Mysterious girl, oftewel: Het plaatsen van een port-a-cath
De eerste weken na de diagnose zijn een waas. Je probeert te wennen aan het idee dat je kanker hebt en dat je leven - in ieder geval de komende tijd – er anders uit zal zien. Daarnaast heb je opeens heel veel afspraken in het ziekenhuis en moeten beslissingen worden genomen. Mijn behandelplan was inmiddels bekend: 1. Start chemo-/immunotherapie; 2. Operatie; 3. Bestraling, 4. Hormoontherapie.
Ik zou het komende jaar kennis maken met het hele palet van de kankerbestrijding. De prognoses waren – mits alles goed zou aanslaan - goed. Al snel werd mij de vraag gesteld of ik een port-a-cath of een PICC-line wilde. Beide zorgen ervoor dat je aderen minder worden aangetast door de chemo. Het werd me sterk aanbevolen om een van de twee te kiezen, omdat mij schema: van 9 chemokuren (cyclus van 3 weken, met twee behandelingen per cyclus, dus eigenlijk 18 behandelingen) en een jaar immunotherapie te wachten stond. Dit houden gemiddelde bloedvaten niet vol en daarom moeten er stappen worden ondernomen. Ik had van beide opties nog nooit gehoord….
Daar gaan we:
De port-a-cath is een centraal veneuze katheter, een flexibel slangetje dat wordt ingebracht in een ader, en eindigt in een groot bloedvat. Hij heeft een kleine injectiekamer en wordt operatief onder de huid geplaatst.
Een PICC-lijn is een centraal infuus dat in de ader van de bovenarm geplaatst wordt. Het uiteinde van de lijn komt in de grote holle ader in de borstkas, net boven het hart.
Doordat de medicijnen met beide hulpmiddelen direct in een groot bloedvat terecht komen is de kans op vaatwandirritatie kleiner. Klinkt goed, toch? Grote voordeel van de port-a cath…weinig onderhoud tussendoor; het voordeel van de PICC-line: geen operatie… Ik kon niet kiezen. Het was even te veel en in mijn wanhoop vroeg ik de verpleegkundige wat zij in mijn situatie zou doen. Haar antwoord was zonder twijfel: port-a-cath. En ik kon me vinden in haar redenering: Met kleine kinderen is een los slangetje in de arm niet echt handig. Logisch. Bovendien was er een chirurg in het ziekenhuis die port-a-caths onder lokale verdoving plaatst. Ik zou - als we hiervoor kiezen - dus ook geen last hebben van de bijwerkingen van een algehele narcose. Ze wilde voor mij kijken of de betreffende chirurg op korte termijn plek zou hebben. Oké dan, kom maar op met die port-a-cath!
Al heel snel zat ik tegenover de chirurg en hij deed vrij luchtig: …kleine operatie…wel in OK, maar onder plaatselijke verdoving…snel herstel…ik zou veel voordeel hebben aan een port-a-cath. Hij vroeg nog wel of ik sensibel was, want inderdaad zou ik de gehele procedure van inbrengen bij bewustzijn zijn. Heel stoer gaf ik aan dat ik dat wel aankon. De chirurg bood aan te proberen mij zo snel mogelijk in te plannen. Ik hoefde immers niet nuchter te zijn voor de ingreep en kon, als ik het goed vond, op korte termijn tussendoor in het operatieschema inschuiven. Maandag, vroeg in de ochtend zou hij weten welke operaties gepland stonden voor die dag en als er een gaatje was, zou hij mij bellen. Ik had maandag a.s. dus een operatie…of niet. Beetje onzeker allemaal, maar op deze manier zou ik eventueel al tijdens mijn eerste chemo kunnen profiteren van mijn gloednieuwe centraal veneuze katheder. Daarnaast planden we ook nog een operatiedatum in via de officiële route (2 weken na de eerste chemo) voor het geval het maandag niet zou lukken. Ik vroeg nog wel of ik na de ingreep zelf naar huis zou kunnen rijden, waarop de arts antwoorde: “Ja, als je een rijbewijs hebt…” Okay dan! Artsenhumor. Niet helemaal mijn ding, maar vooruit!
