De dag dat ik baalde dat de chemo niet door ging
De eerste chemo was achter de rug en gelukkig viel deze hele eerste kuur me mee. Ik had het me namelijk veel erger voorgesteld. Het zou natuurlijk per keer zwaarder worden, maar ik was nu vooral blij dat de bijwerkingen – volgens mij - beperkt waren. Dit kon ik handelen.
Ik was helemaal klaar voor de volgende ronde en melde me strijdlustig voor bloedonderzoek en de standaardcontrole bij de oncoloog. Ik zat tegenover de arts en vertelde haar over mijn eerste chemoavontuur. Ik had wat koorts gehad, wat tintelingen in handen en voeten, was misselijk geweest, had een rommelbuik en last van mijn mond- en neusslijmvliezen, maar ik had erger verwacht, dus het viel mee.
De arts vond dit verhaal toch wel zorgelijk en na een paar minuten kwam nog een andere aap uit de mouw: Mijn bloedwaarden waren erg slecht. Het ruggenmerg krijgt bij elke chemo een klap en mijn lichaam was niet in staat geweest om op tijd te herstellen. We zouden dus niet - zoals gepland - medicijnen voor de volgende dag bestellen. Ik moest een week wachten…
Ik kon mijn oren niet geloven. Ik voelde me toch goed genoeg! De arts verzekerde me dat het erg onverstandig zou zijn om nu door te gaan en zei dat mijn bloedwaarden over een week waarschijnlijk wel weer in orde zouden zijn en we dan met een lagere dosering door zouden gaan. Lagere dosering??? Dit was dezelfde arts die me vier weken eerder vertelde dat het van groot belang was om de kuren regelmatig zonder pauzes toe te dienen om de kanker goed te kunnen bestrijden. Zij had wel verteld dat er een keer een kuur uitgesteld kon worden als de bloedwaarden te slecht waren, maar ik had niet verwacht dat dat de eerste keer al het geval zou zijn… en straks zou ik dus ook minder medicijnen krijgen. Wat betekende dat? Zou het effect dan nog wel genoeg zijn? En: Was mijn lichaam niet geschikt voor de behandeling? Kon ik het niet? Ik begon enorm te twijfelen…
Een week later was mijn bloed in orde en ging het feestje (het voelde nu bijna als een voorrecht) weer door. De kuur erna werd weer uitgesteld, met weer een aanpassing in de dosering. En zo liep uiteindelijk mijn hele traject … een kuur op tijd, volgende een week uitgesteld, op tijd, uitgesteld… drie keer werd de dosering van de cytostatica naar beneden bijgesteld. Op de dagbehandeling werd na een tijd al gegrapt dat ik, als ik zo doorga op gegeven moment homeopathische chemo zou krijgen… ik kon er gelukkig wel om lachen.
Het was uiteraard een erg spannende tijd. Het uitstellen voelde altijd als falen. En ik had er volgens de behandelende arts geen enkele invloed op. Dat vond ik nog het afschuwelijkst. De onmacht die je voelt. Ik had graag nog meer gewandeld, nog meer geslapen, nog gezonder gegeten of op mijn kop gestaan als ik daarmee mijn bloedwaarden had kunnen beïnvloeden.
Na drie kuren kreeg ik de eerste tussentijdse MRI…met het bijna best mogelijke resultaat: twee van mijn drie tumoren waren niet meer te zien. Ontzettend goed nieuws na een heel onzekere periode! Ik kon eindelijk wat rustiger doorademen. De oncoloog stelde op basis van dit hoopgevende resultaat en mijn aanhoudende slechte waarden voor om na 6 i.p.v. 9 kuren te stoppen. Prima! Als het resultaat maar klopt.
En gelukkig slonken de tumoren ondanks de lage dosering steeds verder. Op de MRI na de 6e kuur was helemaal geen kwaadaardigheid meer te zien. Slechte bloedwaarden zijn dus gelukkig geen indicatie voor een slechte respons op de therapie!