Komt een vrouw bij de dokter...

Vanwege de knobbel in mijn borst werd ik door de huisarts naar het ziekenhuis gestuurd voor verder onderzoek. Hier zou ik op een vrijdag na een ochtend onderzoeken horen of we ons zorgen moesten maken. In de ochtend gingen we nog met de hoop op loos alarm naar het ziekenhuis. Ook tijdens de intake werd ik nog gerustgesteld, mijn knobbel was waarschijnlijk een cyste. Ik had immers geen borstkankergevallen in de familie en ik was nog te jong voor spontane borstkanker. Ook tijdens de mammografie leek iedereen nog rustig, pas bij de aansluitende echo zei de radioloog: “Ik maak me zorgen.” Hij en de assistente keken erg ongerust en de assistente begon troostend mijn arm te aaien… en op dat moment wist ik het: Het was goed mis! De tranen schoten in mijn ogen en ik durfde niet naar manlief te kijken die op een stoel in het hoekje van de kamer dit verpletterende nieuws moest verwerken. Het onderzoek ging nog even door. Er werd meteen een biopt uit het borstweefsel genomen en voor de zekerheid ook maar meteen een uit een opgezette klier… dat zag er namelijk ook niet goed uit. Mijn gedachten begonnen te hollen: Had ik niet alleen borstkanker, maar ook al uitzaaiingen? Ging ik dood? Hoe moest dat dan met mijn kinderen? Ik was in shock. 

Na het onderzoek gingen we door naar het volgende gesprek bij de chirurg. Hij vroeg meteen: “Wat weet je al?”. “Nou, de radioloog maakt zich zorgen”. Waarop hij zei: “Ja, ik ook. Het ziet er heel grillig uit”. We moesten nog wel het onderzoek van het weefsel afwachten om te kijken waarmee we te maken hadden, maar hij was toch 95% zeker dat het om een kwaadaardige tumor ging. Daarna hoorde ik niks meer. En dat wist deze ervaren chirurg. Op het moment dat mijn hersenen uitschakelden, begon hij met een tekening. Hierin schreef hij op wat de verschillende scenario’s waren en hoe de behandeling per scenario eruit kon zien. Die tekening bleek later van grote waarde, anders had ik niks van dit toch belangrijke gesprek onthouden. Maandag zou ik de eerste uitslag van het weefselonderzoek krijgen. Met dit bericht en de tekening werden we naar huis gestuurd.

Toen we het ziekenhuis uitliepen besloten we om niet meteen de kinderen bij de oppas te halen, maar eerst door te rijden naar het strand. In de auto praatten we weinig.  Beide in gedachten verzonken. Aangekomen aan het strand lag de zee er prachtig kalm bij, terwijl onze wereld instortte.