Maandag in de loop van de ochtend kwam het telefoontje. Vandaag was geen optie, maar woensdag was nog een plekje. Normaal doet de chirurg dan geplande keizersneden, maar voor de afwisseling kon ik ertussen worden geplaatst. Ik had die dag al twee afspraken staan: intake bij de radiotherapeut en bij radiologie, maar die waren s ’middags en dan zou ik toch al lang weer klaar zijn. En als je zelf kan rijden na zo’n ingreep, dan moest het toch allemaal wel te doen zijn? Dus ik zei: Prima!
Uiteindelijk vroeg ik toch mijn man om mee te gaan. Drie afspraken in twee verschillende ziekenhuizen was misschien toch een beetje veel om alleen te doen. Dit bleek geen overbodige luxe…Ik had het anders emotioneel niet gehaald vrees ik.
Die woensdag voel ik me voor het eerst ook echt ziek, zo liggend op een operatietafel…en nadat ik de derde keer gevraagd werd of ik daadwerkelijk heb afgesproken dat de ingreep zonder narcose (“niet eens een roesje?”) verricht wordt, krijg ik toch een unheimisch gevoel. Is de ingreep wellicht toch wat ingrijpender dan ik dacht? Dit gevoel wordt bevestigd als me wordt verteld dat voor de ingreep 58 min staat gepland en ik in een heuse operatiekamer met niet alleen de arts, maar nog 3 assistenten/verpleegkundigen lig. Okay, nu is het te laat. Ik spreek me toe dat ik dit best kan. Ik zal rustig blijven ademen en me heel mindful op mijn tenen concentreren. Een trucje dat ik al jaren bij de tandarts toepas...maar 58 minuten aan je tenen denken blijkt best lang…vooral als je van alles hoort en op gegeven moment ook het een en ander voelt…Wacht! Dit is niet de bedoeling!!!…Er moet inderdaad nog een beetje verdoving bij…ik hoor de arts zuchten…Waarom zucht hij nou?... Au! Dat doet pijn… En dan komen in de volgende 10 minuten twee zinnen die ik nooit zal vergeten: “Heeft de stoute dokter je pijn gedaan?” en even later: “Oh, wat doet die stoute dokter nou?” Uitgesproken werden de zinnen door de stoute dokter himself en dat bovendien met een aangezette zwoele stem. Of verbeeld ik me dat, nou? Ben ik die enige die opeens hele andere associaties krijg? Ik vind het in ieder geval ietwat ongepast. Voordeel: Ik denk nu aan goedkope animerende filmpjes i.p.v. het gewroet bij mijn linkerschouder. Dat is winst, maar: HELP! Ik ben helemaal niet zo stoer…hoe lang duurt dit nog? Blijkbaar merkt de arts mijn opdoemende onrust, want hij vraagt een verpleegkundige toch even de radio aan te zetten voor mij...en na een kort reclameblok schalt Peter Andre uit een klein radiootje: Baby girl, I say tonight is your lucky night…. Oh oh oh, mysterious girl
I wanna get close to you…Move your body close to mine, close to mine…
Het wordt steeds bizarrer. Ik zal nooit meer normaal naar dit liedje kunnen luisteren. Ik zal altijd aan de “stoute” dokter denken die zijn best heeft gedaan mij snel van een port-a-cath te voorzien. De arts die - achteraf gezien - de ingreep fantastisch heeft uitgevoerd en mij daarmee de ellende van een extra narcose heeft bespaard. Na een week voelde ik de katheder ook niet meer en geniet ik inderdaad van alle voordelen. Zou ik dus ooit weer een port-a-cath laten plaatsen? Ja, zeker! Zou ik ooit weer een port-a-cath zonder narcose laten plaatsen? GEEN IDEE! Ik weet het niet. Ik ben er nog steeds niet over uit of de voordelen opwegen tegen de nadelen….