Zo kan het wel

Begin 2018 besloot ik om mijn passie na te streven; ik begon aan een coachopleiding. Het was fantastisch: werken met het onbewuste, je lichaam inzetten als coachinstrument en een fijne groep mensen met wie ik in dit leerproces optrok. Na elk blok van drie dagen waarbij we ons volledig onderdompelden - met coachoefeningen, inspiratie en inzichten - volgde een periode van nagenieten en uitkijken naar het volgende blok. Het kwam dus ook als een enorme klap toen mijn oncoloog zei dat ik mijn eerste chemo op 24 september zou krijgen. Dat zou midden in het laatste blok van mijn opleiding zijn!

 

“Ehmm, hoe erg is het om ietsje later met de eerste kuur te starten?” vraag ik. Ik zie het vervolg van mijn opleiding al bijna in het water vallen. Inhalen van een blok bij een andere groep is in principe niet toegestaan. Nou is dit natuurlijk wel een uitzonderlijke situatie. Misschien kan er in mijn geval wel een uitzondering gemaakt worden. Maar wil ik dat zelf wel? We zitten als groep in een proces. Daar wil ik onderdeel van blijven uitmaken. Ik wil het vierde blok helemaal niet inhalen in een andere groep die ook een eigen groepsproces en -dynamiek heeft. Ik wil dit laatste blok met mijn eigen groep doen, die mijn verhaal en ontwikkeling als coach kent.

 

“Nou, dat moet je niet te lang uitstellen”, antwoordt de oncoloog. “Hoe langer je wacht, hoe meer ruimte je een eventuele uitzaaiing geeft”. Ja dat snap ik, dat klinkt logisch. “En wat is dan ‘niet te lang’?”, vraag ik “Een dag? Een week?”

“Je moet niet eerst nog drie weken op vakantie gaan” antwoordt ze. “Ok, maar een paar dagen?” Ik leg uit dat ik volgende week de laatste 3 dagen van mijn opleiding heb en dat ik liever op donderdag start met kuren in plaats van op maandag. “Ohhh”, is de reactie van mijn arts, “nee dat kan geen kwaad”. We trekken de agenda’s en plannen mijn eerste kuur in op vrijdag, de eerst mogelijke plek na mijn opleidingsdagen. Ik voel een enorme opluchting dat ik dit deel van mijn opleiding toch gewoon met mijn groep kan afmaken. Hoe het straks met de terugkomdagen moet, dat zien we dan wel weer. Voor nu ben ik al heel blij dat dit kan.

 

Het geluk is aan mijn zijde

 

Zoeken naar wat wel kan is een eigenschap die ik in mijn ziekteproces opnieuw leer kennen. In veel situaties die mij verdrietig of onzeker maken vraag ik me af: ‘Wat kan hier wel?’ En wanneer de dingen wel lukken, hoe klein ook, sta ik daar bewust bij stil met een moment van dankbaarheid. Die dankbaarheid zorgt ervoor dat ik me goed voel in plaats van gefrustreerd over alles wat niet kan(en dat is een hele hoop). Ik doe dit bewust, omdat ik weet dat gevoelens van frustratie de sympathicus activeren. Dat deel van je zenuwstelsel wat actief is bij stress. Dankbaarheid geeft juist het signaal aan mijn lichaam dat alles goed is. De parasympathicus wordt actief en zorgt ervoor dat mijn hart langzamer gaat kloppen en de ademhalingsfrequentie daalt, mijn lichaam weet dat het veilig is en steekt zijn energie in lichaamsopbouw. En dat kan het wel gebruiken tijdens en na alle behandelingen.

 

Denken in mogelijkheden en dankbaarheid; eigenschappen die ik bewust probeer in te zetten. Bijvoorbeeld ook bij de terugkomdagen van mijn coachopleiding. Het geluk is aan mijn zijde, want de eerste terugkomdag vindt plaats tijdens de tweede week na mijn AC-kuur. Waar ik in de eerste week na zo’n kuur nauwelijks van de bank naar het toilet kan komen (lees ook ‘Die trap lijkt wel een bergen ‘Chemo narigheid’), voel ik me in de tweede week een stuk mobieler.

De grootste fysieke narigheid is dan wel voorbij en ik heb dan vooral nog last van vermoeidheid en problemen met concentreren.

Ik wil graag mijn opleiding afsluiten met mijn groep tijdens deze terugkomdagen. Het is de bedoeling dat iedereen een coachoefening met de groep doet. Gezien mijn concentratie is het denk ik niet mogelijk om zelf zo’n oefening te begeleiden, maar luisteren en deelnemen aan die van anderen moet nog wel kunnen lukken, schat ik zo in. Alleen vraag ik me af of ik dat wel een hele dag vol kan houden. In welke vorm zou dit wel mogelijk zijn? In ieder geval moet ik weg kunnen op het moment dat het niet meer gaat. Daarnaast heb ik mensen nodig die me naar Utrecht rijden en terug. Drie kwartier concentreren op een autorit zou namelijk betekenen dat ik geen energie meer over heb voor de dag zelf.

Nou, dat is te regelen. ’s Ochtends rijd ik mee met een vriendin van de opleiding. Voor de terugrit wil een vriend die in Utrecht werkt paraat staan om me op te halen als het niet meer gaat. Ik praat er ook over met een vriendin: “Eigenlijk zou ik halverwege de dag een dutje moeten doen om het vol te houden.” “Ok”, zegt ze, “dan neem je toch gewoon een kampeermatje mee! Hebben ze daar een aparte ruimte waar je even zou kunnen gaan liggen?” “Ja, die hebben ze wel.” antwoord ik, terwijl ik voor me zie hoe ik me in dat kamertje installeer terwijl de rest van de groep uitgebreid gaat lunchen in het restaurant.

 

In welke vorm zou dit wel mogelijk zijn?

 

En zoals ik me het voorstelde, zo gebeurt het ook. ’s Ochtend lukt het me om met de oefeningen van drie medecursisten mee te doen. Tijdens de lunchpauze eet ik snel een broodje in de keuken, zodat ik een uur in alle rust voor mezelf overhoud. Ik rol mijn matje uit, pak een kussen uit een van de stoelen, doe mijn oordoppen in en ga onder een meegenomen dekentje liggen. Even voel ik me eenzaam. Verdrietig omdat ik niet mee kan doen met het ‘gewone’ leven. Maar dan realiseer ik me dat het zo fijn is dat ik hier überhaupt bij ben vandaag. Dit moment van eenzaamheid is dan maar even de prijs voor het aanwezig kunnen zijn op deze terugkomdag. Het lukt me om rustig te worden na alle indrukken van de ochtend en het lukt zelfs om twintig minuten weg te doezelen voor de groep weer terugkomt van hun lunch.

In de loop van de middag merk ik dat mijn energie toch opraakt en in de laatste oefening ben ik er niet meer echt bij. Maar dat doet niks af aan mijn tevreden en dankbare gevoel. Het is me toch maar mooi gelukt om er bij te zijn vandaag!

Ja leuk allemaal, Hanneke, zoeken naar wat er wél kan. Maar ik kan echt helemaal niks meer. Zo makkelijk is dat dus niet. Hoe doe je dat dan precies?
Dat lees je hier.

 

1 reactie