Kankerspoken in kinderhoofden

Al tijdens het eerste gesprek met de chirurg (“We moeten ervan uitgaan dat het om een kwaadaardige tumor gaat.”) stellen we de vraag: “Wat moeten we de kinderen vertellen?” Je wil je kroost beschermen voor al het kwaad in de wereld en opeens zit het kwaad in de vorm van een ziekte in een van de ouders. Mama heeft kanker en de afloop is nog onzeker…. Mijn eerste reactie was dan ook: “We gaan het niet aan de kinderen vertellen.” In ieder geval niet nu. Niet zolang we niet weten hoe erg het is.

Na het eerste weekend hadden we meer duidelijkheid (Het was inderdaad een kwaadaardige tumor) en vertelden wij iets vaags aan de kinderen: Mama moet misschien weer een keer naar het ziekenhuis voor een operatie. Het jaar ervoor werd een cyste op mijn eierstok verwijderd. Het concept: “Mama gaat naar ziekenhuis, artsen opereren, mama hersteld en is weer beter.” leek ons een veilig referentiekader, maar dit was alleen een beetje uitstel. Uiteindelijk moet je het toch vertellen, voordat ze het van iemand anders horen…. 

Een week later was duidelijk dat we nu meer moesten vertellen. Ik ging op youtube op zoek naar een filmpje en vond een geschikte animatie voor kids: https://www.youtube.com/watch?v=PODHuHvAmOo. Deze lieten we zien, nadat we de kinderen vertelden dat mama KANKER heeft. De oudste schrok wel even van het woord. De jongste niet. We hebben geen kankergevallen in de familie gehad. Ze hadden gelukkig geen idee en geen negatieve associaties.

Beide meisjes hebben het uiteindelijk ook in de klas besproken. Ik hield mijn hart vast, vooral bij de jongste. Ze durfde een jaar eerder nog niet eens in de kring te praten en nu wilde ze over haar zieke moeder vertellen. Later hoorde ik dat zij vooral over de feitjes uit de youtube film heeft verteld. De juffen waren heel lief en gingen samen met de klas van onze kinderen kaartjes en cadeautjes knutselen. Heel lief voor mij, maar ik denk nog veel belangrijker voor de verwerking bij de kinderen.

Achteraf denk ik is het heel goed om open en eerlijk te zijn. Dan durven de kinderen ook hun angsten te bespreken. Mijn jongste vroeg bijvoorbeeld een keer: “Mama komt het door mij?” Ik viel bijna achterover. Op de vraag hoe ze hierbij kwam zei ze: “Nou, omdat ik graag aan je borsten zit en er wel eens op sla…” Je moet er toch niet aan denken dat ze met zo’n gedachte blijven lopen, maar doordat wij na ons eerste huiveringen vrij open waren werden deze gedachten voor de kids bespreekbaar.

In de kerstvakantie namen we de kinderen zelfs mee naar de dagbehandeling oncologie. Ik had dit in eerste instantie niet zelf bedacht, maar een ex-kankerpatiënt bracht me op het idee. Voor kinderen is het heel raar dat je naar het ziekenhuis gaat en dan heel ziek naar huis komt. En gezien de oudste, toen 9 jaar oud, steeds negatiever op het woord ziekenhuis reageerde leek het ons opeens wel een goed idee om te laten zien dat er geen enge dingen gebeuren en dat de mensen daar heel aardig zijn. Ik vond het wel superspannend, maar het was achteraf gezien een hele goede zet. Volgens mij is het beter dat ze zien wat er echt gebeurd, dan dat ze zichzelf een beangstigende voorstelling maken. 

We zijn nu een paar maanden verder en ik denk dat we er redelijk doorheen zijn gekomen. De oudste is nog steeds bang voor ziekenhuizen, artsen en vooral prikken en praat er liever niet over. De jongste is aanhankelijker geworden en zegt ons regelmatig hoeveel ze van ons houdt. Zij wil later arts of zuster worden… Ik denk dat het op beide kinderen indruk heeft gemaakt en we zijn benieuwd hoe zij later hierop terugkijken… we houden ze in de gaten.