig huwelijk hebben we gehad. Deze blog gaat over ons 10e tot en met ons 15e huwelijksjaar (29 mei 2008 tot 29 mei 2013). Toen ik de gebeurtenissen van die jaren opschreef realiseerde ik me dat het veel was. Veel dingen kan ik me ook nog goed herinneren.
Gezin & Familie
Borstkanker
In de 1e blog schreef ik al dat mijn tante is overleden aan borstkanker en dat mijn moeder borstkanker kreeg in 2002. Er werd in 2004 onderzoek gedaan of de borstkanker van mijn moeder erfelijk was. Daaruit bleek dat er (met de kennis van toen) geen verandering in het BRCA-1 of BRCA-2 gen aanwezig was. Gezien de familiegeschiedenis leek de kans op erfelijke borstkanker wel verhoogd, door een nog onbekend erfelijke aanleg (BRCA-3), of door toch een verandering in het BRCA-1 of BRCA-2 gen die met de technieken van 2004 nog niet op te sporen was.
Mijn huisarts adviseerde mij daarom in september 2009 een mammografie te laten maken, uit voorzorg en gaf mij een verwijzing voor de Breast Clinic (toen nog mamma-poli) in Dordt. Zonder veel stress liet ik een mammografie maken. Eén kant moest opnieuw, want niet de hele borst stond er op. Al snel riep een verpleegkundige mij, voor een echo. Op deze echo was in de linker- en in de rechterborst ‘iets’ te zien. Dus er werd ook een biopsie links en rechts gedaan. Ik herinner me nog de dikke naald waarmee weefsel werd weggehaald voor onderzoek. Na afloop moest ik even rustig gaan zitten en vroeg de verpleegkundige mij of ik begreep wat er aan de hand was. De radioloog zei dat ze zich zorgen maakte en dat deed ik toen dus ook… Ik weet nog dat ik behoorlijk in paniek was. Na een week wachten op de uitslag bleek dat ik geen borstkanker had, maar twee fibroadenomen, dit zijn goedaardige tumoren. Ze zitten er nu nog.
Mijn moeder was inmiddels al bijna zeven jaar ziek, maar het bleef al die tijd redelijk goed met haar gaan. De medicatie die ze na haar chemokuren kreeg deed lang zijn werk. Daarna kreeg ze steeds andere medicatie, die helaas niet zo lang werkte bij haar. In februari 2010 is ze overleden.
Psychotherapie
Kort na de mammografie in 2009 kreeg ik last van een depressie. Het was de eerste keer, dus ik had geen idee wat me overkwam. Ik ging naar de huisarts en zei tegen haar: ‘ik weet niet waar ik last van heb, maar ik doe niets en lig het liefst hele dagen op de bank’. Ze vroeg door en verwees me door naar een psychiater. Blijkbaar wist ze dat ik christen was, want ze zei dat ze een goede christelijke psychiater wist in Dordrecht. De man bleek een (hele aardige) psychotherapeut te zijn en samen te werken met een psychiater. De therapie koste veel energie, maar bracht me ook veel. Ik was 35 jaar en had nooit beseft dat het niet gewoon was dat alles in ons gezin draaide om mijn moeder, die emotioneel niet sterk was. Met de kennis van nu vermoed ik dat ze autistisch was, maar ook daar had ik als kind natuurlijk geen besef van. Eigenlijk moest ik loskomen van mijn ouders, iets wat je normaal als tiener doet en wat op latere leeftijd lastiger is. Afgezien daarvan was de timing ook niet erg handig, omdat ze borstkanker had en het niet goed ging in die tijd. In februari 2010 is ze overleden, schreef ik al. Ik hield wel van haar en dat heb ik haar ook gezegd tijdens een van de laatste weken.
Geloof & Kerk
In de kerk voelden we ons thuis. Mensen leefden mee toen ik bang was voor borstkanker, toen mijn moeder is overleden en tijdens mijn depressie. De psychotherapeut bij wie ik kwam ging naar een evangelische gemeente en dat maakte me nieuwsgierig. Ik luisterde een preek over de wederkomst, van de voorganger daar, die me raakte. Nog steeds weet ik niet goed of ik nu echt op zoek was naar ‘meer van de Geest’ of dat ik nieuwsgierig was naar de ‘kerk van de therapeut’. Feit is dat we op zoek gingen en een ‘Take Off’ gingen doen in Bleskensgraaf, een avond/verkorte discipelschapstraining van Jeugd met een Opdracht. We kwamen in aanraking met allerlei (charismatische) dingen, die we dachten te missen in onze eigen kerk. Na afloop werden lieten we ons dopen en werden we lid bij Nehemia Ministries.
Heel even dacht ik dat dit ‘de hemel op aarde’ was of ‘de volmaakte kerk’, maar al snel begon de twijfel toe te slaan. Was al het ‘meer van de Geest’ wel Bijbels? Ook hadden we onze vragen over de vorm van leidinggeven in de gemeente. Die was behoorlijk manipulatief in onze ogen. Mijn man had dat al heel snel in de gaten en is gelukkig niet het type dat zich laat manipuleren door een oudste of voorganger. Hij zat in het ‘beamer-team’, wat onder andere inhield dat hij af en toe op zondag de beamer bediende tijdens de zangdienst. Als dit niet snel genoeg ging of niet foutloos keek de voorganger of zijn vrouw geïrriteerd omhoog, naar het ‘beamerteam’, waar sommigen nogal van schrokken, maar mijn man dacht dan: ‘doe het lekker zelf als het niet goed is’. We ontdekten dat de gemeente midden in een scheuring lag. Dát hadden ze ons tijdens de kennismakingskring niet verteld. Het was 2011 toen we lid werden en anderhalf jaar later vertrokken we er. Echt thuis hebben we ons in die anderhalf jaar niet gevoeld. Niet veel later, in 2013, ontstond uit de scheuring binnen Nehemia een andere evangelische gemeente. We kwamen bij elkaar in een wijkgebouwtje en hadden het goed met elkaar.
Hobby/cursus
Anderhalf jaar psychotherapie én het gebeuren bij Nehemia Ministries maakte dat ik meer wilde weten van psychologie en meer over de Bijbel. Ik vond een soort combi, namelijk de cursus ‘Contextueel Pastoraat’ bij de stichting Koinonia. Contextuele therapie is een vorm van therapie waarbij je op zoek gaat naar de invloed van het verleden, op het heden en hoe daarmee om te gaan. Ook de balans tussen geven en nemen in relaties is belangrijk. In september 2012 begon ik met deze cursus en ik was meteen erg enthousiast. Per schooljaar moest ik tien boeken lezen, toen boekverslagen maken en twee tentamens maken. Het leukste waren de maandelijkse lesdagen op zaterdag, met de groepsgesprekken en de onwijs leuke contacten in de pauze.